Leren onderzoeken - Onderzoeksvraag en hypothese

Welkom! 
Zitten op je eigen plek
Telefoon thuis of in de kluis
Chromebook dicht, schrift op tafel
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom! 
Zitten op je eigen plek
Telefoon thuis of in de kluis
Chromebook dicht, schrift op tafel

Slide 1 - Tekstslide

Thema 5 - 
Waarneming en gedrag 
Leren onderzoeken -Onderzoeksvraag en hypothese

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het einde van deze les kun je:

 - een onderzoeksvraag kiezen
- een hypothese kiezen
- zelf onderzoeken hoe warmtezintuigen en koudezintuigen werken

Slide 3 - Tekstslide

Zoals we geleerd hebben: 

Je huid bevat speciale zintuigen die temperatuur waarnemen ->

warmtezintuigen en koudezintuigen.
Stel je voor: Je pakt een ijskoud blikje frisdrank uit de koelkast. 
Meteen voel je hoe koud het is. 

Of je loopt op je blote voeten op het strand.. je merkt dat het zand heel heet is. 
Hoe weet je huid dat iets warm of koud is?     
                
Dat gaan we vandaag onderzoeken!

Slide 4 - Tekstslide

Een onderzoek
De 6 stappen van een onderzoek zijn:
1. De onderzoeksvraag: wat ga/wil je onderzoeken?
2. Bedenk een hypothese: wat denk je?
3. Het werkplan: wat heb je nodig en wat ga je doen?
4. De uitvoering: wat moet je doen?
5. De resultaten: wat neem je waar?
6. De conclusie: welke conclusie kan je trekken?


Waarom is het belangrijk om eerst een onderzoeksvraag te bedenken?

Slide 5 - Tekstslide

Onderzoeksvraag
Elk onderzoek begint met: de onderzoeksvraag (wat ga/wil je onderzoeken).
De onderzoeksvraag = de vraag die je wilt beantwoorden met je onderzoek. 

Je kunt een vraag verzinnen als er iets gebeurt, als er een probleem is, of gewoon omdat je ergens nieuwsgierig naar bent. 

Met de resultaten (uitkomst) kun je de onderzoeksvraag  beantwoorden.

Slide 6 - Tekstslide

Onderzoeksvraag
Een voorbeeld van een onderzoeksvraag:

Voelen je warmtezintuigen en koudezintuigen even snel?

of..

Voel je kou sneller dan warmte?




Slide 7 - Tekstslide

Hypothese
Voor je een onderzoek gaat doen, schrijf je op wat jij denkt dat het antwoord op jouw vraag is.

De hypothese is jouw voorlopige (tijdelijke) antwoord op je onderzoeksvraag.

Begin je hypothese altijd met: Ik denk dat...

Slide 8 - Tekstslide

Hypothese
Voorbeeld bij de onderzoeksvraag: 
‘Voel je kou sneller dan warmte?’

Hypothese: Ik denk dat je kou sneller voelt dan warmte, omdat kou gevaarlijker kan zijn voor mijn lichaam.


Slide 9 - Tekstslide

Resultaten en conclusie
Met behulp van de resultaten van het onderzoek beantwoord je de onderzoeksvraag.

Jouw antwoord op de onderzoeksvraag noem je:
de conclusie van het onderzoek.

Je weet dan of je hypothese juist was.

Slide 10 - Tekstslide

Even oefenen:

Onderzoeksvraag, 
hypothese 
of conclusie?

Uit je onderzoek is er een resultaat gekomen: Je huid heeft meer koudezintuigen dan warmtezintuigen.

Wat voel je sneller: warmte of kou?

Ik denk dat mijn hand kou sneller voelt dan warmte.

Slide 11 - Tekstslide

Waarom leer je dit?
Stel je voor:

- je bent in de keuken: je voelt of een pan warm is voordat je hem oppakt.
- je werkt in de zorg: je moet kunnen voelen of een washandje of het badwater niet te heet is voor de persoon die je verzorgt/wast. 

Je gebruikt dan je koudezintuigen en warmtezintuigen om te controleren of de temperatuur prettig is voor de huid.

Slide 12 - Tekstslide

Lars heeft in zijn achtertuin een kippenhok. Overdag lopen de kippen en de haan door de achtertuin. Ze pikken naar voer. Lars vraagt zich af waar dit pikgedrag vandaan komt. Zijn moeder denkt dat het aangeboren gedrag is. Zijn vader denkt dat het aangeleerd gedrag is.

Lars wil onderzoeken wie van zijn ouders gelijk heeft.
Wat is de onderzoeksvraag van Lars?
A
Wie heeft gelijk: mijn vader of mijn moeder?
B
Is voedselpikken bij kippen aangeboren of aangeleerd gedrag?
C
Waar komt het pikgedrag bij kippen vandaan?

Slide 13 - Quizvraag

Welke hypothese past bij de onderzoeksvraag van Lars?
A
Ik denk dat voedselpikken bij kippen aangeboren gedrag is.
B
Ik denk dat voedselpikken bij kippen aangeboren of aangeleerd is.
C
Ik denk dat kippen voedselpikken als ze honger hebben.

Slide 14 - Quizvraag

Lars broedt op zolder een ei uit. Als het kuiken uit het ei komt, geeft Lars het kippenvoer. Het kuiken heeft nog geen andere kippen gezien maar toch gaat het kuiken meteen naar het voer pikken. Lars herhaalt dit nog drie keer. Elke keer ziet hij hoe het kuiken meteen naar het voer pikt.

Welke conclusie kan Lars trekken? Voedselpikken bij kippen is....
A
Aangeleerd
B
Aangeboren

Slide 15 - Quizvraag

We gaan iets leuks doen!
Je huid bevat speciale zintuigen die temperatuur waarnemen: warmtezintuigen en koudezintuigen. 

Met een practicum gaan we onderzoeken hoe dat werkt.

Slide 16 - Tekstslide




Practicum..
Warmtezintuigen reageren (worden geprikkeld) wanneer je huid in aanraking komt met iets dat warmer is dan je huid. 

Koudezintuigen reageren (worden geprikkeld) bij aanraking met iets dat kouder is. 

In dit practicum onderzoek je de werking van deze zintuigen.

Slide 17 - Tekstslide



Wat ga je doen?

• Ga naar bladzijde 135 in je boek

• Lees de onderzoeksvraag bovenaan in de tabel.

• Kies ja of nee bij de hypothese. Zet er ook bij waarom je denkt dat dat antwoord juist is.

• Voer het werkplan (practicum) uit. Beantwoord de vragen bij "resultaten" in de tabel.

• Noteer je conclusie in de tabel.

Slide 18 - Tekstslide

Voelt lauw water altijd hetzelfde aan voor de warmte- en koudezintuigen in de huid?


Conclusie: Nee, het ligt aan de temperatuur van je vingers.
Met koude vingers voelt lauw water warm. 
Met warme vingers voelt lauw water koud.




Slide 19 - Tekstslide

Leerdoelen van vandaag
Je kunt een onderzoeksvraag kiezen
Je kunt een hypothese kiezen 
Je kunt zelf onderzoeken hoe warmtezintuigen en koudezintuigen werken


Vragen?

Slide 20 - Tekstslide

Huiswerk


Maken voor de volgende les: Opdracht 2 op bladzijde 134


Tot de volgende keer!! :)


Slide 21 - Tekstslide