Dagen van gras

les 12 januari
nakijken google form opdracht 2 en 3
nakijken setting & ruimte 
bespreken belangrijkste punten Dagen van gras
maken d-toets (classroom)
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 26 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

les 12 januari
nakijken google form opdracht 2 en 3
nakijken setting & ruimte 
bespreken belangrijkste punten Dagen van gras
maken d-toets (classroom)

Slide 1 - Tekstslide

nakijken opdracht 2 en 3 

Slide 2 - Tekstslide

antwoorden verhaal 2
1. Vergelijk verhaal 1 en 2 met elkaar. Benoem een terugkomend concreet motief.
Vliegen/vleugels.

2. Benoem een abstract motief dat je wel in het tweede verhaal, maar niet in het eerste verhaal bent tegengekomen: Overmoedigheid

Slide 3 - Tekstslide

antwoorden verhaal 2
3. Toch laat de olifant nog iets ‘vliegen’. Wat laat hij vliegen?

Zijn ‘zucht’ is zo hard, dat alle bladeren in de buurt beginnen te ritselen.

Slide 4 - Tekstslide

antwoorden verhaal 3
Kijk op de Wikipedia-pagina naar voorbeelden van het Cruijffiaans (onderaan). Welke uitspraak zou goed als thema bij dit verhaal passen? Geef in je uitleg een voorbeeld uit het verhaal.
Bijvoorbeeld:
‘Elk nadeel heb zijn voordeel’: hoewel de olifant door te knikken het slakkenhuis laat breken (nadeel), ziet de slak nu wel eindelijk in hoe leuk het is om een ‘raampje’ te hebben in zijn huisje (voordeel). 

Slide 5 - Tekstslide

setting & ruimte dvg
Plaats: platteland, Amsterdam, Bloemendaal
Tijd: nu
Omstandigheden: puber, zonder vader, alleen, ziek

Ruimte: De Dwars, boomhut, huis van opa

Slide 6 - Tekstslide

setting & ruimte hersenschimmen
Plaats: Amerika
Tijd: jaren '80
omstandigheden: pensioen, oud, aftakelen, winter

Ruimte: huis en om het huis (wandeling)

Slide 7 - Tekstslide


Dagen van gras

Philip Huff

Slide 8 - Tekstslide


Dagen van gras

is een verhaal van de achttienjarige Ben. Hij woont na zijn ontslag uit een psychiatrische kliniek in De Dwars, een steunwoning voor adolescenten. Hij blikt terug op zijn kindertijd en op hoe hij in De Dwars is beland.

Slide 9 - Tekstslide

belangrijkste personages
  • Ben van Deventer
  • Bens grootvader 
  • Bens moeder
  • Bens vader
  • Tom Samson
  • Anna

Slide 10 - Tekstslide

titel

De titel Dagen van gras is ontleend aan een album van de Nederlandse zanger Spinvis: Dagen van gras, dagen van stro.

Slide 11 - Tekstslide

Dagen van gras
verwijst naar
  • de kindertijd van Ben: hij leefde vroeger in dagen van gras, omdat hij op het platteland woonde.
  • de tijd waarin Ben drugs gebruikte. Met gras wordt het geestverruimende gras, de wiet, bedoeld.
  • de dagen die Ben zonder de lijfelijke aanwezigheid van zijn vader moet doorbrengen. ".... You can see me in the tall trees and the grass that surround you..." (afscheidsbrief van Bens vader)

Slide 12 - Tekstslide

fictie 
Dagen van gras is een fictief verhaal met de werkelijkheid als uitgangspunt. Dat komt terug in de verschillende ruimten, bijvoorbeeld:

Zwolle
Amsterdam
Engeland
Den Dolder

Het blijft een VERZONNEN verhaal.

Slide 13 - Tekstslide

vijf centrale onderwerpen/thema's/ motieven

  1. vriendschap
  2. psychose
  3. schizofrenie
  4. drugsgebruik
  5. muziek

Slide 14 - Tekstslide

toelichting schizofrenie en psychose
schizofrenie = 'gespleten geest' --> 
  • waanbeelden
  • stemmings- en gedragstoornissen
  • slaapproblemen
  • vaststelling na psychose
psychose = psychiatrische aandoening waarbij patiënt het normale contact met de werklijkheid (gedeeltelijk) kwijt is.

Slide 15 - Tekstslide

overkoepelende thema
  • Wat zou het overkoepelende thema kunnen zijn? Waar wil de schrijver je over na laten denken?
  • Het boek gaat over de volwassenwording van Ben. De schrijver wil je na laten denken over wat volwassenworden met schizofrenie zou kunnen betekenen voor je leven.

Slide 16 - Tekstslide

vijf centrale onderwerpen/thema's/motieven
  1. vriendschap
  2. psychose
  3. schizofrenie
  4. drugsgebruik
  5. muziek
Probeer voor elk onderwerp uit te leggen of het om een thema of om een motief van dit boek gaat.

Slide 17 - Tekstslide

motieven 
Noem een concreet motief en een abstract motief uit Dagen van gras en leg uit waarom het een concreet/abstract motief is.

Slide 18 - Tekstslide

opbouw
  • proloog + zeven genummerde hoofdstukken + epiloog
  • proloog: tegenwoordige tijd, ik-persoon stelt zich voor en kondigt aan zijn levensverhaal te gaan vertellen
  • hoofdstukken: verleden tijd, ik-persoon beschrijft zijn leven
  • epiloog: tegenwoordige tijd, je-vorm, gedetailleerde beschrijving wandeling naar Weldra

Slide 19 - Tekstslide

spanning

Door de volgende open plekken:
  • Hoe is Ben in De Dwars terechtgekomen?
  • Wat is er met hem gebeurd?
  • Hoe heeft dat kunnen gebeuren?
  • Tom

Slide 20 - Tekstslide

perspectief
  • ik-vorm en je-vorm wisselen elkaar af
  • je-vorm voornamelijk als Ben in een trip zit, ook in de epiloog

Slide 21 - Tekstslide

ontknoping
  • Ben probeert Tom te bellen en krijgt geen gehoor. Daarop belt hij zijn moeder. Pieter, de tuinman, neemt op: 
  •                     "Hoe bedoel je, met z'n tweeën?"
  • Anna doet Ben beseffen dat hij Tom verzonnen heeft door te zeggen dat zij ook zaken verzonnen heeft: 
  •                    "Uit woede. En uit verdriet. Omdat ik een boeman nodig had om                       te haten. Omdat ik me toe-eigende wat ik nodig had."

Slide 22 - Tekstslide

taal en stijl
  • spreektaal: stopwoordjes als 'man', 'ofzo' en 'echt' -->     "Man, mijn grootvader had het talent...."
  • platte woorden/krachttermen
  • metaforen: o.a. schaken
  • echtheid vergroten: "Of had ik dat al verteld?"
  • uitgebreide beschrijvingen van muziek (Beatles)

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Link

d-toets
Maak nu de d-toets uit de classroom

Slide 26 - Tekstslide