In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Practice test
Slide 1 - Tekstslide
Vertaal het woord naar het Nederlands. canteen
Slide 2 - Open vraag
Vertaal het woord naar het Nederlands. important
Slide 3 - Open vraag
Welk woord hoort niet in het rijtje? Leg je antwoord uit. cap - computer room - classroom - gym
Slide 4 - Open vraag
Vertaal het woord naar het Engels. grapje
Slide 5 - Open vraag
Vertaal het woord naar het Engels. stil
Slide 6 - Open vraag
Beantwoord de volgende vraag in het Nederlands. Wat leer je bij Languages?
Slide 7 - Open vraag
Rashid vertelt over zijn gezin. Vertaal de woorden tussen haakjes in het Engels. This is my dad. ... (Hij) is a teacher.
Slide 8 - Open vraag
Rashid vertelt over zijn gezin. Vertaal de woorden tussen haakjes in het Engels. This is my mum. ... (zij) is a cook. Karim and Ali are my brothers. ... (Zij) are twins.
Slide 9 - Open vraag
Vul de juiste woorden in. Kies uit: am - are - is Groningen ... a nice place to live.
Slide 10 - Open vraag
Vul de juiste woorden in. Kies uit: 'm not - isn't - aren't Kevin and Mike ... Dutch. They are English.
Slide 11 - Open vraag
Vul de juiste woorden in. Kies uit: am - are - he - I - is - we - you Hey, look, Kevin. Frank Smith ... here.
Slide 12 - Open vraag
Vul de juiste woorden in. Kies uit: am - are - he - I - is - we - you I ... not sure. Frank ... good at Geography.
Slide 13 - Open vraag
Kevin moet op school sommen op het bord schrijven. Schrijf alle getallen van de sommen voluit in het Engels. 9 + 4 = 13
Slide 14 - Open vraag
Daarna gaat de klas tellen van 1 tot 30. Zet de vier getallen op in de juiste volgorde. Schrijf ze voluit in het Engels. Gebruik: 11 – 17 – 6 – 22.
Slide 15 - Open vraag
Vertaal de volgende zinnen in het Engels. Ik woon in een dorp.
Slide 16 - Open vraag
Beantwoord de volgende vraag in het Engels. How old is your mum?
Slide 17 - Open vraag
Beantwoord de volgende vraag over jezelf in één Engelse zin van tenminste 5 woorden. Wat zijn je hobby's?