T2B2 - Geslachtelijke voortplanting

Thema 2: Voortplanting
Basisstof 2: Geslachtelijke voortplanting
(deel 1: meiose)
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 25 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Thema 2: Voortplanting
Basisstof 2: Geslachtelijke voortplanting
(deel 1: meiose)

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen?
  • Leerdoelen doornemen
  • Uitleg basisstof 2: Geslachtelijke voortplanting
  • Aan het werk! 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
2.2.1 Je kunt uitleggen hoe door meiose geslachtscellen worden gevormd en hoe de bevruchting verloopt.

2.2.2 Je kunt uitleggen hoe de geslachtelijke voortplanting bij planten met bloemen verloopt.

2.2.3 Je kunt de bouw, werking en functie van de voortplantingsorganen van de mens beschrijven.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Celfusie
Geslachtelijke voortplanting wordt gekenmerkt door het versmelten van twee (geslachts)cellen en diens genetische informatie uit de kern.

De nieuwe cel bevat dus een dubbel aantal chromosomen.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Haploïd/ diploïd
Geslachtscellen
van elk chromosoom één exemplaar (haploïd)

Na bevruchting (dus in elke lichaamscel): van elk chromosoom 2 exemplaren (diploïd) --> chromosomenpaar

Bij de mens geldt: 2n=46
n = aantal chromosomen in een haploïde cel.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Diploïd en haploïd
  • Diploïde cel --> elk chromosoom komt in een lichaamscel cel voor in paren (2n) 
  • Haploïde cel--> elk chromosoom komt in de cel slechts één keer voor (n). Dit is bij de geslachtscellen. 
  • Zygote --> bevruchte eicel = 2n                                     Want n + n = 2n (zaadcel + eicel = zygote)



Lichaamscel = somatische cel
Geslachtscel = gameet

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

diploïd/haploïd
diploïd
haploïd
celtype
lichaamscel
geslachtscel
afk.
2n
n
chromo-somen
in paren
enkel
cel
lichaam
zaad/ei
deling
mitose
meiose
mens
46
23

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Door meiose ontstaan geslachtscellen
  • Meiose 1: chromatiden verdubbelen, chromosomenparen uit elkaar (met dubbele streng).

  • Meiose 2: 2 cellen met half chromosomenpaar, chromatiden gaan uit elkaar en je krijgt 4 cellen met 1 streng.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spermacellen
  • De teelballen bevatten sterk gekronkelde zaadbuisjes 

  • Aan de binnenkant van deze buisjes liggen cellen die zich delen, waardoor spermacellen ontstaan.

  • 1 cel wordt 4 spermacellen 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inwendig geslachtsorganen
Balzak: bevat de teelballen en bijballen 
  • lagere temperatuur dan in de buikholte (beter voor de ontwikkeling van zaadcellen)

Teelballen/zaadballen: aanmaak zaadcellen
Bijballen: opslag zaadcellen



Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

zaadlozing
- zaadleiders: vervoeren zaadcellen van bijballen richting prostaat
- zaadblaasjes: voegen vocht toe
- prostaat: voegt ook vocht toe
Het vocht met de spermacellen heet sperma
- Sperma in de urine buis
- Sperma via de eikel uit de penis

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zaadcel of Spermacel
Een spermacel heeft een kop en een zweepstaart.
Met de zweepstaart kan hij zich voortbewegen, om een eicel te zoeken om te bevruchten.
! een spermacel kan zo'n 3-5 dagen overleven in een vrouw
Mannen kunnen tot op hoge leeftijd sperma produceren. 


Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eicellen

Slide 14 - Tekstslide

https://www.bioplek.org/animaties/voortplanting/ovariumx.html
Spermacel vs zaadcel
  • Eicel groter dan zaadcel 
  • Zaadcel kan zwemmen eicel niet
  • Zaadcel haalt reservevoeding uit voedingstoffen en vocht van de zaadblaasjes/prostaat
  • Zwemmen met staart naar eicel
  • Afwijkende vorm zaadcel = minder vruchtbaar man
  • Spermacel en eicel zijn uit meiose ontstaan
  • Als de eicel bevrucht is dan mitose

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eicellen 
  • Ontstaan in ovaria (eierstokken): oögenese
  • Pre-eicellen allemaal aanwezig bij geboorte
  • Rijpen in een blaasje (follikel)
  • Delingen niet zoals bij spermatogenese -> eicel + poollichaampje
  • meiose II na bevruchting


Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vruchtbare periode
Na de ovulatie blijven eicellen 12 tot 24 uur in leven.

Als in deze periode geen bevruchting plaatsvindt, sterft de eicel af en wordt afgebroken. 

Buiten het lichaam gaan spermacellen na ongeveer vijf minuten dood. In het lichaam van een vrouw leven ze meestal zo’n 24 tot 48 uur, maar sommige spermacellen overleven tot wel vijf dagen.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bevruchting
Bevruchting = eicel + zaadcel -> versmelten

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

bevruchting
Bevruchting
Bevruchting = het versmelten van de kernen van de zaadcel en eicel

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De bevruchting vindt plaats in de eileiders, na de ovulatie (eisprong).

Na de bevruchting:
  • Delen
  • Naar baarmoeder
  • Innesteling

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tweeling
twee-eiige tweeling
eeneiige tweeling
Siamese tweeling

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voortplanting plant

Een plant kan zich ook geslachtelijk voortplanten.

Zaadcellen?
Eicellen?
''kind''?

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soorten bestuiving
  • Zelfbestuiving: Stuifmeel op stempel van dezelfde plant
  • Kruisbestuiving: Stuifmeel op stempel van een andere plant
  • Veredeling: Geselecteerde gewassen kruisen om nakomelingen met gewenste eigenschappen te krijgen 

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Levenscyclus van een zaadplant

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan het werk!
  • Wat: basisstof 2: opdr. 13 t/m 22
  • Hoe: Tweetal, fluisteren
  • Hulp: Kijk in je boek/binas/steek je vinger op
  • Klaar: Nakijken + verbeteren + basisstof 3 doorlezen
  • Uitkomst: Basisstof 1 en 2 van thema 2 zijn af
timer
15:00

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies