4. Leerdoelen H 1234 MASK

MASK Klas 4
leerdoelenoefening
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
MASKMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

MASK Klas 4
leerdoelenoefening

Slide 1 - Tekstslide

1. Politiek is
A
van algemeen belang
B
Het maken van keuzes en het nemen van beslissingen
C
Saai
D
het werk van ambtenaren

Slide 2 - Quizvraag

2. Wat is politiek ?
A
Dat wat in Den Haag gebeurd
B
Wetten bedenken
C
Maken van keuzes en besluiten zodat een land geregeerd kan worden.
D
Belasting en premies geven aan de overheid

Slide 3 - Quizvraag

3. Wat is politiek?
A
Keuzes maken
B
Alles wat we doen
C
de gemeente bellen
D
Iets met politie

Slide 4 - Quizvraag

5. Politiek is
A
het maken van keuzes
B
het bedenken van problemen
C
het uitgeven van geld

Slide 5 - Quizvraag

6. Maatschappelijk Probleem of Niet?
A
Willem Alexander en Maxima gaan scheiden
B
te weinig jongeren kiezen voor techniek
C
Benzineprijs stijgt met 3 cent per liter
D
de warme zomer

Slide 6 - Quizvraag

7. Een maatschappelijk probleem?
A
Ja
B
Nee
C
Weet ik niet
D
meer een opvoedingsprobleem

Slide 7 - Quizvraag

8. Wat is GEEN maatschappelijk probleem?
A
klimaatverandering
B
werkeloosheid
C
liefdesverdriet
D
files

Slide 8 - Quizvraag

9. Een maatschappelijk probleem is pas een maatschappelijk probleem als..
A
Het aan 1 kenmerk voldoet
B
Het aan 2 kenmerken voldoet
C
Het aan 3 kenmerken voldoet
D
Het aan 4 kenmerken voldoet

Slide 9 - Quizvraag

10. maatschappelijk probleem
(goede voorbeelden zijn )
A
filles , vervuiling
B
auto's, criminaliteit , liefdseverdriet
C
vrienden, politiek
D
jongeren, media

Slide 10 - Quizvraag

11. In Nederland bestaat de trias politica.
De trias politica betekent

A
de invloed van politieke partijen
B
de mensenrechten en plichten.
C
de scheiding van de politieke macht.
D
vrije en geheime verkiezingen.

Slide 11 - Quizvraag

12. In Nederland bestaat de trias politica.
De trias politica betekent

A
de invloed van politieke partijen
B
de mensenrechten en plichten.
C
de scheiding van de politieke macht.
D
vrije en geheime verkiezingen.

Slide 12 - Quizvraag




Wat is geen macht die hoort bij de Trias Politica?
13. Wat is geen macht die hoort bij de Trias Politica?
A
Uitvoerende macht
B
Rechterlijke macht
C
Controlerende macht
D
Wetgevende macht

Slide 13 - Quizvraag

14. Trias Politica werd bedacht door
A
Bartholomeus Dias
B
Augustus
C
Socrates
D
Charles de Montesquieu

Slide 14 - Quizvraag

15. Wat is het verschil tussen een democratie en dictatuur? In een dictatuur...
A
worden verkiezingen gehouden
B
zitten mensen in de cel
C
mag je niet zomaar je mening geven
D
heb je geen media

Slide 15 - Quizvraag

16. Duitsland werd na 1933 al snel een dictatuur. Wat is een dictatuur?
A
een leider is de absolute baas van het land
B
meerdere partijen zijn de baas van het land
C
100 leiders zijn de baas van het land
D
er is een grondwet met nageleefde grondrechten

Slide 16 - Quizvraag




Een dictatuur past bij:
17. Een dictatuur past bij:
A
alles mag en kan gezegd worden
B
Vrijheid
C
welzijn voor het volk
D
rust, orde en regelmaat

Slide 17 - Quizvraag

18. een linkse partij is
A
VVD
B
PVV
C
CDA
D
SP

Slide 18 - Quizvraag

19. Linkse partijen zijn voor
A
Vrijheid
B
Gelijkheid
C
Zelf verantwoordelijkheid
D
Kwetsbare mensen

Slide 19 - Quizvraag

20. Een linkse partij
A
is voor veel economische vrijheid
B
vindt de zorgen om het milieu overdreven
C
wil dat de uitkeringen zo laag mogelijk zijn
D
vindt dat iedereen goede zorg verdient

Slide 20 - Quizvraag

21. Wie wil een actieve overheid?
A
linkse partijen
B
midden partijen
C
rechtse partijen
D
geen een

Slide 21 - Quizvraag

22. "Het liberalisme wil een actieve overheid."
A
Juist
B
Onjuist

Slide 22 - Quizvraag

23. Deze stroming wil een actieve overheid en ongelijkheid tegengaan.
A
Sociaal-democratie
B
Liberalisme
C
Christen-democratie

Slide 23 - Quizvraag


24. Wat is een geen politieke stroming?
A
Liberalisme
B
Liberaal-Socialist
C
Christen-Democratie
D
Sociaal-Democratie

Slide 24 - Quizvraag


25. Wat is een politieke stroming?
A
Een politieke partij
B
Een groep mensen met dezelfde ideeën over het besturen van een land
C
Een aantal politieke partijen
D
Een groep mensen met dezelfde achtergrond

Slide 25 - Quizvraag