Hoofdstuk 4 paragraaf 4.1

1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
  • Toets 
  • Wat weet je nog? 
  • Leerdoelen van vandaag
  • Instructie paragraaf 4.1
  • Aan het werk met 4.1
  • Evalueren van de leerdoelen
  • Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Wat weet je nog?

Hoofdstuk 4: Aan het werk!

Slide 3 - Tekstslide

Ik heb een baantje
A
Ja
B
Nee

Slide 4 - Quizvraag

Ik zou ooit wel een eigen bedrijf willen hebben
A
Ja
B
Nee

Slide 5 - Quizvraag

Björn Kuipers werkt per week 12 uur als scheidsrechter en 22 uur per week als bedrijfsleider bij de Jumbo. Björn Kuipers heeft:
A
1 parttime baan en 1 fulltime baan
B
2 parttime banen
C
2 fulltime banen
D
1 fulltime baan

Slide 6 - Quizvraag

Iemand die minstens 36 uur per week werkt, heeft een ........ baan.
A
Fulltime
B
Parttime
C
Deeltijd
D
Uitvoerende

Slide 7 - Quizvraag

Vrouwen werken in verhouding tot mannen vaker in deeltijd. Wat zou de overheid kunnen doen om vrouwen te stimuleren om meer te gaan werken. (Tip: denk goed na over wat de reden zou kunnen zijn dat vrouwen vaker parttime werken.)

Slide 8 - Open vraag

Aan de slag
De komende 20-minuten heb je de tijd om de vragen van de weet je het nog op bladzijde 106-107 van je boek te maken. 

Heb je vragen, stel die dan via de chat. 
timer
20:00

Slide 9 - Tekstslide

Upload hier je antwoorden op vraag 1 t/m 11

Slide 10 - Open vraag

Upload hier je antwoorden op vraag 1 t/m 11

Slide 11 - Open vraag

Leerdoelen paragraaf 4.1
Na deze les weet je...
  • Het verschil tussen werken in loondienst en werken als zelfstandige.
  • Wat voor ondernemingsvormen er zijn.
  • Wat de kenmerken van deze ondernemingsvormen zijn. 

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Werknemer
  • Arbeidsovereenkomst
  • Werkgever
  • Loon, vakantiedagen én vakantiegeld.
  • Je bent verzekerd van inkomen bij ziekte, werkloosheid en arbeidsongeschiktheid.

Slide 14 - Tekstslide

Zelfstandige
  • Niet in loondienst, maar eigenaar van een eigen bedrijf. 
  • Winst van het bedrijf is het inkomen van de zelfstandige.
  • ZZP'er: Zelfstandige Zonder Personeel

Slide 15 - Tekstslide

Ondernemingsvormen

Eenmanszaak met of zonder personeel 

Vof (Vennootschap onder firma)

* BV (Besloten vennootschap)

NV (Naamloze vennootschap)


Slide 16 - Tekstslide

Eenmanszaak
  • Een eigenaar
  • Met privé vermogen aansprakelijk
  • Kan wel personeel in dienst hebben. 
  • Inkomsten belasting over het inkomen.

Slide 17 - Tekstslide

VOF 
(vennootschap onder firma)
  • Twee of meer eigenaren
  • Met privé vermogen aansprakelijk
  • Inkomsten belasting over het inkomen.
  • Bij faillissement zijn alle vennoten (eigenaren) 100% aansprakelijk voor de totale schuld 

Slide 18 - Tekstslide

BV
(besloten vennootschap)
  • Aandeelhouders zijn de eigenaren
  • Eigenaren zijn niet met privégeld aansprakelijk voor eventuele schulden. 
  • Dagelijkse leiding: directie is in loondienst van de BV 
  • Aandelen van een BV worden niet vrij verhandeld. 

Slide 19 - Tekstslide

NV
(naamloze vennootschap)
  • Aandeelhouders zijn de eigenaren
  • Eigenaren zijn niet met privégeld aansprakelijk voor eventuele schulden. 
  • Dagelijkse leiding: directie is in loondienst van de NV 
  • Aandelen van een NV worden verhandeld op de beurs. 

Slide 20 - Tekstslide

De stichting
  • Goede doelen
  • Een organisatie die is opgericht om een bepaald doel te behalen.
  • Bestuursleden mogen niet aan de stichting verdienen. 
  • Kan wel werknemers in dienst hebben. 

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Aan de slag
De komende 20-minuten heb je de tijd om de vragen van paragraaf 4.1 te maken. 

Heb je vragen, stel die dan via de chat. 
timer
20:00

Slide 23 - Tekstslide

Leerdoelen paragraaf 4.1
Na deze les weet je...
  • Het verschil tussen werken in loondienst en werken als zelfstandige.
  • Wat voor ondernemingsvormen er zijn.
  • Wat de kenmerken van deze ondernemingsvormen zijn. 

Slide 24 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen in loondienst werken en zelfstandige zijn?

Slide 25 - Open vraag

Bedenk een voordeel van een VOF ten opzichte van een eenmanszaak.

Slide 26 - Open vraag

Besloten Vennootschap
Naamloze Vennootschap
Eenmanszaak
Vennootschap onder firma
Stichting
Zelfstandige Zonder Personeel
Onderneming met één of meerdere eigenaren als aandeelhouder. Deze aandelen zijn niet voor iedereen te koop.
Een onderneming met één of meerdere eigenaren. Bij deze ondernemingsvorm is er geen sprake van aandelen.
Onderneming waarvan één persoon de eigenaar is én personeel in dienst kan hebben. De eigenaar is privé-aansprakelijk voor schulden.
Dit bedrijf heeft aandeelhouders. Deze aandeelhouders zijn (meestal) onbekend en veranderen dagelijks
Iemand die voor zichzelf werkt. Heeft geen personeel in dient en heeft meestal een eenmanszaak.
Streeft niet naar winst, maar wil een doel behalen.

Slide 27 - Sleepvraag




Huiswerk voor donderdag 4.1 af



Je hebt de rest van de les om dit af te maken!

Slide 28 - Tekstslide