Nederland exporteert. Welk gevolg heeft dit voor de werkgelegenheid?
A
Werkgelegenheid neemt toe
B
Werkgelegenheid blijft gelijk
C
Werkgelegenheid neemt af
1 / 17
volgende
Slide 1: Quizvraag
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4
In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Nederland exporteert. Welk gevolg heeft dit voor de werkgelegenheid?
A
Werkgelegenheid neemt toe
B
Werkgelegenheid blijft gelijk
C
Werkgelegenheid neemt af
Slide 1 - Quizvraag
Een land heeft een gesloten economie, wat zegt dit over de im- en export
A
Dat het land een hoog overschot heeft op de betalingsbalans
B
Dat het land naar verhouding weinig in- en uitvoert ten opzichte van het nationaal inkomen
C
Dat het land in verhouding veel export en weinig import heeft.
D
Dat het land een groot deel van het nationaal inkomen verdient met export of besteedt aan import
Slide 2 - Quizvraag
De totale Nederlandse import van goederen was in dit jaar € 380 miljard. Bereken hoeveel procent van de totale import uit de top 5 importlanden kwam.
Slide 3 - Tekstslide
vul hier je antwoord uit vier in
Slide 4 - Open vraag
Roemenië maakt deel uit van de Europese Unie. Romenië drijft voornamelijk handel met andere EU-landen, maar is geen lid van de Europese Monetaire Unie (EMU). Abdel denkt dat het voor Roemenië gunstig zou zijn om lid te worden van de EMU. Noem een financieel voordeel voor Romeense bedrijven als Roemenië lid zou zijn van de EMU.
De Europese Centrale Bank (ECB) streeft naar een inflatiepercentage van ongeveer 2% in de landen met de euro. Een renteverlaging bij de ECB kan leiden tot een lagere rente bij de banken, waardoor de inflatie kan stijgen. Leg uit waarom een lagere rente kan leiden tot hogere inflatie.
Slide 7 - Open vraag
Op de wereldmarkt voor koffie hebben speculanten invloed op de prijzen. Speculanten kopen soms grote partijen koffiebonen op om ze later met winst door te kunnen verkopen. Hieronder staan drie economische verschijnselen. 1 aanbod op de wereldmarkt daalt 2 prijs op de wereldmarkt stijgt 3 koffie wordt opgeslagen
Slide 8 - Open vraag
Een vrouw in Bangladesh heeft een microkrediet afgesloten. Zij leent € 32 om een naaimachine en stof te kunnen kopen. Per week betaalt zij € 0,80 aan aflossing en € 0,10 aan rente. Zij betaalt alles netjes volgens afspraak terug. Hoeveel waren haar kredietkosten in procenten van het geleende bedrag? Schrijf de berekening op.
Slide 9 - Open vraag
In veel ontwikkelingslanden wordt weinig gespaard. Hierdoor gaat het met de economie steeds slechter.
Hieronder staan vijf stappen: 1 lage inkomens 2 weinig sparen 3 lage productie 4 weinig investeringen 5 weinig werkgelegenheid
Slide 10 - Open vraag
Kies in onderstaande zin het juiste woord. De overheid en alle instellingen die zorgen voor de sociale zekerheid, behoren tot de
A
collectieve sector
B
particuliere sector
Slide 11 - Quizvraag
Otto en Arno vinden het fijn dat ze in een land leven met veel collectieve goederen. ‘Zo profiteren wij ervan zonder dat het ons een cent kost’, zegt Otto. Arno is dit niet met hem eens. Geef een argument voor Arno om het niet met Otto eens te zijn.
Slide 12 - Open vraag
Eind 2016 was de Nederlandse staatsschuld nog iets meer dan 60% van het bbp (bruto binnenlands product). De overheid wil dat de staatsschuld onder de 60% van het bbp gaat uitkomen. Dat gebeurt als de overheid erin slaagt de schuld verder te verkleinen door erop aflossen. Ook als het bedrag van de staatsschuld niet lager wordt, kan hij binnen niet al te lange tijd onder de 60% van het bbp uitkomen. Geef hiervoor een verklaring:
Slide 13 - Open vraag
In 2017 betaalde de overheid gemiddeld 1,45% rente
over de staatsschuld.
Bereken hoe groot de staatsschuld in 2017 was.
Schrijf je antwoord voluit en rond af op hele euro’s.
Slide 14 - Tekstslide
vul hier je antwoord in
Slide 15 - Open vraag
Van de volgende bewering is er één juist. Welke is dat? A Aardgasbaten horen niet bij de rijksinkomsten. B Accijns is een kostprijsverhogende belasting. C Bedrijven houden vennootschapsbelasting in op het loon van hun werknemers. D Kostprijsverhogende belastingen noem je ook wel directe belastingen.
A
onjuist A, B, C, D
B
onjuist B, C, D
C
onjuist C, D
D
onjuist D
Slide 16 - Quizvraag
In Nederland worden mensen gemiddeld steeds ouder. Daardoor stijgt ook de leeftijd waarop je voor het eerst AOW ontvangt. Toch willen sommige politici dat de AOW-leeftijd weer 65 jaar wordt. Als dat gebeurt, verandert de verhouding tussen de aantallen actieven en inactieven. Welke gevolgen kan dit hebben voor de AOW-premies en voor de hoogte van de AOW-uitkeringen? Maak de zinnen kloppend door de juiste woorden te kiezen.