In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Onderdelen in deze les
H4: Grafieken en vergelijkingen
Omgekeerd evenredig
Allerlei formules en grafieken
Formules bij hetzelfde verband
Vergelijkingen oplossen
Wat gaan we doen?
Vragen//Wat heb je al geleerd?
Wat ga je leren?
Opdracht
Theorie: 4.1
Aan het werk!
Wat heb je geleerd vandaag en hoe ging dat?
LAPTOP in je TAS
SPULLEN op tafel
TELEFOON in de telefoontas
Leerdoelenformulier op tafel
Slide 1 - Tekstslide
Vragen over de voorkennis
Slide 2 - Tekstslide
Wat ga je leren?
Aan het einde van deze les:
- ken je een recht evenredig verband en weet je welke grafiek erbij hoort -> rechte lijn
- ken je een omgekeerd evenredig verband en weet je welke grafiek hierbij hoort -> hyperbool
Slide 3 - Tekstslide
Opdracht: onderzoekend leren
Maak groepjes van 2. Je hebt 10 a 15 minuten om een kleine presentatie voor te bereiden over de leerdoelen van deze les.
De ene helft van de klas zoekt uit wat een recht evenredig verband is en de andere helft van de klas zoekt uit wat een omgekeerd evenredig verband is. Je presenteert dit aan je klasgenoten.
Slide 4 - Tekstslide
Informatie zoeken & presenteren
Waar kun je informatie vinden?
Hoe leg je het uit aan de klasgenoten?
Slide 5 - Tekstslide
korte presentatie
Slide 6 - Tekstslide
rechtevenredig
Slide 7 - Tekstslide
omgekeerd evenredig
Slide 8 - Tekstslide
wrap-up
evenredig:
rechte lijn door de oorsprong
begingetal 0
formule H=getal x variabele
twee keer zo groot, twee keer zo groot
omgekeerd evenredig:
hyperbool
twee keer zo groot, twee keer zo klein
variabele x H= getal of met breuk
Slide 9 - Tekstslide
A
Evenredig verband
B
Omgekeerd evenredig verband
Slide 10 - Quizvraag
A
Evenredig verband
B
Omgekeerd evenredig verband
Slide 11 - Quizvraag
A
Evenredig verband
B
Omgekeerd evenredig verband
Slide 12 - Quizvraag
A
recht evenredig
B
omgekeerd evenredig
C
niet evenredig
D
geen idee
Slide 13 - Quizvraag
A
Evenredig verband
B
Omgekeerd evenredig verband
Slide 14 - Quizvraag
Welk soort evenredigheid?
A
Recht evenredig
B
Niet evenredig
C
Omgekeerd evenredig
Slide 15 - Quizvraag
A
recht evenredig
B
omgekeerd evenredig
C
niet evenredig
D
geen idee
Slide 16 - Quizvraag
Welk soort evenredigheid?
A
Recht evenredig
B
Niet evenredig
C
Omgekeerd evenredig
Slide 17 - Quizvraag
A
Recht evenredig verband
B
Kwadratisch verband
C
Omgekeerd evenredig verband
D
Wortelverband
Slide 18 - Quizvraag
y = 5x is een:
A
Machtsverband
B
Rechtevenredig verband
C
Omgekeerd evenredig verband
D
Exponentieel verband
Slide 19 - Quizvraag
Welke van deze lijnen is rechtevenredig?
A
lijn 1
B
lijn 2
C
lijn 3
D
geen van allen
Slide 20 - Quizvraag
Welke formule hoort bij een rechtevenredig verband?
A
y = 3x - 6
B
3x + y = 9
C
y = 3x
D
y=3/x
Slide 21 - Quizvraag
Jan en Karin hebben beide hun eigendommen bij Budget Verzekeringen ondergebracht. De kosten van een huisverzekering is rechtevenredig met de waarde van de verzekerde zaken. Jan betaald €76,- per maand voor een verzekerde waarde van €152.000,-. Hoeveel moet Karin betalen als de waarde van haar spullen € 259.000,- is?