Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Modalverben
Modalverben
1 / 50
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
In deze les zitten
50 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
1 video
.
Lesduur is:
20 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Modalverben
Slide 1 - Tekstslide
Welke soorten werkwoorden heb je in het Duits?
zwakke werkwoorden -> regelmatig (bijv. spielen, reden)
sterke werkwoorden -> lopen- liep (bijv. fahren, lesen)
onregelmatige werkwoorden, o.a.
- haben, sein, werden
-
modale werkwoorden (bijv. müssen, mögen)
Slide 2 - Tekstslide
Wat zijn "Modalverben" of modale werkwoorden ?
> "Modalverben" zijn hulpwerkwoorden
> Ze geven een andere betekenis aan een werkwoord in de zin.
Bijvoorbeeld
:
Ik werk: ik
zal
werken, ik
moet
werken, ik
mag
werken......
De betekenis van de zin verandert.
Slide 3 - Tekstslide
MODALE HULPWERKWOORDEN
dürfen
können
mögen
müssen
sollen
wollen
wissen
mogen, toestemming hebben
kunnen, in staat zijn tot
houden van, lusten
moeten (noodzaak)
moeten (opdracht, bevel)
willen
weten
Slide 4 - Tekstslide
Verbinde die Modalverben mit der Bedeutung.
müssen
sollen
kunnen
mogen, toestemming hebben
moeten (noodzaak)
moeten (opdracht, bevel)
leuk vinden, lusten, aardig vinden
willen
wollen
mögen
dürfen
können
Slide 5 - Sleepvraag
modale werkwoorden
dürfen
können
mögen
müssen
sollen
wollen
wissen
ich
d
a
rf
kann
mag
muss
soll
will
w
eiß
du
d
a
rf-
st
kann -
st
mag -
st
muss -
t
soll -
st
will -
st
weiß -
t
er/sie/es
d
a
rf
kann
mag
muss
soll
wil
weiß
wir
dürf -
en
könn -
en
mög -
en
müss -
en
solle -
en
woll -
en
wiss -
en
ihr
dürf -
t
könn -
t
mög -
t
müss -
t
soll -
t
woll -
t
wiss -
t
sie/Sie
dürf -
en
könn -
en
mög -
en
müss -
en
soll -
en
woll -
en
wiss -
en
ge
-durf-
t
ge
-konn-
t
ge-
m
och
-
t
ge
-muss-
t
ge
-soll-
t
ge
- woll -
t
ge
-w
u
ss-
t
Slide 6 - Tekstslide
Modalverb
"dürfen"
darf
darfst
darf
dürfen
dürft
dürfen
ich
du
er / sie / es
wir
ihr
sie / Sie
Slide 7 - Sleepvraag
Modalverb
"wissen"
weiß
weißt
weiß
wissen
wisst
wissen
ich
du
er / sie / es
wir
ihr
sie / Sie
Slide 8 - Sleepvraag
Modalverb
"müssen"
muss
musst
muss
müssen
müsst
müssen
ich
du
er / sie / es
wir
ihr
sie / Sie
Slide 9 - Sleepvraag
Modalverb
"können"
kann
kannst
kann
können
könnt
können
ich
du
er / sie / es
wir
ihr
sie / Sie
Slide 10 - Sleepvraag
Modalverb
"wollen"
will
willst
will
wollen
wollt
wollen
ich
du
er / sie / es
wir
ihr
sie / Sie
Slide 11 - Sleepvraag
Modalverb
"sollen"
soll
sollst
soll
sollen
sollt
sollen
ich
du
er / sie / es
wir
ihr
sie / Sie
Slide 12 - Sleepvraag
Modalverb
"mögen"
mag
magst
mag
mögen
mögt
mögen
ich
du
er / sie / es
wir
ihr
sie / Sie
Slide 13 - Sleepvraag
...................... du die Modalverben bilden?
A
Kannst
B
Könnst
C
Könn
D
Kann
Slide 14 - Quizvraag
____________ ihr die Modalverben bilden?
A
Könnt
B
Könnte
C
Konntet
D
Könntet
Slide 15 - Quizvraag
(Modalverben): jij wil - kan - moet
A
du-wollst- könnst- musst
B
du willst - kannst - musst
C
du-wollst- könnst- müsst
D
du-willst- könnst- sollst
Slide 16 - Quizvraag
(Modalverben): hij moet - weet - mag
A
er musst - weißt - darf
B
er muss - weißt - mag
C
er muss - weiß - darf
D
er muss - weiß - mag
Slide 17 - Quizvraag
Ich ........... um 22 Uhr zu Hause sein.
Nein, Ich .................. noch nicht in die Disko gehen.
Ich ................ sehr gut schwimmen
Ich ............. Eis
darf
muss
kann
mag
Slide 18 - Sleepvraag
(wollen)
Du _____ keine Hausaufgaben machen.
A
woll
B
will
C
willst
D
wollst
Slide 19 - Quizvraag
(wissen)
Er ___ nicht, ob er heute noch kommt.
