kader 2 4.l3

H4 'Mens en machine'


cursus 4.3 'naar een ander soort samenleving'



Tijdvak 8: Tijd van burgers en stoommachines (1800-1900)

Periode: Moderne Tijd

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

H4 'Mens en machine'


cursus 4.3 'naar een ander soort samenleving'



Tijdvak 8: Tijd van burgers en stoommachines (1800-1900)

Periode: Moderne Tijd

Slide 1 - Tekstslide

Herhaling lesdoelen 4.2

Slide 2 - Tekstslide

Wat betekent huisnijverheid?
A
Het thuis maken van goederen door boeren of ambachtslieden
B
Het thuis maken van goederen door machines
C
Het maken van goederen door machines in fabrieken
D
Het maken van goederen door mensen in fabrieken

Slide 3 - Quizvraag

Wat betekent industriële revolutie?
A
Grote verandering waarbij veel mensen in fabrieken gingen werken
B
Grote verandering waarbij veel mensen op het platteland gingen werken

Slide 4 - Quizvraag

Noem 3 gevolgen van de uitvinding van de stoommachine.

Slide 5 - Open vraag

Waar haalden mensen voor de stoommachine energie vandaan? Geef 3 voorbeelden.

Slide 6 - Open vraag

Lesdoelen 4.3
  •  Je kunt het begrip industriele samenleving uitleggen.


  • Je kunt het begrip urbanisatie of verstedelijking uitleggen.


  • Je kunt aan de hand van 2 voorbeelden uitleggen hoe het leven van de fabrieksarbeiders was.

 

  • Je kunt uitleggen waarom er veel kinderarbeid voor kwam in de fabrieken.

Slide 7 - Tekstslide

Naar een andere soort samenleving
Landbouwstedelijke samenleving (3000 v.c-1800)

De meeste mensen
wonen en werken
op het platteland,
een deel woont in
steden.

Slide 8 - Tekstslide

Naar een ander soort samenleving
Industriele samenleving (1800-1900)

Meer dan de helft
van alle mensen
wonen in steden.
Industrie in belang-
rijk

Slide 9 - Tekstslide

Dit noem je urbanisatie of verstedelijking 

Slide 10 - Tekstslide

Bekijk de afbeeldingen.
noem 3 veranderingen
die je ziet.

Slide 11 - Open vraag

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Wat betekent urbanisatie/verstedelijking?

Slide 14 - Open vraag

Slide 15 - Video

Noem 2 voorbeelden van de slechte omstandigheden waar de arbeiders mee te maken hadden.

Slide 16 - Open vraag

Waarom worden er vooral kinderen aan het werk gezet in fabrieken?

Slide 17 - Open vraag

Aan de slag
Maken:

Nakijken cursus 4.2! Daarna: 

  • Cursus 4.3 blz. 20 t/m 25 opdr. 3, 4, 5, 9, 10, 11, 12
  • Begrippen en betekenissen



    Slide 18 - Tekstslide