par 2.3 bestuur van de republiek

De Gewestelijke Staten was...
A
Prins Maurits en Johan van Oldenbarnevelt
B
Staten-Generaal en de Stadhouder
C
Het bestuur van een gewest (provincie)
D
Het bestuur van een stad
1 / 10
volgende
Slide 1: Quizvraag
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

De Gewestelijke Staten was...
A
Prins Maurits en Johan van Oldenbarnevelt
B
Staten-Generaal en de Stadhouder
C
Het bestuur van een gewest (provincie)
D
Het bestuur van een stad

Slide 1 - Quizvraag

Waarover mogen de Gewestelijke Staten zelf beslissen?
A
Buitenlandse politiek
B
Belasting in het gewest
C
Verdediging van het land
D
Besturen van de kolonies

Slide 2 - Quizvraag

De Staten Generaal neemt besluiten over
A
Kolonies
B
Verdediging land
C
Buitenlandse politiek
D
Alle drie correct

Slide 3 - Quizvraag

Welk begrip past bij de volgende omschrijving: Bestuurder van een stad of gewest in de Republiek, vaak afkomstig uit een rijke koopmansfamilie.
A
raadpensionaris
B
stadhouder
C
regent
D
koning

Slide 4 - Quizvraag

De stadhouder is de baas over
A
Leger en vloot
B
De 7 gewesten
C
Het gewest holland

Slide 5 - Quizvraag

De Stadhouder werd gekozen uit de familie Van Oranje
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Als er vrede is hebben we de ..?.. niet meer nodig
A
Stadhouder
B
Raadpensionaris

Slide 7 - Quizvraag

Hoe wordt het jaar 1672 ook wel genoemd
A
De Gouden Eeuw
B
het rampjaar
C
het ongeluksjaar

Slide 8 - Quizvraag

1672 was het Rampjaar wat heeft hier niet mee te maken?
A
Engeland wilde de winstgevende handel van de republiek overnemen
B
De engelse koning wilde zijn zoon Koning van de Republiek laten worden
C
De Franse Koning wilde zijn grondgebied uitbreiden
D
Engeland en Frankrijk wilden de macht van de Republiek breken

Slide 9 - Quizvraag

Wat was de Staten Generaal?
A
Het dagelijks bestuur van de republiek
B
Vergadering van afgevaardigden uit de gewesten
C
Volksvertegenwoordiging
D
Vergadering van de drie standen: geestelijkheid, adel, boeren.

Slide 10 - Quizvraag