NN2 H2 grammatica: Woordsoorten oefenen

1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo, mavoLeerjaar 2

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

NN2 Grammatica
woordsoorten zelfstandig oefenen

Slide 2 - Tekstslide

opdracht:
maak deze les over woordsoorten

Slide 3 - Tekstslide

Benoem het woord in hoofdletters:

In SEPTEMBER gaan we altijd paardrijden op de Veluwe.
A
ww
B
lw
C
zn
D
bn

Slide 4 - Quizvraag

Benoem het woord in hoofdletters:

In september gaan we altijd paardrijden op de VELUWE.
A
ww
B
lw
C
zn
D
bn

Slide 5 - Quizvraag

Benoem het woord in hoofdletters:

Vorige maand heeft Mohamed zijn abonnement bij Vodafone OPGEZEGD.
A
ww
B
lw
C
zn
D
bn

Slide 6 - Quizvraag

Benoem het woord in hoofdletters:

Vorige MAAND heeft Mohamed zijn abonnement bij Vodafone opgezegd.
A
ww
B
lw
C
zn
D
bn

Slide 7 - Quizvraag

Benoem het woord in hoofdletters:

Tijdens HET hardloopwedstrijdje struikelde Jorn bijna over een kat.
A
ww
B
lw
C
zn
D
bn

Slide 8 - Quizvraag

Benoem het woord in hoofdletters:

Tijdens het hardloopwedstrijdje struikelde JORN bijna over een kat.
A
ww
B
lw
C
zn
D
bn

Slide 9 - Quizvraag

Benoem het woord in hoofdletters:

Tijdens het hardloopwedstrijdje STRUIKELDE Jorn bijna over een kat.
A
ww
B
lw
C
zn
D
bn

Slide 10 - Quizvraag

Benoem het woord in hoofdletters:

Voor mijn broertje heb ik online een KLEURRIJK fotoalbum gemaakt.
A
ww
B
lw
C
zn
D
bn

Slide 11 - Quizvraag

Benoem het woord in hoofdletters:

Voor mijn broertje heb ik online EEN kleurrijk fotoalbum gemaakt.
A
ww
B
lw
C
zn
D
bn

Slide 12 - Quizvraag

Benoem het woord in hoofdletters:

Voor mijn broertje HEB ik online een kleurrijk fotoalbum gemaakt.
A
ww
B
lw
C
zn
D
bn

Slide 13 - Quizvraag


Achter, voor, in en naar zijn voorbeelden van ...
A
vz
B
lw
C
zn
D
bn

Slide 14 - Quizvraag


betonnen, groene, snelle en koperen zijn voorbeelden van ...
A
vz
B
lw
C
zn
D
bn

Slide 15 - Quizvraag


Breda, juli, Willemijn en speedboot zijn voorbeelden van ...
A
vz
B
lw
C
zn
D
bn

Slide 16 - Quizvraag

In deze zin staat/staan ... bijvoeglijk naamwoord(en):

Peter heeft vandaag gevist en heeft vijf grote snoekbaarzen gevangen.
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 17 - Quizvraag

Het bijvoeglijk naamwoord(en) is/zijn:

Peter heeft vandaag gevist en heeft vijf grote snoekbaarzen gevangen.

Slide 18 - Open vraag

In deze zin staan ... bijvoeglijk naamwoorden:

Het groene houten bankje in onze bloemrijke voortuin hebben we in kleine stukken gezaagd.
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 19 - Quizvraag

Wat is het stoffelijke bijvoeglijk naamwoord in deze zin:

Het groene houten bankje in onze bloemrijke voortuin hebben in kleine stukken gezaagd.

Slide 20 - Open vraag

Noem de 3 lidwoorden:

Slide 21 - Open vraag

Zoë wil graag wat suiker over haar AARDBEIEN.
A
ww
B
zn
C
bn
D
vz

Slide 22 - Quizvraag

Zoë wil graag wat suiker OVER haar aardbeien.
A
ww
B
zn
C
bn
D
vz

Slide 23 - Quizvraag

Zoë WIL graag wat suiker over haar aardbeien.
A
ww
B
zn
C
bn
D
vz

Slide 24 - Quizvraag

Buitenactiviteiten zijn goed voor je cijfers

Wist je dat als je aan veel buitenactiviteiten meedoet, dat een positief effect heeft op je leerprestaties op school? Als je veel buiten bent, heb je een betere hersenontwikkeling en een beter leervermogen dan kinderen die vooral binnen zitten. Door allerlei activiteiten buiten te doen, ontwikkel je bovendien je fantasie. Bij het bouwen van een houten hut moet je bijvoorbeeld creatief zijn en inzicht hebben. Daarnaast maak je zelf spelregels, werk je samen of concurreer je met elkaar. Hierdoor leer je omgaan met winnen en verliezen.

Slide 25 - Tekstslide

Lees de tekst: Buitenactiviteiten zijn goed voor je cijfers.

Schrijf 5 werkwoorden (ww) op die IN DE TEKST staan:

Slide 26 - Open vraag

Lees de tekst: Buitenactiviteiten zijn goed voor je cijfers.

Schrijf 2 voorzetsels (vz) op die IN DE TEKST staan:

Slide 27 - Open vraag

Lees de tekst: Buitenactiviteiten zijn goed voor je cijfers.

Schrijf 8 zelfstandige naamwoorden (zn) op die IN DE TEKST staan:

Slide 28 - Open vraag

Lees de tekst: Buitenactiviteiten zijn goed voor je cijfers.

Schrijf 2 bijvoeglijk naamwoord (bn) op die IN DE TEKST staan:

Slide 29 - Open vraag

Deze les vond ik ....
A
makkelijk
B
middelmatig
C
moeilijk

Slide 30 - Quizvraag

In welk(e) onderdeel/onderdelen wil je nog meer oefenen?

Slide 31 - Open vraag

Slide 32 - Tekstslide