In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
les 1 participatie door de levensfasen
Slide 1 - Tekstslide
Hoe zit je erbij?
Slide 2 - Tekstslide
vorige les....
Slide 3 - Tekstslide
planning
lesdoelen
eens of oneens (participatie verschillende levensfasen)
theoretisch gedeelte
uitleg samenwerkingsopdracht
keuze deel: licentie opdrachten of starten samenwerkingsopdracht
afsluiten van de les
Slide 4 - Tekstslide
lesdoelen
Kennis: Je kunt uitleggen wat levensfase afhankelijke participatie betekent en welke leeftijdsgebonden participatievormen we onderscheiden.
Begrip: Je kunt uitleggen hoe participatie verandert naarmate mensen ouder worden.
Slide 5 - Tekstslide
Participatie blijft hetzelfde voor mensen in verschillende levensfasen.
Slide 6 - Tekstslide
Jonge mensen doen vaker vrijwilligerswerk dan ouderen
Slide 7 - Tekstslide
Ouderen zijn minder snel geneigd om nieuwe apps en technologieën te gebruiken dan jongeren
Slide 8 - Tekstslide
Ouderen zijn meer betrokken bij lokale buurtactiviteiten dan jongeren
Slide 9 - Tekstslide
Jongeren gaan vaker naar evenementen en festivals dan ouderen
Slide 10 - Tekstslide
Voor studenten voelt het delen van memes en grappige content op sociale media net zo belangrijk als het deelnemen aan face-to-face sociale activiteiten
Slide 11 - Tekstslide
Weet jij het verschil tussen IQ en EQ?
Slide 12 - Open vraag
IQ en EQ
EQ: Iemands vermogen om emoties in zichzelf en bij anderen te herkennen en hier goed mee om te gaan.
IQ: Waarde die aangeeft hoe groot iemands vermogen is om informatie te begrijpen en toe te passen.
Slide 13 - Tekstslide
IQ en EQ
Er wordt in de psychologie een onderscheid gemaakt tussen de
cognitieve ontwikkeling: IQ sociaal emotionele ontwikkeling: EQ.
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Video
Leeftijdscategorieën
De levensfasen van de mens zijn onderzocht door de Deens-Amerikaanse psycholoog Erik Erikson (1902-1994).
Erikson zag de ontwikkeling van mensen als een levenslang proces. Hij onderscheidde in dit proces acht verschillende fasen.
Deze levensfasen zijn verbonden met participatie.
De manier waarop iemand participeert, de participatiebehoeften en de -mogelijkheden, verandert namelijk naarmate iemand ouder wordt.
Dit noemen we levensfase afhankelijke participatie.
Slide 17 - Tekstslide
een leven lang participeren
Zowel kinderen, jongeren als volwassenen doorlopen een sociaal-emotionele ontwikkeling. Als deze sociaal-emotionele ontwikkeling verstoord raakt, kan dit serieuze problemen opleveren voor iemand zijn deelname aan de participatiesamenleving.
kinderparticipatie
jongerenparticipatie
volwassenenparticipatie
Slide 18 - Tekstslide
uitgangspunten participatiesamenleving
Gelijkwaardigheid: ongeacht afkomst, gender, geloof, beperking of anderszins heeft iedereen in Nederland dezelfde rechten.
Solidariteit: er is sprake van acceptatie en betrokkenheid tussen mensen met en mensen zonder beperking.
Autonomie: zowel mensen met als zonder beperking maken zelfstandig beslissingen. Mocht dit niet lukken, dan hebben zij recht op ondersteuning.
Meedoen in de samenleving: iedereen, ongeacht beperking of leeftijd, doet mee in onze samenleving.
Slide 19 - Tekstslide
vrije keuze
timer
15:00
zelfstandig licentie opdrachten maken 1tm6
starten met de samenwerkingsopdracht
Slide 20 - Poll
samenwerkingsopdracht
vorm een tweetal
kies uit 1 van deze 3 onderwerpen: kinderparticipatie, jongerenparticipatie of volwassenenparticipatie
maak een presentatie met PowerPoint of Canva over dit onderwerp a.d.h.v. de informatie die je in je licentie kunt vinden.
benoem minstens 3 voorbeelden van participatie bij de levensfase