Aardrijkskunde Wijzer H1.3 groep 5

1 / 13
volgende
Slide 1: Kaart
AardrijkskundeBasisschoolGroep 5

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Kaart

Leuk feitje:
Nederland is na de Verenigde Staten, de grootste landbouwexporteur van de wereld. De VS exporteerden in 2018 voor ongeveer 164 miljard dollar aan landbouwgoederen, goed voor ruim 9 procent van de wereldhandel in de landbouw. Nederland volgt met 6 procent.

Laat de omvang van de VS en Nederland zien en probeer de verwondering bij de kinderen op gang te brengen. Vraag: Hoe kan het nou dat wij op nummer 2 staan? Overgang naar volgende dia/kijkvraag.

Beeldvorming bij het feitje. Koppeling aan het begrip 'Kas'.
De koe
De akker
Het erf
De schuur
Het woonhuis
De boerin
Het weiland
De stal
De boerin

Het woonhuis

De stal

De schuur

Het erf

Het weiland

De koe

Slide 2 - Tekstslide

Extra mochten begrippen niet meer duidelijk zijn.

In deze kijkplaat wordt de woordenschat die nodig is in dit hoofdstuk verfrist en/of aangeleerd. Het is hierbij belangrijk om nadruk te leggen op de lidwoorden.
Na het benoemen van de individuele onderdelen op een boerderij kunnen ook nog de begrippen 'vee' en 'gewassen' besproken worden.
Waar is het vee te zien op de boerderij?
Waar vinden we de gewassen?

Slide 3 - Video

Filmpje over spruiten in een kas.
Begrip 'De kas'.

Kijkvraag: We gebruiken niet alleen akkers om groenten te verbouwen. Ik ben benieuwd of jullie uit het filmpje kunnen halen waar we nog meer groenten verbouwen. Kijk maar goed.
De kas

Slide 4 - Tekstslide

Begrip 'De kas'

Nadruk op lidwoord voor NT2

Leuk feitje:
Nederland is na de Verenigde Staten, de grootste landbouwexporteur van de wereld. De VS exporteerden in 2018 voor ongeveer 164 miljard dollar aan landbouwgoederen, goed voor ruim 9 procent van de wereldhandel in de landbouw. Nederland volgt met 6 procent.
De kas
De tuinder

Slide 5 - Tekstslide

De tuinder

Nadruk op lidwoord voor NT2

De boomgaard
De fruitteler

Slide 6 - Tekstslide

De boomgaard
De fruitteler

Nadruk op lidwoord voor NT2

Welke gewassen groeien op de akker?
A
De wortel
B
De appel
C
De tomaat
D
De aardappel

Slide 7 - Quizvraag

Quiz ter infoefening van begrip. Antwoorden zijn anoniem.
Welke gewassen groeien in de boomgaard?
A
De druif
B
De peer
C
De appel
D
De komkommer

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke gewassen groeien in de kas?
A
De tomaat
B
De paprika
C
De aardappel
D
De spruit

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Laatste controle van begrip. 

Het wiel wordt gedraaid. Er kan een gewas of boer verschijnen. De kinderen houden vingers in de lucht.

-één hoort bij de kas
-twee hoort bij de akker
-drie hoort bij de boomgaard
Maken
Bladzijdes 12, 13 en 14

Klaar? 
Taak 1, bladzijde 22

timer
20:00

Slide 11 - Tekstslide

Taak 1 is heel talig en behoeft extra uitleg. 
Alleen aan de leerlingen uitleggen die al klaar zijn om verwarring te voorkomen.
Wat heb je geleerd deze les?

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Extra uitdaging
Taak 1
Bladzijde 22

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies