Fase 2, periode 2 les 3 woordenschat

Fase 2
woordenschat
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Fase 2
woordenschat

Slide 1 - Tekstslide

Synoniemen
2 verschillende woorden die (bijna) hetzelfde betekenen. 

rekening - factuur
klantenkring - clientèle 


Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Frank Rijkaard

Slide 4 - Woordweb

auteur
imposant
circuleren
beleggen
indrukwekkend
rondgaan
schrijver
investeren

Slide 5 - Sleepvraag

Behoudend, de dingen bij het oude willen laten.
A
lucratief
B
conservatief
C
secundair
D
represaille

Slide 6 - Quizvraag

Iets of iemand opsporen.
A
articuleren
B
expansie
C
traceren
D
compromis

Slide 7 - Quizvraag

restitueren
duurzaam
lucratief
creëren
lang houdbaar
iets maken, scheppen
terugbetalen
winstgevend

Slide 8 - Sleepvraag

het idee waarvan iemand bezeten is
A
impasse
B
volmacht
C
relativeren
D
obsessie

Slide 9 - Quizvraag

iets wat belangrijk is en dat daarom voorrang moet hebben
A
prioriteit
B
vooroordeel
C
mijden
D
variabel

Slide 10 - Quizvraag

monotoon
variabel
sanctie
ondergeschikt
minder belangrijk
eentonig
straf
wisselend

Slide 11 - Sleepvraag

de ruimte en de daarbij behorende gemakken
A
ambiëren
B
accommodatie
C
expansie
D
attitude

Slide 12 - Quizvraag

het oordeel dat je vooraf over iets of iemand hebt zonder dat je de persoon of zaak kent
A
monotoon
B
vooroordeel
C
stereotiep
D
ondergeschikt

Slide 13 - Quizvraag

hypocriet
ceremonie
uitbreiding
verzonnen
officiële plechtigheid
expansie
fictief
schijnheilig

Slide 14 - Sleepvraag

onschendbaar, niet vatbaar voor ziekte of vergif
A
immuun
B
interruptie
C
initiatief
D
incasseren

Slide 15 - Quizvraag

een taak of bevoegdheid aan iemand overdragen
A
autoritair
B
commercieel
C
delegeren
D
beleggen

Slide 16 - Quizvraag

Opdracht
  • Maak in tweetallen de woordenschatdomino. 
  • Begin bij -> en eindig met <-  

Slide 17 - Tekstslide

En nu...
  • Ga verder met de opdrachten van StartTaal. 

Slide 18 - Tekstslide