Elektriciteit les 1

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Goedemiddag 3a2

Elektrisch vermogen en capaciteit.

Aan het einde van de les kan je:

Rekenen met de formule van elektrisch vermogen.

Je voegt een batterij toe aan de schakeling zodat de batterijen achter elkaar zitten. Wat gebeurt er?

1. De lamp brand ~ 4 x zo fel en de batterijen gaan korter mee.
2. De lamp brand ~ 2 x zo fel en de batterijen gaan korter mee
3. De lamp brand ~4 x zo fel en de batterijen gaan langer mee
4. De lamp brand ~2 x zo fel en de batterijen gaan langer mee.

Spanning, stroomsterkte en energie

Elektrische stroom --> bewegende elektronen

Stroomsterke (I) in Ampère (A)

Spanning (U) in Volt (V)

Hogere spanning --> hogere hoeveelheid 

energie die de elektronen mee krijgen.

Elektrisch vermogen

Vermogen (P) in Watt (W)

Vermogen is de energie die per 

seconde wordt gebruikt.

P=​t​​E​​

Elektrisch vermogen

I groter --> meer elektronen per seconde --> P groter

U groter --> meer energie per elektron --> P groter

Vermogen is afhankelijk van de stroomsterkte én spanning.

watt = volt  x ampère                                      

P=U⋅I

Het vermogen van een LED lamp is lager. Wat kunnen we dan zeggen over de elektronen?

1. Er bewegen minder elektronen.
2. De elektronen hebben een grotere volume.
3. De elektronen hebben een groter vermogen.
4. De elektronen hebben een grotere energie.

Aan de slag

Lezen: 4.1     Maken: opgaves 1, 3 ,4, 5 & 6.

Break-out rooms

Ik ga rond voor vragen.

Ben je klaar? Doe wat voor jezelf

We sluiten  12:50  af.

Gegeven:
P = 2,3 kW
V =230 V
Gevraagd: Wat is de stroomsterkte in A?

Hoe vond je de les?

0100

Wat kan ik doen om de les voor jou te verbeteren?