Je legt de begrippen ‘gewestelijke staten, regenten, stadhouder, raadspensionaris, Staten-Generaal en stadhouderloze tijdperk’ uit.
Je kunt uitleggen hoe de Republiek werd bestuurd en wat daar bijzonder aan was.
Je kunt aan de hand van een voorbeeld uitleggen dat de stadhouder en de regenten soms verschillende belangen hadden.
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2
In deze les zitten 14 slides, met tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Leerdoelen
Je legt de begrippen ‘gewestelijke staten, regenten, stadhouder, raadspensionaris, Staten-Generaal en stadhouderloze tijdperk’ uit.
Je kunt uitleggen hoe de Republiek werd bestuurd en wat daar bijzonder aan was.
Je kunt aan de hand van een voorbeeld uitleggen dat de stadhouder en de regenten soms verschillende belangen hadden.
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Video
Het bestuur van de Republiek
in de Republiek was de macht in handen van een kleine groep rijke mannen, de regenten.
de macht was in handen van een kleine groep rijke (koopmans)families die onderling belangrijke functies verdeelden: dit betekent coöptatie
Elk van de 7 gewesten had een eigen bestuur (de Staten) met afgevaardigden uit de steden en adel van het platteland.
Alleen op het gebied van buitenlandse politiek werd door de gewesten samengewerkt in de Staten-Generaal.
Slide 4 - Tekstslide
Het bestuur van de Republiek
In de Staten-Generaal had elk gewest 1 stem, maar in praktijk was het gewest van Holland het machtigst (zij betaalde het meeste).
Iedereen ging ervan uit dat mannen het meest geschikt waren om leiding te geven. Zij stonden aan het hoofd van het gezin en hadden de belangrijkste banen.
Er waren wel vrouwelijke ondernemers en heel soms vrouwelijke geleerden, dichters en schilders. Maar politiek vond men een mannenzaak!
Slide 5 - Tekstslide
Regenten en stadhouders
De twee belangrijkste bestuurders in de Republiek waren de stadhouder en de raadpensionaris van Holland.
De stadhouder gaf leiding aan leger en vloot en was in dienst van de Gewestelijke Staten (de functie werd erfelijk: huis van Oranje)
De raadpensionaris van Holland was de hoogste ambtenaar van het gewest Holland (soort minister-president). Hij had veel invloed en onderhield contacten met andere landen.
Slide 6 - Tekstslide
Strijd tussen stadhouder en raadpensionaris
De regenten en raadpensionaris wilden geen oorlog en waren blij met vrede. Oorlog voeren was slecht voor de handel.
De stadhouder daarentegen kon macht en aanzien verwerven door als legeraanvoerder oorlog te voeren.
Toen na de vrede van Munster (1648) in 1650 stadhouder Willem II stierf, besloot de raadpensionaris (Johan de Witt) geen nieuwe stadhouder te benoemen en bezuinigde op het landleger (hij was nu het machtigst)
Slide 7 - Tekstslide
Rampjaar 1672
De Republiek wordt vanuit 3 kanten aangevallen:
Zuiden: Frankrijk
Oosten: Bisdommen Münster & Keulen
Westen (zee): Engeland
Slide 8 - Tekstslide
Maar..
De Nederlanders bedenken een plan: De Waterlinie.
Zo kunnen de landtroepen van de aanvallers de belangrijkste gewesten niet bereiken.
Slide 9 - Tekstslide
Lynchpartij van de gebroeders De Witt
.
Johan de Witt Cornelis de Witt
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Video
Einde Gouden Eeuw?
Er heerst in het Rampjaar grote paniek onder het volk. De gebroeders De Witt krijgen de schuld van de crisis en worden vermoord.
Er is een roep om een sterke leider: Willem III wordt stadhouder
1689: Willem III wordt koning van Engeland en verdrijft Frankrijk
Vanaf het Rampjaar is de Republiek over haar hoogtepunt heen, wat het einde van de Gouden eeuw betekende
Slide 12 - Tekstslide
Begrippen
Regent: bestuurder van een stad of gewest in de Republiek, vaak afkomstig uit een rijke koopmansfamilie.
Raadpensionaris van Holland: de hoogste ambtenaar van het gewest Holland; adviseerde de Staten-Generaal over buitenlandse politiek.
De stadhouder gaf leiding aan leger en vloot en was in dienst van de Gewestelijke Staten (de functie werd erfelijk: huis van Oranje)
Slide 13 - Tekstslide
Leerdoelen
Je legt de begrippen ‘gewestelijke staten, regenten, stadhouder, raadspensionaris, Staten-Generaal en stadhouderloze tijdperk’ uit.
Je kunt uitleggen hoe de Republiek werd bestuurd en wat daar bijzonder aan was.
Je kunt aan de hand van een voorbeeld uitleggen dat de stadhouder en de regenten soms verschillende belangen hadden.