In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.
Onderdelen in deze les
ONDERNEMINGSVORMEN
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen
Na deze les kun je de verschillende ondernemingsvormen benoemen en je kent de verschillen.
Slide 2 - Tekstslide
Introductie
Bij het starten van een onderneming komt veel kijken, zoals het kiezen van een ondernemingsvorm en het verkrijgen van financiën. Je begint dus met het schrijven van een ondernemingsplan.
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Wat weet je al over verschillende ondernemingsvormen?
Slide 5 - Woordweb
Ondernemingsvormen
eenmanszaak
zelfstandige zonder personeel (zzp-er)
vennootschap onder firma (vof)
besloten vennootschap (bv)
naamloze vennootschap (nv)
Slide 6 - Tekstslide
Eenmanszaak
Er is één eigenaar die zelf de leiding heeft.
De eigenaar kan wel personeel in dienst hebben.
Slide 7 - Tekstslide
Zzp-er
Iemand die werkt zelfstandig, heeft dus een eigen onderneming.
Een zzp-er heeft geen personeel en betaalt inkomstenbelasting over de winst.
Slide 8 - Tekstslide
V.o.f.
Vennootschap onder firma: er zijn twee of meer eigenaren (vennoten of firmanten) die samen de leiding hebben.
Slide 9 - Tekstslide
kenmerken eenmanszaak en v.o.f.
Voor de eigenaren van een eenmanszaak en v.o.f. is de winst hun inkomen. Daarover betalen zij inkomstenbelasting. Dat is een belasting die iedereen over zijn privé-inkomen moet betalen.
Bij verlies zijn de eigenaren ook privé aansprakelijk.
Slide 10 - Tekstslide
Wat zou een mogelijk risico kunnen zijn als je samen met iemand een v.o.f. start i.p.v. een eenmanszaak?
Slide 11 - Open vraag
BV en NV
Een bv (= besloten vennootschap) en een nv (= naamloze vennootschap) zijn ondernemingsvormen waarbij het privégeld van de eigenaren en het geld van de onderneming strikt van elkaar gescheiden zijn. De eigenaren zijn aandeelhouders.
Over de winst wordt vennootschapsbelasting betaald.
De aandeelhouders krijgen dividend als er winst gemaakt wordt.
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Wat heb je geleerd?
Slide 14 - Tekstslide
VOF
A
Vennootschap onder friet
B
Vennootschap onder fabricage
C
Vennootschap onder firma
D
Vennootschap over fabricage
Slide 15 - Quizvraag
Wat is een VOF?
A
meerdere ondernemers samen 1 bedrijf
B
veel aandelen
C
1 bedrijf met 1 eigenaar
D
niet hoofdelijk aansprakelijk
Slide 16 - Quizvraag
Een voordeel van een Vof is...
A
... dat je niet verantwoordelijk bent met je privévermogen
B
... dat het bedrijf doorgaat als één van de eigenaren ziek is
C
... dat je meestal minder vermogen kunt inbrengen dan bij een eenmanszaak
D
... dat je als enige de leiding hebt over het bedrijf
Slide 17 - Quizvraag
Wat is een nadeel bij een VOF?
A
Je kan snel een besluit nemen
B
Je kan overleggen met je partner
C
Je hebt een groter vermogen
D
Je bent privé aansprakelijk
Slide 18 - Quizvraag
Wat is een eenmanszaak?
A
een bedrijf met 2 eigenaren
B
de ondernemer is de enige eigenaar
C
een bedrijf met aandelen
D
een twee ondernemers zijn samen eigenaar
Slide 19 - Quizvraag
Wat is een nadeel bij een eenmanszaak?
A
Je kan snel een besluit nemen
B
Je kan overleggen met je partner
C
Je hebt een groter vermogen
D
Je bent privé aansprakelijk
Slide 20 - Quizvraag
Een eenmanszaak heeft geen personeel, het is niet voor niets een eenmanszaak.
Leerdoel 6
A
juist
B
onjuist
Slide 21 - Quizvraag
Bij een eenmanszaak betaal je ...
A
Inkomstenbelasting
B
Vennootschaps-belasting
Slide 22 - Quizvraag
Bij een BV of een NV
A
zijn de eigenaren de aandeelhouders
B
hoeven de eigenaren geen leiding te geven aan de onderneming
C
benoemen en ontslaan de eigenaren de leiding van de onderneming
D
A, B en C zijn juist
Slide 23 - Quizvraag
De winstuitkering van een bv en nv noem je
A
rente
B
winst
C
dividend
D
octrooi
Slide 24 - Quizvraag
Wat is een BV
A
Besloten Vennootschap
B
Een autodealer
C
een winkel
D
Een voetbalvereniging
Slide 25 - Quizvraag
Van een bv ...
A
... kan niet iedereen aandelen kopen
B
... kan iedereen aandelen kopen
Slide 26 - Quizvraag
Wat voor belasting betaald een BV en NV?
A
inkomstenbelasting
B
vennootschapsbelasting
C
beiden
D
geen van beiden
Slide 27 - Quizvraag
Loodgietersbedrijf Jansen en Zonen BV. Waarom liever BV dan NV?
A
Dan kunnen ze de aandelen verhandelen
B
Gunstigere belasting
C
Dan blijven de aandelen in de familie / bekenden
D
Dan kunnen ze naar de beurs
Slide 28 - Quizvraag
Het verschil tussen een NV en een BV is
A
dat de eigenaar bij een nv met zijn privévermogen verantwoordelijk is voor schulden
B
dat de aandelen bij een bv voor iedereen te koop zijn en bij een nv niet
C
dat de aandelen bij een nv voor iedereen te koop zijn en bij een bv niet
D
dat de eigenaar bij een bv met zijn privévermogen verantwoordelijk is voor schulden
Slide 29 - Quizvraag
wie zijn de eigenaren van een nv
A
werknemers
B
directie
C
aandeelhouders
D
overheid
Slide 30 - Quizvraag
Bij een NV zijn de aandelen ...
A
Op naam
B
Aan toonder
Slide 31 - Quizvraag
Waar worden aandelen van NV's verhandeld
A
Op de Amsterdamse effectenbeurs
B
Thuis op de bank
C
Op de grote markt in Groningen
D
Door de Nederlandse bank
Slide 32 - Quizvraag
Hoe heet de belasting die een NV moet betalen?
A
Inkomstenbelasting
B
Vennootschapsbelasting
Slide 33 - Quizvraag
De ondernemingsvorm VOF staat voor:
A
Vennootschap onder financiën
B
Vereniging onder firma
C
Vennootschap over firma
D
Vennootschap onder firma
Slide 34 - Quizvraag
Bij welke ondernemingsvorm is de directeur in loondienst?
A
Eenmanszaak
B
VOF
C
CV
D
BV
Slide 35 - Quizvraag
Wat is geen ondernemingsvorm?
A
Eenmanszaak
B
Tweemanszaak
C
Besloten
vennootschap (BV)
D
Naamloze vennootschap (NV)
Slide 36 - Quizvraag
Het voortbestaan van een eenmanszaak is afhankelijk van de eigenaar.
A
juist
B
onjuist
Slide 37 - Quizvraag
Is er een verschil tussen een zzp'er en een ondernemer met een eenmanszaak? Leg je antwoord uit.
Slide 38 - Open vraag
Welke beweringen zijn juist? Er zijn meerdere antwoorden goed.
A
Een zelfstandige kan personeel in dienst hebben.
B
Als zelfstandige heb je zekerheid over je werk en je inkomen.
C
In een eenmanszaak werkt maar één person.
D
De eigenaar van een eenmanszaak is eigen baas.
Slide 39 - Quizvraag
Noem een overeenkomst en een verschil tussen een eenmanszaak en een vof.
Slide 40 - Open vraag
Bij welke ondernemingsvormen heb je aandelen?
A
BV
B
NV
C
Eenmanszaak
D
VOF
Slide 41 - Quizvraag
Bij welke ondernemingsvorm is de directeur in loondienst?
A
Eenmanszaak
B
VOF
C
CV
D
BV
Slide 42 - Quizvraag
Welke van onderstaande bedrijven geeft aandelen uit?
A
NV
B
Eenmanszaak
C
CV
D
VOF
Slide 43 - Quizvraag
Welke ondernemingsvorm geeft aandelen uit die vrij verhandelbaar zijn?