In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen.
Onderdelen in deze les
Hoe meer iemand verdient, hoe meer belasting hij/zij moet betalen.
A
Links - Rechts
B
Progressief - conservatief
C
Nationalisme-internationalisme
D
Materialisme- postmaterialisme
Slide 1 - Quizvraag
Het tegengaan van klimaatverandering is belangrijker dan economische groei.
A
Links - Rechts
B
Progressief - conservatief
C
Nationalisme-internationalisme
D
Materialisme- postmaterialisme
Slide 2 - Quizvraag
Softdrugs moeten in NL zo snel mogelijk gelegaliseerd worden.
A
Links - Rechts
B
Progressief - conservatief
C
Nationalisme-internationalisme
D
Materialisme- postmaterialisme
Slide 3 - Quizvraag
De regering moet miljarden investeren in defensie om de veiligheid te waarborgen.
A
Links - Rechts
B
Progressief - conservatief
C
Nationalisme-internationalisme
D
Materialisme- postmaterialisme
Slide 4 - Quizvraag
De overheid moet bedrijven dwingen om evenveel mannen als vrouwen in dienst te nemen.
A
Links - Rechts
B
Progressief - conservatief
C
Nationalisme-internationalisme
D
Materialisme- postmaterialisme
Slide 5 - Quizvraag
Het moet voor middelbare scholieren verplicht worden om elke ochtend het Wilhelmus te zingen.
A
Links - Rechts
B
Progressief - conservatief
C
Nationalisme-internationalisme
D
Materialisme- postmaterialisme
Slide 6 - Quizvraag
links
progressief
materialisme
rechts
Conservatief
postmaterialisme
Nederland moet streven naar een Nexit (dus NL uit de EU).
Een belangrijk doel van de overheid is de belastingen laag te houden.
Zelfontplooiing is een belangrijker levensdoel dan rijk worden.
Homo- en heteroparen moeten kinderen kunnen adopteren.
Slide 7 - Sleepvraag
Welke politieke stroming is de grootste tegenstander van het basisinkomen?
A
Liberalisme
B
Confessionalisme
C
Socialisme
D
Communisme
Slide 8 - Quizvraag
Welke politieke stroming wordt door deze cartoon bekritiseerd?
A
Liberalisme
B
Populisme
C
Sociaaldemocratie
D
Christendemocratie
Slide 9 - Quizvraag
Welke standpunten horen bij het confessionalisme?
A
1 en 3
B
2 en 4
C
2 en 5
D
3 en 5
Slide 10 - Quizvraag
Wat hoort bij linkse politieke partijen?
A
Passieve overheid
B
Actieve overheid
C
Ondersteunende overheid
D
Geen rol van de overheid
Slide 11 - Quizvraag
"Wie zich herhaaldelijk niet aan de regels houdt moet streng worden gestraft." Bij welke ideologie past deze uitspraak het best?
A
Sociaaldemocraten
B
Conservatisme
C
Sociaal-liberalen
D
Socialisten
Slide 12 - Quizvraag
Wat is het verschil tussen conservatisme en liberalisme
A
Het conservatisme is rechts, en liberalisme links
B
Het liberalisme wil ethische en economische vrijheid. Het conservatisme alleen economische
C
Het conservatisme is extreem, het liberalisme niet
D
Het conservatisme focust op het welzijnsdilemma en het liberalisme meer op het machtsdilemma
Slide 13 - Quizvraag
l. Socialisme stelt het geloof centraal. ll. Liberalisme gaat voor gelijkheid lll. Conservatisme gaat voor economische vrijheid lV. Confessionalisme gaat voor vrijheid.
A
l, ll en lll zijn waar.
B
l, ll en lV zijn waar.
C
ll en IV zijn waar.
D
Alleen lll is waar.
Slide 14 - Quizvraag
Het traditionele gezin bestond ...
A
voor de jaren '60
B
in de jaren '60-'80
C
na de jaren '80
D
in alle periodes
Slide 15 - Quizvraag
Waar valt het fascisme onder?
A
links
B
extreem-links
C
rechts
D
extreem-rechts
Slide 16 - Quizvraag
Welke politieke stroming stelt de civil society centraal?
A
ecologisme
B
sociaaldemocratie
C
liberalisme
D
christendemocratie
Slide 17 - Quizvraag
Welke overeenkomst hebben extreem links en extreem rechts?