Dit zijn werkwoorden die in een zin aangeven met
welk 'gevoel' iets gebeurt. We kennen de volgende Modalverben in het Duits:
- dürfen: mogen, toestemming hebben
- können: kunnen, in staat zijn
- mögen: mogen, leuk vinden, lusten, houden van
- müssen: moeten, (noodzakelijk, vanzelfsprekend)
- sollen: moeten (van iemand anders)
- wollen: willen
- wissen: weten