Praesens en imperfectum worden gevormd met de praesensstam
Het Grieks kent meet werkwoordstammen
In dit hoofdstuk leer je de aoristusstam.
Hiermee worden een verleden tijd, gebiedende wijs/imperativus en infinitivus gevormd.
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4
In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
De Aoristus
Praesens en imperfectum worden gevormd met de praesensstam
Het Grieks kent meet werkwoordstammen
In dit hoofdstuk leer je de aoristusstam.
Hiermee worden een verleden tijd, gebiedende wijs/imperativus en infinitivus gevormd.
Slide 1 - Tekstslide
De Aoristus
Let op: de Aoristus is op zichzelf géén tijd
De Aoristus is een aspect: de "vertelde tijd".
Verschil imperfectum - aoristus:
Imperfectum: de handeling is nog bezig.
Aoristus: de handeling gebeurt op het moment van vertellen of is afgerond op het moment van vertellen.
Slide 2 - Tekstslide
De SigmatischeAoristus
Bij veel werkwoorden wordt de aoristusstam gevormd door -σα (soms -σ) aan de praesensstam toe te voegen.
Vanwege de -σ- in alle vormen spreken we van een sigmatische aoristus.
De meest gebruikte vorm is de Indicativus Aoristus.
De indicativus = de aantonende wijs.
Slide 3 - Tekstslide
Vorming sigmatische aoristus
Slide 4 - Tekstslide
Aoristus van ε-werkwoorden (type ποιέω)
Bij de werkwoorden van het type ποιε- komt -σ(α)- achter de verlengde stamklinker: ἐποίησα.
Uitzonderingen op deze regel zijn:
καλέω, aor. ἐκάλεσα
δοκέω, aor. ἔδοξα.
Maar: ἐθέλω (geen ε-werkwoord!), aor. ἠθέλησα.
Slide 5 - Tekstslide
Medeklinkerstam
De stam van een werkwoord eindigt vaak op een medeklinker.
De combinatie van de σ van -σ(α)- met de eind-medeklinker van de werkwoordstam geeft de volgende veranderingen (vergelijk DATIVUS MEERVOUD MEDEKLINKERGROEP, Les 9):
Slide 6 - Tekstslide
Medeklinkerstam
medeklinker voorbeeld stam aoristus
π/β/φ/πτ + σ > ψ βλέπω βλεπ- ἔβλεψα
τύπτω τυπ- ἔτυψα
κ/γ/χ/ττ + σ > ξ διώκω διωκ- ἐδίωξα
λέγω λεγ- ἔλεξα
φυλάττω φυλαττ- ἐφύλαξα
τ/δ/θ/ζ + σ > σ νομίζω νομιδ- ἐνόμισα
πείθω πειθ- ἔπεισα (dus τ, δ, θ, ζ verdwijnen).
Slide 7 - Tekstslide
GEBRUIK AORISTUS
Er is verschil in betekenis tussen een vorm van de aoristusstam en een vorm van de praesensstam (= praesens en imperfectum). Door een aoristusstam te gebruiken stelt een spreker/schrijver een gebeurtenis of handeling (meestal) voor als afgesloten.
Slide 8 - Tekstslide
GEBRUIK AORISTUS
De gebeurtenis of handeling wordt gezien in zijn totaliteit (constaterend):
οἱ Τρῶες τῶν Ἀχαιῶν ἐκράτησαν de Trojanen hebben de Grieken overwonnen.
De schrijver wil benadrukken dat het κρατεῖν is afgesloten, en wel met de (geslaagde) overwinning van de Trojanen.
Slide 9 - Tekstslide
GEBRUIK AORISTUS
Door een praesens of imperfectum te gebruiken stelt een spreker/schrijver een gebeurtenis of handeling voor als niet-afgesloten.
Het gaat om een herhaalde handeling, gewoonte of achtergrondgebeurtenis:
Slide 10 - Tekstslide
GEBRUIK AORISTUS
οἱ Τρῶες τῶν Ἀχαιῶν ἐκράτουν de Trojanen waren bezig de Grieken te overwinnen.
Uit het imperfectum blijkt dat de schrijver (voorlopig) in het midden laat of de Trojanen erin slagen te overwinnen. Daardoor gaat de lezer zich afvragen: wat gebeurde er nog meer? Hoe liep het af?