1mh3e: Werkwoordspelling tt en vt

Werkwoordspelling
Leerdoel:
Ik kan de persoonsvorm tegenwoordige tijd juist schrijven.
Ik kan de persoonsvorm verleden tijd juist schrijven.
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Werkwoordspelling
Leerdoel:
Ik kan de persoonsvorm tegenwoordige tijd juist schrijven.
Ik kan de persoonsvorm verleden tijd juist schrijven.

Slide 1 - Tekstslide

Eerst even herhalen

Slide 2 - Tekstslide

Persoonsvorm tegenwoordige tijd

Slide 3 - Tekstslide

En nu oefenen!
tegenwoordige tijd en verleden tijd door elkaar

Slide 4 - Tekstslide

Persoonsvorm verleden tijd

Slide 5 - Tekstslide

Waar of niet waar?
In de tegenwoordige tijd gebruik je 't kofschip-x.
A
waar
B
niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Waar of niet waar?
Als 'jij' achter de persoonsvorm staat, schrijf je de ik-vorm.
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Waar of niet waar?
Bij een zwak werkwoord verandert de klank in de verleden tijd.
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Vorige week ... (bestellen) hij twee kilo appels.
A
besteldde
B
bestelde

Slide 9 - Quizvraag

De oude man ... (herkennen) niemand meer.
A
herkent
B
herkend

Slide 10 - Quizvraag

In de film ... (ontvoeren) het meisje drie baby's.
A
ontvoert
B
ontvoerd

Slide 11 - Quizvraag

Door de bocht in de weg ... (botsen) de auto tegen een lantaarnpaal.
A
botstte
B
botste

Slide 12 - Quizvraag

Maak een zin met het werkwoord.
Schrijf de zin in je schrift.

Slide 13 - Tekstslide

vind
vind
vind
vindt
vindt
... jij dat ook zo vreemd?
Ik ... dat niet kunnen!
IJsjes ... ik het lekkerste dat er is!
... iedereen wiskunde een leuk vak?
Wie .... dat de vakantie te kort was?

Slide 14 - Sleepvraag

Ik weet hoe ik de persoonsvorm tegenwoordige tijd moet schrijven.
😒🙁😐🙂😃

Slide 15 - Poll

Ik weet hoe ik de persoonsvorm verleden tijd moet schrijven.
😒🙁😐🙂😃

Slide 16 - Poll