In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Onderdelen in deze les
Start geen nieuwe vergadering
Accepteer
in LessonUp c
deze les. Als het c kan op een 2e device.
Welkom wiskunde!
Stel je camera, microfoon en profielfoto goed in.
bij
We gaan zo starten.
REGEL:
chat alleen voor
vragen en antwoorden!
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen-formulier
uitdelen
Telefoon bij de hand!
H4: Grafieken en vergelijkingen
Evenredig en omgekeerd evenredig
Allerlei formules en grafieken
Gelijkwaardige formules
Vergelijkingen oplossen
Wat gaan we doen?
Wat ga je leren?
Theorie: 4.1
Wat moet je doen?
Slide 2 - Tekstslide
Wat ga je leren?
Aan het einde van deze les:
- ken je een recht evenredig verband en weet je welke grafiek erbij hoort -> rechte lijn
- ken je een omgekeerd evenredig verband en weet je welke grafiek hierbij hoort -> hyperbool
Slide 3 - Tekstslide
0
Slide 4 - Video
0
Slide 5 - Video
rechtevenredig
Slide 6 - Tekstslide
omgekeerd evenredig
Slide 7 - Tekstslide
wrap-up
evenredig:
rechte lijn door de oorsprong
begingetal 0
formule H=getal x variabele
twee keer zo groot, twee keer zo groot
omgekeerd evenredig:
hyperbool
twee keer zo groot, twee keer zo klein
variabele x H= getal of met breuk
Slide 8 - Tekstslide
A
Evenredig verband
B
Omgekeerd evenredig verband
Slide 9 - Quizvraag
A
Evenredig verband
B
Omgekeerd evenredig verband
Slide 10 - Quizvraag
A
Evenredig verband
B
Omgekeerd evenredig verband
Slide 11 - Quizvraag
A
recht evenredig
B
omgekeerd evenredig
C
niet evenredig
D
geen idee
Slide 12 - Quizvraag
A
Evenredig verband
B
Omgekeerd evenredig verband
Slide 13 - Quizvraag
Welk soort evenredigheid?
A
Recht evenredig
B
Niet evenredig
C
Omgekeerd evenredig
Slide 14 - Quizvraag
A
recht evenredig
B
omgekeerd evenredig
C
niet evenredig
D
geen idee
Slide 15 - Quizvraag
Welk soort evenredigheid?
A
Recht evenredig
B
Niet evenredig
C
Omgekeerd evenredig
Slide 16 - Quizvraag
A
Recht evenredig verband
B
Kwadratisch verband
C
Omgekeerd evenredig verband
D
Wortelverband
Slide 17 - Quizvraag
y = 5x is een:
A
Machtsverband
B
Rechtevenredig verband
C
Omgekeerd evenredig verband
D
Exponentieel verband
Slide 18 - Quizvraag
Welke van deze lijnen is rechtevenredig?
A
lijn 1
B
lijn 2
C
lijn 3
D
geen van allen
Slide 19 - Quizvraag
Welke formule hoort bij een rechtevenredig verband?
A
y = 3x - 6
B
3x + y = 9
C
y = 3x
D
y=3/x
Slide 20 - Quizvraag
Jan en Karin hebben beide hun eigendommen bij Budget Verzekeringen ondergebracht. De kosten van een huisverzekering is rechtevenredig met de waarde van de verzekerde zaken. Jan betaald €76,- per maand voor een verzekerde waarde van €152.000,-. Hoeveel moet Karin betalen als de waarde van haar spullen € 259.000,- is?