Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Homophones 2
HOMOPHONES
Klinkt hetzelfde
Sounds the same
Andere betekenis
DIFFERENT MEANING
Vaak anders geschreven
Written differently
Voorbeeld/ Example: .............................?
1 / 35
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Engels
MBO
Studiejaar 1
In deze les zitten
35 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
20 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
HOMOPHONES
Klinkt hetzelfde
Sounds the same
Andere betekenis
DIFFERENT MEANING
Vaak anders geschreven
Written differently
Voorbeeld/ Example: .............................?
Slide 1 - Tekstslide
Sea
See
Slide 2 - Sleepvraag
eyes
ice
Slide 3 - Sleepvraag
eight
ate
Slide 4 - Sleepvraag
Then en Than
Than - dan ( in vergelijkingen)
Then - toen ; op dat moment
Slide 5 - Tekstslide
......, it's time for tea
A
Then
B
Than
Slide 6 - Quizvraag
I am stronger ... you.
A
then
B
than
Slide 7 - Quizvraag
Where - were - we're
Where - waar ( welke plaats; plek)
Were - was; waren ( verleden tijd van
to be
)
We're - korte vorm van
we are
( wij zijn)
Slide 8 - Tekstslide
...... are you?
A
Were
B
Where
C
We're
Slide 9 - Quizvraag
We .....away last week
A
were
B
where
C
we're
Slide 10 - Quizvraag
.......at home.
A
Where
B
We're
C
Were
Slide 11 - Quizvraag
its en it's
its - bezittelijk voornaamwoord
it’s = it is (verkorte vorm)
Slide 12 - Tekstslide
The dog is chasing .......own tail
A
it's
B
its
Slide 13 - Quizvraag
..... a funny dog
A
It's
B
Its
Slide 14 - Quizvraag
their / they’re / there
their - bezittelijk voornaamwoord
they’re = they are (verkorte vorm)
there - het Nederlands: 'daar'
Slide 15 - Tekstslide
Most students bring ..... own lunch to school.
A
their
B
they're
C
there
Slide 16 - Quizvraag
....... always hungry around noon.
A
Their
B
They're
C
There
Slide 17 - Quizvraag
I live over ....
A
there
B
their
C
they're
Slide 18 - Quizvraag
What is ... problem?!
A
there
B
they're
C
their
Slide 19 - Quizvraag
your / you’re
your - bezittelijk voornaamwoord
you’re = you are (verkorte vorm )
Slide 20 - Tekstslide
... welcome.
A
You're
B
Your
Slide 21 - Quizvraag
I like ...... sunglasses.
A
your
B
you're
Slide 22 - Quizvraag
.......very handsome wearing those sunglasses.
A
You're
B
Your
Slide 23 - Quizvraag
whose / who’s
whose - bezittelijk voornaamwoord
who’s = who is (verkorte vorm)
Slide 24 - Tekstslide
....... phone is this?
A
Whose
B
Who's
Slide 25 - Quizvraag
....... he talking to?
A
Who's
B
Whose
Slide 26 - Quizvraag
which / witch
which - in het Nederlands: 'welk(e)' / 'die', 'dat'
witch - in het Nederlands: 'heks'
Slide 27 - Tekstslide
......... of these houses is yours?
A
Which
B
Witch
Slide 28 - Quizvraag
I heard a story about a ...... living in that house.
A
wich
B
witch
Slide 29 - Quizvraag
This is a song ...... makes you happy.
A
which
B
witch
Slide 30 - Quizvraag
There is more
Practice makes perfect
Slide 31 - Tekstslide
Did you ... the news?
A
here
B
hear
Slide 32 - Quizvraag
I would like to ... a new car.
A
buy
B
by
Slide 33 - Quizvraag
Please ... my apology.
A
except
B
accept
Slide 34 - Quizvraag
You are ... kind.
A
to
B
too
C
two
Slide 35 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
Homophones
Oktober 2023
- Les met
28 slides
Engels
MBO
Studiejaar 1
Grammar pitfalls
Juni 2021
- Les met
36 slides
Engels
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
PITFALLS
Juni 2024
- Les met
37 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
M2A SS7 PTO 4 recap II
Augustus 2023
- Les met
41 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
M2A SS7 PTO 4 recap II
5 dagen geleden
- Les met
41 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
HM2A SS7 PW4 Recap II
Juni 2024
- Les met
43 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Reading (last) & homophones
Juni 2021
- Les met
32 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Pitfalls
April 2024
- Les met
35 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 2,3