Les 6 Regie

Les 6: Regie
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Les 6: Regie

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  • Lesdoelen
  • Videofragment
  • Zelfregie
  • Participatiemaatschappij
  • Grenzen zelfredzaamheid
  • Begrippentest
  • Check lesdoelen
  • Afsluiting & Vooruitblik

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
Je kunt de definitie van de volgende begrippen benoemen: Regie & Zelfregie

Je kunt bij de begrippen regie en zelfregie een voorbeeld geven uit de eigen praktijk. 

Hoofdstuk 1.3  "Ondersteuningsproces" staat deze les centraal (Persoonlijk begeleider specifieke doelgroepen)

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Waar wordt er 'eigen regie' gestimuleerd?
A
Mevrouw de Jong drinkt een kopje koffie, voordat zij gaat douchen.
B
Mevrouw de Jong heeft contact met de buren.
C
Mevrouw de Jong wil nog graag wandelen, maar kan dit niet meer. Jij regelt een rollator.

Slide 5 - Quizvraag

De cliënt heeft een actieve rol
Daar passen de begrippen:
  • Zelfregie: Gaat om zelf bepalen en beslissingen nemen: 'Wat wil ik?'. 
  • Eigen kracht: Gaat om wat iemand zelf of samen met zijn omgeving kan: 'Wat kan ik?'
  • Zelfredzaamheid: Gaat om zelfstandig kunnen meedoen en zelf dingen kunnen regelen: 'Wat heb ik (nog) nodig?'
  • Eigen verantwoordelijkheid: Gaat om zelf moeten of mogen: 'Wat moet ik of wat mag ik zelf doen?'

Slide 6 - Tekstslide

Zelfregie
Je begeleiding is erop gericht dat een cliënt zo veel mogelijk de eigen regie blijft voeren over bepaalde taken: misschien eerst onder begeleiding, maar daarna weer mogelijk toch steeds zelfstandiger. Die aanpak past bij de uitgangspunten van de participatiemaatschappij

Slide 7 - Tekstslide

Participatiemaatschappij
Vanaf 2013 maakt de verzorgingsstaat via de zorgzame samenleving plaats voor de participatiemaatschappij. Dat betekent dat de overheid veel meer uitgaat van de eigen kracht en zelfredzaamheid van iedereen.

Opdracht: Ga naar boek PBSD Hoofdstuk 'Geschiedenis maatschappelijke zorg'. Lees paragraaf 'Van zorgzame samenleving naar participatiemaatschappij'. (10 min) Daarna krijg je een aantal vragen hierover. 
timer
1:00

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Link

'Nederland verandert in een 'doe-het-zelfmaatschappij'.

Juist of onjuist
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quizvraag

Iedereen moet meedoen, ofwel 'participeren'. Dat heeft een flink aantal voordelen.

Wat is GEEN voordeel, maar een nadeel.
A
Het is voor de overheid goedkoper
B
Iedereen doet naar vermogen en vanuit eigen kracht actief mee
C
Meer druk op mantelzorgers en vrijwilligers
D
Er zijn minder regels

Slide 11 - Quizvraag


Grenzen zelfredzaamheid
De zelfredzaamheid van cliënten heeft ook grenzen. 

In de praktijk blijkt het niet zo gemakkelijk om een beroep te doen op het sociale netwerk van zorgvrager: in negen van de 10 gevallen lukt dat niet.

Leg dit uit aan de hand van een voorbeeld.

Slide 12 - Tekstslide

Misvattingen zelfredzaamheid

Slide 13 - Tekstslide

Zelfregie?

Slide 14 - Tekstslide

Begrippen test
Docent noemt een naam van een student. Vervolgens draait de docent om de spinner. begrip die naar voren komt moet de student uitleggen.

Slide 15 - Tekstslide

Aan de slag


Maken opdrachten Werkboek:
  • Thema 1: Hoofdstuk 1.3 Ondersteuningsproces (Opdracht 1 + 2A + 2B)

  • Bereid je voor op de les door de volgende hoofdstukken te lezen:                                                                               Thema 2: Hoofdstuk 2.4 + 2.5


Slide 16 - Tekstslide

Ik kan de definitie van de volgende begrippen benoemen: Regie & Zelfregie

Ik kan kan bij de begrippen regie en zelfregie een voorbeeld geven uit de eigen praktijk.


Lesdoelen behaald? Laat dit weten aan de hand van de smileys
😒🙁😐🙂😃

Slide 17 - Poll