H3P4

1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Noem 4 kenmerken van een totalitaire staat.

Slide 2 - Open vraag


De bron past bij het stalinisme. Twee kenmerken van het stalinisme zijn propaganda en indoctrinatie. In de bron is nog een ander kenmerk van het stalinisme te herkennen.

Geef aan met een onderdeel van de bron welk ander kenmerk van het stalinisme in de bron te herkennen is. 

Slide 3 - Open vraag

Stalins economische veranderingen

Slide 4 - Tekstslide

Lenin stierf in 1924, er ontstond een strijd om de macht tussen Trotski en Stalin. Stalin won deze, hij werd de nieuwe leider van de SU.

Slide 5 - Tekstslide


Waarom kun je zeggen dat het 'uitgummen' van politieke tegenstanders goed past bij de propaganda van Stalin. Wat wil hij hiermee bereiken?

Slide 6 - Open vraag


Waarom kun je zeggen dat het 'uitgummen' van politieke tegenstanders goed past bij het begrip censuur?

Slide 7 - Open vraag

Stalin kreeg zoveel macht, dat het communisme in de SU zelfs naar hem vernoemd werd: het stalinisme.

Slide 8 - Tekstslide

Stalin kreeg zoveel macht, dat het communisme in de SU zelfs naar hem vernoemd werd: het stalinisme.

Stalin wilde van de SU een modern industrieland maken. 

Slide 9 - Tekstslide

In 1928 werd in de SU een planeconomie ingevoerd, binnen vijf jaar moesten bepaalde doelen worden bereikt (vijfjarenplannen), door de zware industrie (staal, machines en kolen).

Slide 10 - Tekstslide


Welk effect had de invoering van de vijfjarenplannen op de productie?

Slide 11 - Open vraag

Om de industrie te verbeteren had Stalin geld nodig. Om geld te krijgen ging hij landbouwproducten verkopen.

Slide 12 - Tekstslide

Om genoeg landbouwproducten te krijgen werden kolchozen opgericht: gemeenschappelijke boerderijen.
We noemen dit de collectivisatie van de landbouw.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

De Sovjet-Unie wordt een totalitaire staat

Slide 15 - Tekstslide

Ook Stalin maakte van zijn land een totalitaire staat.​


Slide 16 - Tekstslide

Noem 4 kenmerken van een totalitaire staat.

Slide 17 - Open vraag

Ook Stalin maakte van zijn land een totalitaire staat.​
Deze staat had de volgende kenmerken:

Slide 18 - Tekstslide

-er was een planeconomie.

Slide 19 - Tekstslide

Wat is een planeconomie?

Slide 20 - Open vraag

-het was een dictatuur.

Slide 21 - Tekstslide

Wat is een dictatuur?

Slide 22 - Open vraag

-er was sprake van persoonsverheerlijking.

Slide 23 - Tekstslide

Wat is persoonsverheerlijking?

Slide 24 - Open vraag

-er was indoctrinatie.

Slide 25 - Tekstslide

Wat is indoctrinatie?

Slide 26 - Open vraag

-er werd gebruik gemaakt van terreur.

Slide 27 - Tekstslide

De ergste periode was die van de Grote Terreur.

Slide 28 - Tekstslide

De ergste periode was die van de Grote Terreur.

Miljoenen mensen werden vermoord of naar strafkampen gestuurd.​

Slide 29 - Tekstslide

Iedereen waar Stalin bang voor was had kans om te ‘verdwijnen’.

Slide 30 - Tekstslide

Noem 4 kenmerken van een totalitaire staat.

Slide 31 - Open vraag

Iedereen waar Stalin bang voor was had kans om te ‘verdwijnen’.

Veel mensen werden veroordeeld tijdens een showproces.

Slide 32 - Tekstslide

Iedereen waar Stalin bang voor was had kans om te ‘verdwijnen’.

Veel mensen werden veroordeeld tijdens een showproces.

Stalin controleerde het politieke, economische, culturele en sociale leven in de Sovjet-Unie. Zijn manier van besturen heet ook wel stalinisme.


Slide 33 - Tekstslide

Waar laat het stalinisme je aan denken?

Slide 34 - Open vraag

Slide 35 - Tekstslide

De Sovjet-Unie en nazi-Duitsland

Slide 36 - Tekstslide

Stalin wantrouwde het buitenland. Redenen hiervoor waren:



Slide 37 - Tekstslide

Stalin wantrouwde het buitenland. Redenen hiervoor waren:
1. Engeland en Frankrijk hadden in de burgeroorlog na de Russische Revolutie de tegenstanders van de communisten gesteund.

Slide 38 - Tekstslide

2. In 1938 werd de SU niet uitgenodigd voor de Conferentie van München. Engeland en Frankrijk stonden hier toe dat Duitsland het Sudetenland inlijfde

Slide 39 - Tekstslide

De SU en Duitsland waren aartsvijanden, maar ze sloten toch een niet-aanvalsverdrag in 1939. In het geheim werd hierin ook al Polen verdeeld.

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Tekstslide