Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Kapitel 4 werkwoorden
Kapitel 4 werkwoorden
1 / 30
volgende
Slide 1:
Tekstslide
In deze les zitten
30 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Kapitel 4 werkwoorden
Slide 1 - Tekstslide
wohnen
ich wohn e
du wohn st
er/sie/es wohn t
wir wohn en
ihr wohn t
sie wohn en
Sie wohn en
reisen
ich reis e
du
reis t
er/sie/es reis t
wir reis en
ihr reis t
sie reis en
Sie reis en
Slide 2 - Tekstslide
LET OP
Als de stam van een werkwoord op een -s klank eindigt, krijg je bij de
du-vorm geen -st, maar alleen een -t.
du heißt - du reist
Slide 3 - Tekstslide
arbeiten
ich arbeit e
du arbeit
est
er/sie/es arbeit
et
wir arbeit en
ihr arbeit
et
sie arbeit en
Sie arrbeit en
finden
ich find e
du
find
est
er/sie/es find
et
wir find en
ihr find
et
sie find en
Sie find en
Slide 4 - Tekstslide
LET OP
Als de stam van een werkwoord op een -t of -d eindigt, krijg je bij
du-er-sie-es-ihr een extra
e
in de uitgang.
Slide 5 - Tekstslide
Hoe ver ben ik?
A
Ik snap alles.
B
Ik snap het een beetje.
C
Ik snap het niet.
Slide 6 - Quizvraag
Ich............... in einem Supermarkt.
A
arbeiten
B
arbeite
C
arbeitet
D
arbeitest
Slide 7 - Quizvraag
Warum .............. er das?
A
schreibe
B
schreibt
C
schreibst
D
schreiben
Slide 8 - Quizvraag
Der Hund ........... den Jungen.
A
beißt
B
beißen
C
beiße
D
beißst
Slide 9 - Quizvraag
Ihr .......... zu viel!
(reden = praten)
A
rede
B
redest
C
reden
D
redet
Slide 10 - Quizvraag
Sie(ev) ........... mit dem Hund.
A
spielen
B
spielst
C
spielt
D
spiele
Slide 11 - Quizvraag
Sie(mv) ............... morgen.
(heiraten = trouwen)
A
heiratet
B
heiratest
C
heirat
D
heiraten
Slide 12 - Quizvraag
.............. du Englisch einfach?
A
finde
B
findet
C
findest
D
finden
Slide 13 - Quizvraag
Hoe ver ben ik?
A
Ik snap alles.
B
Ik snap het redelijk.
C
Ik snap het een beetje.
D
Ik snap het niet
Slide 14 - Quizvraag
Ich ............. einen Nebenjob.
A
suchen
B
suche
C
suchst
D
sucht
Slide 15 - Quizvraag
Er ............. auf deine Frage.
A
antworte
B
antwortet
C
antwort
D
antwortest
Slide 16 - Quizvraag
Er ............... eine Pizza.
A
bestellt
B
bestelt
C
bestellst
D
bestellen
Slide 17 - Quizvraag
Sie(ev)............... Englisch schwierig.
A
finden
B
find
C
finde
D
findet
Slide 18 - Quizvraag
Slide 19 - Tekstslide
arbeiten - Ich ..............in einer Fabrik.
Slide 20 - Open vraag
reden - Er ........ zu viel.
Slide 21 - Open vraag
finden - Wie ............ du Mathematik?
Slide 22 - Open vraag
kosten - Das Buch ........... zehn Euro.
Slide 23 - Open vraag
reiten - Wir ......... jeden Samstag.
Slide 24 - Open vraag
landen - Das Flugzeug ............ in Düsseldorf.
Slide 25 - Open vraag
Hoe ver ben ik?
A
Ik snap alles.
B
Ik snap het redelijk.
C
Ik snap het een beetje.
D
Ik snap het niet
Slide 26 - Quizvraag
het voltooid deelwoord
ge -
stam
- et
arbeiten - ge -
arbeit
- et
melden - ge -
meld
- et
Slide 27 - Tekstslide
warten - Ich habe lange ..................
Slide 28 - Open vraag
reden - Er hat zuviel ...............
Slide 29 - Open vraag
kosten - Das Haus hat viel ................
Slide 30 - Open vraag
Meer lessen zoals deze
HA2: Kapitel 5: woordenlijst A en werkwoorden
Maart 2021
- Les met
42 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Kapitel 6: stam d/t
Maart 2024
- Les met
17 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1,2
HA2: Kapitel 4: herhaling werkwoorden
Mei 2019
- Les met
27 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
regelmatige werkwoorden + d/t + ss/s/z/ß + n/m
Mei 2024
- Les met
44 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
regelmatige werkwoorden
September 2022
- Les met
23 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
HA3: regelmatige werkwoorden o.t.t.
September 2022
- Les met
29 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
HA2: herhaling werkwoorden
Mei 2020
- Les met
21 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Havo 2: regelmatige werkwoorden + d/t + ss/s/z/ß.
September 2024
- Les met
32 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2