Bronnen

1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Iemand die sporen uit het verleden onderzoekt heet een
A
rechercheur
B
inspecteur
C
archeoloog
D
spooroloog

Slide 4 - Quizvraag

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Wat voor soort bron is dit?
A
Ongeschreven bron
B
Geschreven bron

Slide 7 - Quizvraag

Wat voor soort bron is dit?
A
Ongeschreven bron
B
Geschreven bron

Slide 8 - Quizvraag

Wat voor soort bron is dit?
A
Ongeschreven bron
B
Geschreven bron

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Zoek een voorbeeld van een indirecte ongeschreven bron.

Slide 12 - Open vraag

Zoek een voorbeeld van een directe ongeschreven bron

Slide 13 - Open vraag

Waarom gebruiken we verschillende bronnen om het verleden te bestuderen?
A
Omdat niet elke bron even betrouwbaar is.
B
Omdat we houden van extra huiswerk.
C
Omdat sommige bronnen al niet meer bestaan.
D
Omdat alle bronnen door dezelfde personen gemaakt zijn.

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Hoe kijken de volgende personen hiernaar?
Oorlog meegemaakt
Oorlog niet meegemaakt

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Hoe kijken de volgende personen naar gesluierde vrouwen?
Een moslim
Een ongelovige

Slide 20 - Tekstslide

Hoe kijkt een moslim naar de gesluierde vrouwen en hoe kijken niet gelovigen?

Slide 21 - Open vraag

Opdrachten om mee te oefenen

Slide 22 - Tekstslide

Wat hoort bij prehistorie en wat hoort bij historie?
Sleep de gegevens naar het juiste vak.
Prehistorie
Historie
Geschreven bronnen
Ongeschreven bronnen

Slide 23 - Sleepvraag

Wat is een directe bron?
A
Een bron die direct gemaakt wordt.
B
Een bron gemaakt door iemand die er zelf bij was.
C
Een bron die later is gemaakt over een bepaalde tijd.
D
Een bron waar je water uit kunt drinken.

Slide 24 - Quizvraag

Is deze bron een voorbeeld van een directe of een indirecte bron?
A
directe bron
B
indirecte bron

Slide 25 - Quizvraag

Een Wikipedia pagina over Napoleon Bonaparte is een:
A
Indirecte bron
B
Directe bron

Slide 26 - Quizvraag

Welke vragen moet je stellen om erachter te komen of een bron betrouwbaar is?

Slide 27 - Open vraag

Lees de bron.
Is dit een directe of een indirecte bron?
A
Een indirecte bron, want de bron is gemaakt ver nadat de Egyptenaren leefden.
B
Een directe bron, want de bron is gemaakt in de tijd dat de Egyptenaren leefden
C
Een directe bron, want de bron is gemaakt ver nadat de Egyptenaren leefden
D
Een indirecte bron, want de bron is gemaakt in de tijd dat de Egyptenaren leefden

Slide 28 - Quizvraag

In de bron wordt een voorbeeld gegeven van een directe bron over de omgang met de dood door de Egyptenaren.
Welke bron is dat?

Slide 29 - Open vraag

Welke bronnen zijn betrouwbaarder? Directe of indirecte bronnen? Leg je antwoord uit!

Slide 30 - Open vraag

Je ziet Afrikaanse mensen met hun handen eten. 'Wat onfatsoenlijk', zul je misschien denken. In ons land is dat misschien zo. Maar op veel plaatsen in de wereld is het heel gewoon om de warme maaltijd met je handen te eten.

In dit voorbeeld gaat het om:
A
Je inleven in de godsdienst van mensen van Senegal
B
Je inleven in de gewoonten van mensen in Senegal
C
Je inleven in armoede van mensen in Senegal
D
Je inleven in de kennis van mensen in Senegal

Slide 31 - Quizvraag

Samenvattend
We hebben verschillende soorten bronnen:
  • Indirecte en directe bronnen.
  • Geschreven en ongeschreven bronnen.

Niet elke bron is bruikbaar voor historisch onderzoek en niet elke bron is even betrouwbaar. 

Om de betrouwbaarheid te achterhalen kun je drie vragen stellen:

1) Wanneer is de bron gemaakt?
2) Hoe is de maker van de bron aan zijn informatie gekomen?
3) Wat is de bedoeling van de maker van de bron?

Jouw eigen standplaats is bepalend voor hoe je naar een bron kijkt.


Slide 32 - Tekstslide