4K oefentoets H7

Oefentoets H7
Deze les ga je enkele vragen oefenen van H7. Het is mogelijk dat enkele van deze vragen in het PTA terug komen.
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Oefentoets H7
Deze les ga je enkele vragen oefenen van H7. Het is mogelijk dat enkele van deze vragen in het PTA terug komen.

Slide 1 - Tekstslide

De rijksoverheid is onze centrale overheid.
Noem de drie lagere overheden die er in ons land zijn.

Slide 2 - Open vraag

De rijksoverheid is onze centrale overheid.
Noem de drie lagere overheden die er in ons land zijn.


De provincies
Gemeenten
 Waterschappen

Slide 3 - Tekstslide

De overheid en alle instellingen die zorgen voor de sociale zekerheid, behoren tot de collectieve / particuliere sector.

Kies uit collectieve of particuliere

Slide 4 - Open vraag

De overheid en alle instellingen die zorgen voor de sociale zekerheid, behoren tot de collectieve / particuliere sector.
Collectieve sector

Slide 5 - Tekstslide

Otto en Arno vinden het fijn dat ze in een land leven met veel collectieve goederen. ‘Zo profiteren wij ervan zonder dat het ons een cent kost’, zegt Otto. Arno is dit niet met hem eens.
Geef een argument voor Arno om het niet met Otto eens te zijn.

Slide 6 - Open vraag

Otto en Arno vinden het fijn dat ze in een land leven met veel collectieve goederen. ‘Zo profiteren wij ervan zonder dat het ons een cent kost’, zegt Otto. Arno is dit niet met hem eens.
Geef een argument voor Arno om het niet met Otto eens te zijn.

De collectieve goederen kosten ons wel geld, want alle burgers betalen eraan mee via de belastingen.

Slide 7 - Tekstslide

Rick vraagt zich af of het beter zou zijn om het onderwijs te privatiseren.
Noem een mogelijk een mogelijk nadeel van privatisering van het onderwijs.

Slide 8 - Open vraag

Rick vraagt zich af of het beter zou zijn om het onderwijs te privatiseren.
  Noem een mogelijk een mogelijk nadeel van privatisering van het onderwijs.

Nadeel: De kosten worden voor de meeste gezinnen onbetaalbaar.

Slide 9 - Tekstslide

In de gemeente Vaals gingen de gemeentelijke heffingen in 2016 fors omhoog. Volgens een gemeenteraadslid was dit nodig omdat het begrotingstekort anders te veel zou oplopen.
Een ander gemeenteraadslid denkt dat het begrotingstekort ook op een andere manier beperkt had kunnen worden.
Wat had de gemeente ook kunnen doen om het begrotingstekort niet te laten stijgen?

Slide 10 - Open vraag

Wat had de gemeente ook kunnen doen om het begrotingstekort niet te laten stijgen?
Bezuinigen op de uitgaven.

Slide 11 - Tekstslide

Eind 2016 was de Nederlandse staatsschuld nog iets meer dan 60% van het bbp (bruto binnenlands product). De overheid wil dat de staatsschuld onder de 60% van het bbp gaat uitkomen. Dat gebeurt als de overheid erin slaagt de schuld verder te verkleinen door erop af te lossen.
Ook als het bedrag van de staatsschuld niet lager wordt, kan hij binnen niet al te lange tijd onder de 60% van het bbp uitkomen.
Geef hiervoor een verklaring.

Slide 12 - Open vraag

Eind 2016 was de Nederlandse staatsschuld nog iets meer dan 60% van het bbp (bruto binnenlands product). De overheid wil dat de staatsschuld onder de 60% van het bbp gaat uitkomen. Dat gebeurt als de overheid erin slaagt de schuld verder te verkleinen door erop af te lossen.
Ook als het bedrag van de staatsschuld niet lager wordt, kan hij binnen niet al te lange tijd onder de 60% van het bbp uitkomen.


 Als het bbp (meer) stijgt t.o.v. de staatsschuld, daalt het percentage.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

In 2017 betaalde de overheid gemiddeld 1,45% rente over de staatsschuld.

Bereken hoe groot de staatsschuld in 2017 was. Schrijf je antwoord voluit en rond af op hele euro’s.

Slide 15 - Open vraag

In 2017 betaalde de overheid gemiddeld 1,45% rente over de staatsschuld.
Bereken hoe groot de staatsschuld in 2017 was. Schrijf je antwoord voluit en rond af op hele euro’s.


€ 6.400.000.000 ÷ 1,45 x 100 = € 441.379.310.345.

Slide 16 - Tekstslide

Van de volgende bewering is er één juist. Welke is dat?
A
Aardgasbaten horen niet bij de rijksinkomsten.
B
Accijns is een kostprijsverhogende belasting.
C
Bedrijven houden vennootschapsbelasting in op het loon van hun werknemers.
D
Kostprijsverhogende belastingen noem je ook wel directe belastingen.

Slide 17 - Quizvraag