VH2 - Macht in Europa 3.1

1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen deze les
o    Ik kan uitleggen waarom er in Frankrijk en Engeland meer centralisatie zichtbaar was.
o    Ik kan uitleggen waarom Lodewijk XIV als bijnaam de Zonnekoning had.
o    Ik kan benoemen wat het Edict van Nantes inhield.
o    Ik kan uitleggen hoe Lodewijk XIV absoluut vorst werd.
o    Ik kan uitleggen hoe Lodewijk XIV met behulp van het droit divin zijn macht rechtvaardigde.
o    Ik kan uitleggen waarom de Nederlandse Willem III in 1668 koning van Engeland werd.
o    Ik kan uitleggen wat de Bill of Rights inhield.
o    Ik kan uitleggen wat de Glorious Revolution inhield.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Hugenoten zijn...
A
Franse katholieken
B
Franse calvinisten
C
Franse lutheranen
D
Nederlandse katholieken

Slide 5 - Quizvraag

9

Slide 6 - Video

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Leg uit waarom de bijnaam 'de Zonnekoning' zo goed past bij Lodewijk XIV

Slide 9 - Open vraag

Waarom wilde Lodewijk XIV niet in Parijs wonen?
A
Hij had daar geen gelukkige jeugd gehad
B
Daar waren de edelen in opstand gekomen tegen zijn vader
C
Daar stonk het altijd
D
Hij vond Parijs niet mooi

Slide 10 - Quizvraag

Bedenk eens; waarom zou zijn gehele hofhouding bij hem moeten komen wonen?

Slide 11 - Open vraag

Wat was het nut van de tuinen en fonteinen van Versailles?
A
Hier kon Lodewijk lekker wandelen
B
Hier konden de edelen tot rust komen
C
Dit was een manier om zijn macht en rijkdom te laten zien
D
Dit was een manier om zijn groene vingers te laten zien

Slide 12 - Quizvraag

Leg in je eigen woorden uit wat absolutisme betekent

Slide 13 - Open vraag

Wat is een goede bijnaam voor het leven in het paleis van Versailles?
A
de Gouden Kooi
B
de Gouden Vogel
C
De Diamant

Slide 14 - Quizvraag

Lodewijk XIV had veel geld nodig. Waar had hij dit geld voor nodig?
A
Zijn grote feesten
B
Zijn hofhouding
C
Het onderhoud van zijn paleis

Slide 15 - Quizvraag

Juist of onjuist?
De Franse edelen hoefden geen belasting te betalen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quizvraag

Say What!?
Hoeveel jaar was hij koning geweest?
A
72!
B
73!
C
74!
D
47!

Slide 17 - Quizvraag

Juist of onjuist?
De Engelse koning was absoluut vorst
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quizvraag

Juist of onjuist?
Het Engelse parlement had weinig macht
A
Juist
B
Onjuist

Slide 19 - Quizvraag

Engeland was in de 17e eeuw een....
A
Monarchie
B
Democratie
C
Tirannie
D
Oligarchie

Slide 20 - Quizvraag

Wie maakte de wetten in het Engeland van de 17e eeuw?
A
De koning
B
Het parlement
C
Koning en parlement samen
D
De gouverneur

Slide 21 - Quizvraag

Slide 22 - Tekstslide

Hoe noemen we de bestuurders van de gewesten?

Slide 23 - Open vraag

Hoe noemen we de bestuursvorm waarin een klein groepje mensen de macht heeft?
A
Democratie
B
Monarchie
C
Oligarchie
D
Tirannie

Slide 24 - Quizvraag

De Staten-Generaal besloot over
A
De wetten en de koning
B
Nieuwe wetten
C
Buitenlandse politiek en oorlog
D
Oorlog en Vrede

Slide 25 - Quizvraag

Wie was opperbevelhebber van leger en vloot?
A
De stadhouder
B
De gewesten
C
De Staten-Generaal
D
De koning

Slide 26 - Quizvraag

Stel een vraag over iets wat je nog niet helemaal snapt na deze les...

Slide 27 - Open vraag

3 losse woorden over wat je
bij blijft na deze les...

Slide 28 - Open vraag