Portret

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
Culturele en kunstzinnige vormingVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Komende periode:
Leren over portretten.
Waarom werden portretten gemaakt?
Portretten tekenen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Portretten

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

wat is een portret?
Een foto
een tekening
een portret van klei

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Realistisch portret
Naar de werkelijkheid

het model heeft geposeerd
Leg het woord 'fotomodel' uit

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dubbelportret
Dit schilderij is realistisch. Hoe kun je dat zien?
Het onderwerp van het schilderij is:
jong en oud.

Hoe kun je dat zien?

Slide 6 - Tekstslide

antwoord: de man is naar de werkelijkheid geschilderd. Hij is niet mooier gemaakt dan hij is.

op het schilderij staan twee personen: één jong en één oud. Ook op de achtergrond is dit onderwerp goed te zien: er staat een jong boompje naast een oude, grijze berg.


Een zelfportret kijkt je altijd aan. Waarom zou dat zijn?
realistisch portret
Een drie-kwart portret
Een buste (vanaf de borst)

Slide 7 - Tekstslide

1433, Man met een rode tulband. Zelfportret Jan van Eyck

een zelfportret wordt geschilderd met behulp van een spiegel: daarom kijkt het je altijd aan

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

'Jan van Eyck maakte me in het jaar 1433 op 21 oktober'

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelfportret uit 1910
De schilder gebruikte dikke kwasten. Hoe zie je dat?

Slide 10 - Tekstslide

1910
overeenkomsten en verschillen
Het zijn allebei zelfportretten. Ze kijken ons allebei aan. Het gezicht is drie-kwart zichtbaar. Het zijn bustes (vanaf de borst). Allebei een rood hoofddeksel. 
Verschillen: het schilderij van Jan is veel preciezer dan die van Marianne. Marianne gebruikte meer kleuren. De verschillen komen vooral door de tijdsgeest.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

waarschijnlijk heb je nu ook portretten bij je..

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Julius Ceasar, 42 voor christus. De eerste keizer die zijn portret op een munt zette.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een portret van opzij heet
'en profil'

Slide 14 - Tekstslide

Je kunt zien wie de baas is in het land. Het is een stukje reclame.

Slide 15 - Tekstslide

1472. Portret van een graaf. En profil. De hele wereld is van hem, dat kun je wel zien. Ook het landschap achter hem is van hem. Het is een realistisch portret.
Ze bewonderden de oudheid en wilden nóg realistischer schilderen.
De hergeboorte van de oudheid heet de renaissance (tussen 1400-1600)

Slide 16 - Tekstslide

1887. Rond 1840 kwamen de eerste portretten op foto. Toen was het niet meer belangrijk dat een portret realistisch werd. De schilders wilden wat anders laten zien, bijvoorbeeld dat ze goed waren in kleuren. Het geeft het gevoel weer wat de schilder had met het model. Het portret is recht van voren: en face
Karel Appel

Slide 17 - Tekstslide

Dit is een portret door Karel Appel. 1956. De compositie is het belangrijkst. Het doet denken aan het schilderij van een jong kind. Het is fris en vrolijk.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nu gaan jullie het zelf proberen!
1 Iemand gaat 10 minuten iemand natekenen. 
De ander poseert. Blijf zo stil mogelijk zitten!

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
10:00

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rollen omwisselen!

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
10:00

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat heb je geleerd over Portretten?

Slide 25 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies