In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Klimaatbepalende factoren
Klassikale uitleg + niveau bepalen
Extra uitleg
Zelfstandig les 6:
klimaatbepalende factoren doorwerken.
(groene + gele dia's)
Zelfstandig les 6 doorwerken (groene dia's)
Nodig: laptop + atlassen
werken aan week-taak
of
rode dia's
Slide 1 - Tekstslide
Klimaatbepalende factoren
Temperatuur wordt beïnvloed door:
- breedteligging
- hoogteligging
- warme/koude zeestroom
- ligging dichtbij/verweg van zee
Neerslag wordt beïnvloed door:
- ITCZ / type luchtdrukgebied
- reliëf
- warme/koude zeestroom
- ligging dichtbij/ver weg van zee
- aanlandige of aflandige wind
Slide 2 - Tekstslide
Temperatuurbepalende factoren
breedteligging
hoogteligging
warme/koude zeestroom
ligging dichtbij/verweg van zee
Hoe verder weg van de evenaar, hoe kouder het is.
Hoe hoger op de berg, hoe kouder het is.
Bij een koude zeestroom is het land dat eraan grenst kouder dan dat je op die breedte verwacht.
De zee maakt het temperatuurverschil tussen seizoenen minder groot. De winters minder koud, de zomers minder heet.
Slide 3 - Sleepvraag
Neerslag bepalendefactoren
ITCZ
reliëf
aan- of aflandige wind
ligging dichtbij/verweg van zee
warme/koude zeestroom
Als het zeewater warm is verdampt er meer water, waardoor er meer neerslag kan vallen.
Deze zone van laag drukgebied verschuift.
Daar waar hij ligt regent het.
Als wind vanaf zee richting het land waait dan komt er vochtige lucht van zee over het land. Waardoor het gaat regenen.
De kant van de berg waar wind aankomt stijgt de lucht, koelt af, condenseert en het gaat regenen (=loefzijde)
Als een gebied dichtbij zee ligt dan is er meer vocht in de lucht, waardoor het er meer regent.
Slide 4 - Sleepvraag
Oceanen/zeeën matigen de temperatuur
In de zomer zorgt de zee juist voor verkoeling.
Dichtbij zee is het koeler dan landinwaarts.
In de winter zorgt de zee juist voor opwarming.
Dichtbij zee is het minder koud dan landinwaarts.
Slide 5 - Tekstslide
Zeestromen beïnvloeden de temperatuur
Warme zeestroom:
Aangelegen gebied is wat warmer.
Koude zeestroom:
Aangelegen gebied is wat kouder.
Slide 6 - Tekstslide
Hoe ziet dat er uit op de klimaatgrafiek?
Warme zeestroom Koude zeestroom
Brest, Frankrijk (48NB) Elliston, New Foundland, Canada (48NB)
Slide 7 - Tekstslide
Oceanen kunnen de neerslag 2x beïnvloeden
Warme zeestroom zorgt voor meer verdamping dus voor meer neerslag.
Slide 8 - Tekstslide
Oceanen kunnen de neerslag 2x beïnvloeden
Aanlandige wind brengt vochtige lucht mee. Zorgt voor neerslag.
Slide 9 - Tekstslide
Bekijk de kaart. In Trondheim is de zomer koeler dan in Östersund. Leg uit waarom (2p)
hint
- beschrijf het verschil in ligging
- geef de algemene regel
- leg uit wat de algemene regel doet in de stad Trondheimd
(- leg uit wat de algemene regel doet in de stad Östersund. )
Slide 10 - Open vraag
Bekijk de kaart. In de stad Bergen regent het een stuk meer dan in Lillehammer. Leg uit waarom (3p).
hint
- beschrijf het verschil in ligging
- geef de algemene regel(s)
- leg uit wat de algemene regel doet in de stad Bergen
- leg uit wat de algemene regel doet in de stad Lillehammer.
Slide 11 - Open vraag
Gebruik de atlas. Leg uit waarom het in juli droog is in Brasilia.
Slide 12 - Open vraag
Gebruik bij de komende vragen deze kaarten: GB: Zuid-Amerika - neerslag en temperatuur in januari en juli
Waardoor is het in Manaus (Brazilië) het hele jaar door warmer dan in Asuncion (Paraguay)?
hint
- beschrijf het verschil in ligging
- geef de algemene regel
- leg uit wat de algemene regel doet in Manaus
- leg uit wat de algemene regel doet in Asuncion
Slide 13 - Open vraag
Gebruik de atlas. In Lima (Peru) is het het hele jaar door kouder dan in Salvador (Brazilië). Leg met 2 verschillende klimaatbepalende factoren uit waarom dat zo is.
hint
- beschrijf het verschil in ligging
- geef de algemene regel
- leg uit wat de algemene regel doet in Lima
- leg uit wat de algemene regel doet in Salvador
Slide 14 - Open vraag
Gebruik de atlas. Beredeneer waar de verschillen tussen zomer en winter temperatuur kleiner zijn. In Asuncion (Paraguay) of in Rio de Janeiro (Brazilië).
*Beredeneren = uitleggen waardoor.
Slide 15 - Open vraag
Gebruik de kaart. In Karesuando is het het hele jaar door kouder dan in Lillehammer. Leg uit waardoor (2p)
hint
- Beschrijf het verschil in ligging.
- geef de algemene regel die het temperatuurverschil verklaart
- leg uit wat de algemene regel doet in Karesuando
- leg uit wat de algemene regel doet in lillehammer
Slide 16 - Open vraag
Gebruik de atlas. Verklaar met 2 klimaatbepalende redenen waarom het in Santiago (Chili) droger is dan in Buenos Aires (Argentinië)
Slide 17 - Open vraag
Klimaatbepalende factoren
Temperatuur wordt beïnvloed door:
- breedteligging
- hoogteligging
- warme/koude zeestroom
- ligging dichtbij/verweg van zee
Neerslag wordt beïnvloed door:
- ITCZ / type luchtdrukgebied
- reliëf
- warme/koude zeestroom
- ligging dichtbij/ver weg van zee
- aanlandige of aflandige wind
Ga per klimaatbepalende factor in de atlas op zoek naar 2 steden waarin de temperatuur / de neerslag hierdoor verschillen.
Slide 18 - Tekstslide
temperatuur breedteligging 2 plaatsnamen + effect van de klimaatbepalende factor.
Slide 19 - Open vraag
temperatuur hoogteligging 2 plaatsnamen + effect van de klimaatbepalende factor.
Slide 20 - Open vraag
temperatuur ligging aan warme/koude zeestroom 2 plaatsnamen + effect van de klimaatbepalende factor.
Slide 21 - Open vraag
temperatuur ligging dichtbij/verweg van zee 2 plaatsnamen + effect van de klimaatbepalende factor.
Slide 22 - Open vraag
neerslag: ligging ITCZ in Juni 2 plaatsnamen + effect van de klimaatbepalende factor.
Slide 23 - Open vraag
temperatuur reliëf 2 plaatsnamen + effect van de klimaatbepalende factor. (bij het zelfde gebergte, een ander effect).
Slide 24 - Open vraag
neerslag: ligging aan warme/koude zeestroom 2 plaatsnamen + effect van de klimaatbepalende factor.
Slide 25 - Open vraag
neerslag: ligging dichtbij/verweg van zee 2 plaatsnamen + effect van de klimaatbepalende factor.
Slide 26 - Open vraag
neerslag: aanlandige/aflandige wind 2 plaatsnamen + effect van de klimaatbepalende factor.