- Gespreksleider opent het open debat.
- Iedere spreker mag het woord vragen door te gaan staan, maar mag nooit zelf het woord nemen.
- De debatleider kijkt wie er staat en geeft het woord, om en om, aan een voor- en tegenstander.
- Sprekers moeten argumenten van tegenstanders weerleggen en eigen argumenten versterken.
- Tijdens het open debat maken teamleden aantekeningen welke gebruikt kunnen worden tijdens het debat of bij het voorbereiden van de eindspeech.