Zintuigen kunstwerk - leerjaar 2 - G&G

Zintuigen: Ontdek hoe je de wereld om je heen waarneemt
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Zintuigen: Ontdek hoe je de wereld om je heen waarneemt

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het einde van deze les weet je hoe onze zintuigen werken en hoe we informatie uit de wereld om ons heen waarnemen.

Aan het einde van deze 2 lessen heb je in een groep van 3-4 personen een kunstwerk gemaakt waarbij minimaal 4 zintuigen benut worden (horen, zien, ruiken, voelen en proeven).

Slide 2 - Tekstslide

Leg kort uit wat het doel van de les is en waarom dit belangrijk is om te weten.
Wat weet jij al over zintuigen en waarneming?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

De zintuigen

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn zintuigen?
Zintuigen zijn de manier waarop ons lichaam informatie ontvangt en verwerkt uit de wereld om ons heen.

Slide 5 - Tekstslide

Leg uit wat zintuigen zijn en hoe ze werken. Laat eventueel voorbeelden zien van zintuigen, zoals ogen, oren en neus.
5 zintuigen en hersenen

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De vijf zintuigen

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zien
Onze ogen zijn het belangrijkste zintuig om te kunnen zien. Licht komt via de pupil binnen en wordt op het netvlies omgezet in signalen die naar de hersenen gestuurd worden.

Slide 8 - Tekstslide

Leg uit hoe het zintuig zien werkt en laat eventueel een afbeelding zien van het oog.
Waarneming/ ogen

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Horen
Onze oren zijn het belangrijkste zintuig om te kunnen horen. Geluidsgolven worden opgevangen door het oor en omgezet in signalen die naar de hersenen gestuurd worden.

Slide 10 - Tekstslide

Leg uit hoe het zintuig horen werkt en laat eventueel een afbeelding zien van het oor.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ruiken
Onze neus is het belangrijkste zintuig om te kunnen ruiken. Geurdeeltjes worden opgevangen door het neusslijmvlies en omgezet in signalen die naar de hersenen gestuurd worden.

Slide 12 - Tekstslide

Leg uit hoe het zintuig ruiken werkt en laat eventueel een afbeelding zien van de neus.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Proeven
Onze tong is het belangrijkste zintuig om te kunnen proeven. Smaakpapillen op de tong nemen smaken waar en sturen signalen naar de hersenen.

Slide 14 - Tekstslide

Leg uit hoe het zintuig proeven werkt en laat eventueel een afbeelding zien van de tong en de smaakpapillen.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voelen
Onze huid is het belangrijkste zintuig om te kunnen voelen. De huid bevat verschillende soorten zenuwuiteinden die druk, temperatuur en pijn waarnemen en signalen naar de hersenen sturen.

Slide 16 - Tekstslide

Leg uit hoe het zintuig voelen werkt en laat eventueel een afbeelding zien van de huid en de verschillende zenuwuiteinden.
De huid

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel lagen heeft de huid?
A
1 laag
B
3 lagen
C
4 lagen
D
2 lagen

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zintuigen in actie
Nu je weet hoe onze zintuigen werken, laten we eens kijken hoe ze samenwerken om informatie uit de wereld om ons heen te verzamelen.

Slide 19 - Tekstslide

Geef een voorbeeld van hoe de zintuigen samenwerken, bijvoorbeeld bij het zien en reageren op een bal die op je af komt rollen.
Hoe verzamelen onze zintuigen informatie uit de wereld om ons heen?
A
Door onafhankelijk te werken
B
Door elkaar tegen te werken
C
Door te concurreren
D
Door samen te werken

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zintuigen in kunst
Kunstenaars gebruiken vaak zintuigen om hun werk te maken. Bekijk samen enkele kunstwerken en bespreek welke zintuigen er gebruikt worden.

Slide 21 - Tekstslide

Kies enkele kunstwerken uit waarbij zintuigen een belangrijke rol spelen, zoals een schilderij met heldere kleuren of een sculptuur met ruwe texturen.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk zintuig wordt gebruikt om de geur van een boeket bloemen te ruiken?
A
Tastzintuig
B
Gehoorzintuig
C
Smaakzintuig
D
Reukzintuig

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk zintuig wordt gebruikt om de textuur van een sculptuur te voelen?
A
Reukzintuig
B
Gehoorzintuig
C
Tastzintuig
D
Smaakzintuig

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk zintuig wordt gebruikt om de kleur van een kunstwerk te zien?
A
Gehoorzintuig
B
Reukzintuig
C
Smaakzintuig
D
Gezichtszintuig

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zintuigen en emoties
Onze zintuigen kunnen ook invloed hebben op onze emoties. Hoe voel je je bij bepaalde geuren, smaken of geluiden? Bespreek dit met elkaar.

Slide 26 - Tekstslide

Stel vragen aan de leerlingen over hoe bepaalde zintuigen invloed hebben op hun emoties en bespreek dit met elkaar.
Op welke manier kunnen onze zintuigen invloed hebben op onze emoties?
A
Door emoties te beïnvloeden
B
Door geuren, smaken of geluiden
C
Door onze gedachten te beïnvloeden
D
Door ons lichaam te beïnvloeden

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zintuigen en veiligheid
Onze zintuigen helpen ons ook bij het veilig blijven. Denk maar aan het horen van een auto die aan komt rijden of het ruiken van gas. Bespreek samen hoe onze zintuigen ons veilig houden.