A
wiss
B
wisst
C
weißt
D
weiß
Slide 20 - Quizvraag
Möchten...."de vreemde eend in de bijt".
Slide 21 - Tekstslide
Möchten = zou graag willen
Möchten is een vriendelijkere -/beleefdere vorm van willen. Deze vorm wordt in het Duits veel gebruikt als je iets wilt hebben.
Beispiel: Ich
möchte
gerne ein Eis haben.
Slide 22 - Tekstslide
Möchten = zou graag willen
ich möchte
du möcht
e
st
er/sie/es möcht
e
wir möchten
ihr möcht
e
t
sie/Sie möchten
Slide 23 - Tekstslide
ich
du
er sie es
wir
ihr
sie Sie
möchtest
möchte
möchte
möchten
möchten
möchtet
Slide 24 - Sleepvraag
_________ du eine Cola?
Slide 25 - Open vraag
Wir ________ eine Cola bitte!
Slide 26 - Open vraag
Was _______ er?
Slide 27 - Open vraag
''Modalverben" zijn dus:
Veel gebruikte hulpwerkwoorden met een eigen betekenis
Krijgen een verandering van klank in enkelvoud
Hebben bij
ich
en bij
er sie es
géén uitgang
Slide 28 - Tekstslide
Üben
Übung 1
Übung 2
Übung 3
Übung 4
Slide 29 - Tekstslide
Slide 30 - Video
MODALE HULPWERKWOORDEN
dürfen
können
mögen
möchten
müssen
sollen
wollen
wissen
mogen, toestemming hebben
kunnen, in staat zijn tot
houden van, lusten
graag (zouden) willen
moeten (noodzaak)
moeten (wil van een ander)
willen
weten
Slide 31 - Tekstslide
Modalverben Präteritum
Modale hulpwerkwoorden in verleden tijd (o.v.t.)
Slide 32 - Tekstslide
Verbinde die Modalverben mit der Bedeutung.
müssen
kunnen
mogen, toestemming hebben
leuk vinden, lusten, aardig vinden
moeten
willen
möchten
mögen
dürfen
können
sollen
wollen
Slide 33 - Sleepvraag
Modalverben im Präteritum
Slide 34 - Tekstslide
Vergangenheit (o.v.t.)
zwak werkwoord
spielen
modal hulpwerkw
können
ich
spiel
t
e
konn
te
du
spiel
test
konn
test
er/sie/es
spiel
te
konn
te
wir
spiel
ten
konn
ten
ihr
spiel
tet
konn
tet
sie/Sie
spiel
ten
konn
ten
er
hat gespielt
hat gekonnt
Slide 35 - Tekstslide
wolltest
sollte
durften
mochtet
mochten
durftest
mochte
konnten
wolltet
wollten
sollte
mussten
wusste
ich
sollten
wusstest
konnte
du
er, sie, es
wir
ihr
Sie, sie
Slide 36 - Sleepvraag
Warum ___________ du gestern nicht kommen?
A
Könntest
B
Konntest
C
Kanntest
D
Konnst
Slide 37 - Quizvraag
Was ______ er denn?
A
wollte
B
willte
C
wollt
D
willt
Slide 38 - Quizvraag
(Weten) ______ du das nicht?
Slide 39 - Open vraag
Wir ______ (moeten) lange laufen.
Slide 40 - Open vraag
Üben
Übung
1 (t.t.+v.t.)
Übung 2
(mit Hv)
Slide 41 - Tekstslide
Üben
Gegenwart
Übung 1
Übung 2
Übung 3
Übung 4
Vergangenheit
Übung 5
Übung 6
Slide 42 - Tekstslide
Werkwoordvolgorde
Slide 43 - Tekstslide
bis zum Sonnenuntergang
wir wollen
warten
Slide 44 - Sleepvraag
obwohl er
soll
das nicht tun
er macht das
Slide 45 - Sleepvraag
soll ich
helfen
dir
suchen
Slide 46 - Sleepvraag
ob Eva
bekommen
ich weiß nicht
will
den Auftrag
Slide 47 - Sleepvraag
warten
soll
warum er
was denkst du
Slide 48 - Sleepvraag
bis zehn Uhr
habt ihr
müssen
warten
Slide 49 - Sleepvraag
dass sie
will
ich höre
kommen
Slide 50 - Sleepvraag
Meer lessen zoals deze
V4 10.9. mww tt, Hören Buch
September 2024
- Les met
27 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Goethe 19.11.
Oktober 2023
- Les met
28 slides
a
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
11.9. Sophie 3, m ww, Wanderlust 3+4
September 2024
- Les met
30 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
Modalverben
Mei 2024
- Les met
31 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Kapitel 8 B Modalverben sollen, wollen, mögen, möchten
April 2024
- Les met
21 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
20.11. Modalverben, Schreiben E
November 2023
- Les met
20 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
V4 3.4. mod ww tt, Lesen
Maart 2023
- Les met
32 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
Goethe 26.11. Modalverben
November 2023
- Les met
30 slides
a
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5