Leesstrategieën en leesdoelen havo 5 herhaling

Leesstrategieën en leesdoelen havo 5 herhaling
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Leesstrategieën en leesdoelen havo 5 herhaling

Slide 1 - Tekstslide

Hoofdgedachte en hoofdvraag
Hoofdgedachte is:.....
  • Tekst: boodschap van de schrijver
  • Alinea: Belangrijkste boodschap van de alinea
Hoofdvraag is:.....
  • Centrale vraag van de schrijver over het tekstonderwerp
Minimaal één examenvraag gaat hierover.



Slide 2 - Tekstslide

Opbouw van een alinea
Hoofdgedachte (kernzin) 
+
Extra informatie (uitleg/voorbeelden/bewijs)
-> Waar kennen we deze opbouw ook van?

Waar staat in de zin staat de hoofdgedachte meestal?
Onderwerp: gemeenschappelijke in een alinea

Slide 3 - Tekstslide

Waarom moet je dit weten?
Door de hoofdgedachte te weten:
  1. De tekst verdelen in fragmenten (Wat hoort bij wat)
  2. Sneller overzicht

Samen doornemen: Vraag 1 t/m 6, blz. 83

timer
15:00

Slide 4 - Tekstslide

Leesstrategieën
Wat zijn dat?
  • Manieren van lezen
Waarom moet je dit weten?

Slide 5 - Tekstslide

THEORIE leesstrategieën

Slide 6 - Tekstslide

Leestrategieën

Slide 7 - Tekstslide

Lezen in 3 rondes
Ronde 1: Titel-Inleiding-Slot
(Betoog-Beschouwing-Uiteenzetting)
Ronde 2: De eerste zin van elke alinea (evt. 2e zin / laatste zin). Doel: rode draad van de tekst.
Ronde 3: Alle zinnen studerend en analyserend lezen

Globaal -> Precies -> Kritisch

Slide 8 - Tekstslide

Lezen in 3 rondes: gidsende zinnen
Zinnen die de lezer door de tekst gidsen
1. Aankondigende zinnen
2. Samenvattende of concluderende zinnen
3. Scharnierende zinnen= combi
Welke vragen zijn er?                              Mensen zijn dus al heel lang 
Er zijn 4 overeenkomsten.                                    hiernaar op zoek.
We hebben nu de oorzaken gevonden, nu de oplossingen.

Slide 9 - Tekstslide

Wat gaan we nu doen?
CE: leesvaardigheid en schrijfvaardigheid->
Je kunt aangeven welke doelen er zijn en welke tekstsoorten daarbij horen.
Je kunt vertellen welke verbanden signaalwoorden aangeven.
Je analyseert alinea's op signaalwoorden en verbanden.
Je oefent je werkwoordspelling en kennis over verwijswoorden.

Slide 10 - Tekstslide

Doel + Soort
Vul de tabel in.
Gebruik eventueel blz. 41 en 42 van de Examenbundel.

We bespreken de tabel over 5 minuten.


Slide 11 - Tekstslide

Aan de slag!
Maak oefening 3.1 (blz. 49)
Welke signaalwoorden worden gebruikt?
Welk verband geeft het signaalwoord aan?
Kijk zelf na.

Op Quizlet oefenen:
timer
15:00

Slide 12 - Tekstslide

Les 2:
Maak oefening 3.1 (blz. 49)
Welke signaalwoorden worden gebruikt?
Welk verband geeft het signaalwoord aan?
Klaar? 
Maak oefening 5.1 (blz. 91), 5.3 (blz. 99)-> Zelf nakijken

Op Quizlet oefenen:
timer
15:00
Studieplanner!!!
Sonny lezen t/m blz. 158

Slide 13 - Tekstslide

Quizlet
Functiewoorden en kernwoorden:
Vaak worden dezelfde kernwoorden in het CE gebruikt dus handig als je weet wat de kernwoorden betekenen.
Er worden meestal 3 a 4 vragen gesteld over de functies van een bepaalde alinea dus deze functies moet je (her)kennen.

Slide 14 - Tekstslide