Slide 28 - Tekstslide

Stel vragen aan de leerlingen over hoe bepaalde zintuigen ons veilig kunnen houden en bespreek dit met elkaar.
Mensen met beperkte zintuigen zijn minder veilig
Eens, omdat ze minder signalen krijgen
Oneens, ze hebben andere compensatiemechanismen
Eens, sociale hulp is vaak nodig
Oneens, iedereen kan leren omgaan met beperkingen

Slide 29 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Zintuigen zijn de beste manier om gevaar te detecteren en te vermijden
Eens, want het is instinctief
Eens, wetenschappelijk aangetoond
Oneens, technologie is betrouwbaarder
Oneens, zintuigen kunnen fouten maken

Slide 30 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Zintuigen en dieren
Ook dieren hebben zintuigen om informatie uit de wereld om hen heen te verzamelen. Bekijk samen enkele dieren en bespreek welke zintuigen zij gebruiken.

Slide 31 - Tekstslide

Kies enkele dieren uit waarbij zintuigen een belangrijke rol spelen, zoals een speurhond met een goed reukvermogen of een vleermuis die met geluiden navigeert.
Welk zintuig gebruiken slangen om hun prooi op te sporen?
A
Reukvermogen
B
Warmtezintuig
C
Gezichtsvermogen
D
Gehoorvermogen

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk zintuig gebruiken haaien om hun prooi op te sporen?
A
Smaakvermogen
B
Reukvermogen
C
Gehoorvermogen
D
Gezichtsvermogen

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik
Wat heb je vandaag geleerd over zintuigen en waarneming? Bespreek dit kort met elkaar.

Hoe zou je de vijf zintuigen kunnen combineren in een kunstwerk? 

Slide 34 - Tekstslide

Bespreek kort wat er vandaag geleerd is over zintuigen en waarneming. Laat eventueel enkele leerlingen aan het woord.
Zintuigen zijn essentieel voor waarneming.
Eens, zonder zintuigen geen waarneming.
Oneens, er zijn ook andere manieren van waarnemen.
Eens, zintuigen zijn belangrijk maar de hersenen spelen ook een rol.
Oneens, er zijn gevallen van mensen zonder zintuigen die toch kunnen waarnemen.

Slide 35 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Moderne kunst
Klassieke kunst

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Moderne kunst:
- Felle kleuren
- Alles kan worden afgebeeld

- Lijkt niet op werkelijkheid
- Kunst is voor iedereen
- Werkstukken zijn sneller klaar
-Veel meer mogelijk en weinig beperkingen

Klassieke kunst:
- Natuurlijke kleuren
- Bijbels, portretten en landschappen
- Realistisch en natuurgetrouw
- Vooral voor de rijken
- Een werk duurt maanden
- Mensen worden rustig afgebeeld in nette kleding

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een beeldend proces/tips:
• Bekijk voorbeelden van verschillende kunstenaars
• Begin met het maken van schetsen of zet je ideeën in een woord-of plaatjesweb
• Verzamel alles en leg het naast elkaar
• Laat je inspireren door anderen!
• Neem af en toe even afstand van je werk dan heb je een beter overzicht op wat je aan het maken bent.

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vijf elementen in de kunst:
Beeldaspecten zijn 'Ruimte’, 'Kleur', ‘Vorm’, ‘Textuur' en ‘Compositie. In elk kunstwerk kun je deze aspecten terugvinden. Deze elementen vormen samen niet alleen de uitvoering van het werk, maar ook het gevoel dat je erbij krijgt en het verhaal dat het vertelt. Bij het maken van een kunstwerk vormen de elementen het ‘geraamte’ waarmee en waaraan gebouwd en gesleuteld kan worden. 

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Start kunstwerk zintuigen
Maak een groep van 3 of 4 personen en haal bij de docent een schilderdoek op.
Maak op A4 een schets van je kunstwerk en verzamel de materialen. Denk aan ruimte, kleur, vorm, textuur en compositie.
Maak in maximaal één lesuur een kunstwerk waarin minimaal 4 (van de 5) zintuigen terug te vinden zijn. Je moet dus iets kunnen zien, horen, ruiken, voelen en/of proeven!

Slide 40 - Tekstslide

Rond de les af en geef eventueel huiswerk mee over zintuigen en waarneming.
Beantwoord bij je presentatie de volgende vragen:
Valt jullie kunstwerk binnen de moderne of klassieke stroming? Hoe zien we dat?
Hoe zien we de aspecten van kunst terug in jullie werk? Gebruik de begrippen 'Ruimte’, 'Kleur', ‘Vorm’, ‘Textuur' en ‘Compositie'
Wat gebeurt er in het brein van de persoon die het kunstwerk bekijkt?

Slide 41 - Tekstslide

Rond de les af en geef eventueel huiswerk mee over zintuigen en waarneming.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 42 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 43 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 44 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.