publiek / doelgroep: de mensen voor wie een tekst bedoeld is
onderwerp: waar de tekst over gaat
bron: het medium (website, tijdschrift, boek, ...) waar de tekst gepubliceerd is
taalgebruik: woordkeuze, zinsbouw en toon van de tekst
jargon: vaktaal / vaktermen
jongerentaal: informeel (niet zakelijk), modewoorden, Engels, straattaal
vormgeving / lay-out: hoe de tekst eruit ziet. Dus onder andere: lettertype, lettergrootte, plaatjes, pagina-indeling. Ander woord: opmaak