EWK economie H56 voorbereiden

Nederland exporteert. Welk gevolg heeft dit voor de werkgelegenheid?
A
Werkgelegenheid neemt toe
B
Werkgelegenheid blijft gelijk
C
Werkgelegenheid neemt af
1 / 12
volgende
Slide 1: Quizvraag
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Nederland exporteert. Welk gevolg heeft dit voor de werkgelegenheid?
A
Werkgelegenheid neemt toe
B
Werkgelegenheid blijft gelijk
C
Werkgelegenheid neemt af

Slide 1 - Quizvraag

Een land heeft een gesloten economie, wat zegt dit over de im- en export
A
Dat het land een hoog overschot heeft op de betalingsbalans
B
Dat het land naar verhouding weinig in- en uitvoert ten opzichte van het nationaal inkomen
C
Dat het land in verhouding veel export en weinig import heeft.
D
Dat het land een groot deel van het nationaal inkomen verdient met export of besteedt aan import

Slide 2 - Quizvraag

De totale Nederlandse import van goederen was in dit jaar € 380 miljard. Bereken hoeveel procent van de totale import uit de top 5 importlanden kwam.

Slide 3 - Tekstslide

vul hier je antwoord uit vier in

Slide 4 - Open vraag

Roemenië maakt deel uit van de Europese Unie. Romenië drijft voornamelijk handel
met andere EU-landen, maar is geen lid van de Europese Monetaire Unie (EMU). Abdel denkt dat het voor Roemenië gunstig zou zijn om lid te worden van de EMU.
Noem een financieel voordeel voor Romeense bedrijven als Roemenië lid zou zijn van de EMU.

Slide 5 - Open vraag

Turkije
nationaal inkomen € 798,5 miljard
waarde export € 162,9 miljard
waarde import € 214,7 miljard
Bereken de Importquote van Turkije

Slide 6 - Open vraag

De Europese Centrale Bank (ECB) streeft naar een inflatiepercentage van
ongeveer 2% in de landen met de euro. Een renteverlaging bij de ECB kan leiden tot een lagere rente bij de banken, waardoor de inflatie kan stijgen.
Leg uit waarom een lagere rente kan leiden tot hogere inflatie.

Slide 7 - Open vraag

Op de wereldmarkt voor koffie hebben speculanten invloed op de prijzen.
Speculanten kopen soms grote partijen koffiebonen op om ze later met winst door te kunnen verkopen.
Hieronder staan drie economische verschijnselen.
1 aanbod op de wereldmarkt daalt
2 prijs op de wereldmarkt stijgt
3 koffie wordt opgeslagen

Slide 8 - Open vraag

Een vrouw in Bangladesh heeft een microkrediet afgesloten. Zij leent € 32 om
een naaimachine en stof te kunnen kopen. Per week betaalt zij € 0,80 aan aflossing en € 0,10 aan rente. Zij betaalt alles netjes volgens afspraak terug.
Hoeveel waren haar kredietkosten in procenten van het geleende bedrag? Schrijf de berekening op.

Slide 9 - Open vraag

Otto en Arno vinden het fijn dat ze in een land leven met veel collectieve
goederen. ‘Zo profiteren wij ervan zonder dat het ons een cent kost’, zegt Otto. Arno is dit niet met hem eens.
Geef een argument voor Arno om het niet met Otto eens te zijn.

Slide 10 - Open vraag

In 2017 betaalde de overheid gemiddeld 1,45% rente
 over de staatsschuld.
 Bereken hoe groot de staatsschuld in 2017 was.
 Schrijf je antwoord voluit en rond af op hele euro’s.

Slide 11 - Tekstslide

vul hier je antwoord in

Slide 12 - Open vraag