Bijeenkomst 2 en 3 en 4

• Natuurkunde
• HBO
• Studiejaar 1

Inhoud bijeenkomst 1

• Kennis maken
• Startactiviteit
• Opbouw thema en plaats vak natuur 
• Waar gaat natuuronderwijs om?
• Wat moet je weten, kennen en kunnen: 
• Beroepsproduct (BP) en kennistoets (KT)
• Hfst 1&2

Kennismaken

Naam

en 

welk organisme uit de levende natuur past bij jou en welke eigenschap hoort daarbij!

Voorstellen

Nieuwsgierig - Doener - Familie

Onderzoeker - Balans - Familie

Startactiviteit: Terug in de tijd

Wat is jouw eerste herinnering als je aan natuuronderwijs denkt?

of

Wat heb je met natuur?

Hoe komt dat?

Bespreek dit met jouw buurvrouw/man

Vaak hebben de concrete activiteiten. Het doen de grootste impact gehad?

Geef jezelf de ruimte om vertrouwd te raken met dit domein. Begin niet te groot. Gebruik structuren en houd het klein..

Succeservaringen en het enthousiasme van de kinderen zetten aan tot vervolgstappen

De onderwijsstructuur

Relatie BT-BP-BH-KT-Vaklessen

Waar vind jij alle informatie?

Hoe is de periode opgebouwd?

Studenten gaan pas naar hun stageplek vanaf week 4. De rode draad is het inleveren van het BP in week 9. In week 7 horen ze welk van de vier vakken ze officieel gaan inleveren. In de weken 4 t/m 7 oefenen ze alla vakken, waaronder natuur.

We doorlopen steeds de termen, de strurturen, het Vesit-model en de officiële beoordelingszaken: KT en BP en WPB (geel is stage) en hoe het vak natuur zich hiertoe verhoudt.

Beroepstaak

Communiceren met kinderen

Beroepsproduct

Beroepshandeling

Beschrijven 

Uitvoeren

Beoordeling BP

Criteria

+

Kennistoets, KT

Beoordeling BH/Werkplekleren

Week 4-6

Ontwerpen, uitproberen, bijstellen

onderwijsactiviteiten NL, Rek, NWT en kunst.

1

Week 6

Terugkoppeling vak voor BP/BH

Formatieve feedback in les

2

Week 9

Inleveren BP

Kennistoets

3

Kennistoets (KT) / Beroepsproduct (BP) / Beroepshandeling (BH)

KT (week 9):     

Boek praktische didactiek voor natuuronderwijs

BP/ BH:

Boek praktische didactiek voor natuuronderwijs

Kerndoelen: Oriëntatie op jezelf en de wereld (moet je een beeld van hebben)

Methoden: school en werkplek

NW&T bijeenkomsten

Kennis - Inspiratie - Vragen - Intervisie

Boek is de leidraad

5-stappen plan (PDF)

Bereid je voor!

Neem vragen mee of stel vooraf

Waar gaat het om?

1. Vanuit de ogen van de kinderen

2. Vanuit de ogen van de leerkracht?

Wat zie je bij de kinderen. Schrijf dit op.

- Genieten. Met heel hun lichaam.

Ervaring en beleving

Enthousiasme

Verwondering

Wat zie jij bij de docente. Schrijf dit op.

Observeren

Vragen stellen

Kunnen boeken, websites etc de concrete werkelijkheid vervangen?

Doorvragen

Luisteren

Waar gaat het om bij natuuronderwijs?

Kennis

Houding

Vaardigheden

Denken

Doen

Beleven

De wereld begrijpen

Hoofd - Hart - Handen 

Pendelen

Beleven en doen

Nieuwsgierigheid 

Verwondering

Ontdekken

Ontwerpen

Onderzoekende houding

Kennisbasis Doelen (Meijerink, 2012)

Het leren over het belang en aard van NW&T

Het uitvoeren van NW&T onderwijs

Kennis en inzicht in de natuurlijke en gemaakte wereld

De kerndoelen

Natuur en Techniek

De leerlingen leren in de eigen omgeving veel voorkomende planten en dieren onderscheiden en benoemen en leren hoe ze functioneren in hun leefomgeving.

De leerlingen leren over de bouw van planten, dieren en mensen en over de vorm en functie van hun onderdelen.

De leerlingen leren onderzoek doen aan materialen en natuurkundige verschijnselen, zoals licht, geluid, elektriciteit, kracht, magnetisme en temperatuur.

De leerlingen leren hoe je weer en klimaat kunt beschrijven met behulp van temperatuur, neerslag en wind.

De leerlingen leren bij producten uit hun eigen omgeving relaties te leggen tussen de werking, de vorm en het materiaalgebruik.

De leerlingen leren oplossingen voor technische problemen te ontwerpen, deze uit te voeren en te evalueren.

De leerlingen leren dat de positie van de aarde ten opzichte van de zon leidt tot natuurverschijnselen, zoals seizoenen en dag-/nachtritme.

Mens en samenleving

De leerlingen leren met zorg om te gaan met het milieu.

Voorbereiding volgende bijeenkomst

Bestudeer H1 t/m H3 en H9 (PDF) en 

formuleer eventuele vragen om in bijeenkomst 2 te bespreken.

Breng je boek mee naar bijeenkomst 2 (en de andere bijeenkomsten die daarna volgen).

Opdracht methodes natuur (en technologie)

Ga in duo's aan de slag met een methode.

Probeer de rode draad te ontdekken.

Welke onderwerpen komen aan bod bij jouw doelgroep (naar keuze)?

Is er sprake van  "denken, doen en beleven" en op welke manier (2.4/2.5)?

Welke didactiek wordt ingezet (2.7)?

Waarom denk je dat deze onderwerpen worden aangeboden?

Wordt talentontwikkeling gestimuleerd (2.8)?

Welke hiaten in kennis ontdek je bij jezelf?

De studenten krijgen in tweetallen een methode van een leerjaar: handleiding, werkboeken en andere relevante materialen die hierbij horen. Ze gaan aan de slag met bovenstaande vragen.

Waarom: om planten te herkennen? Om te oefenen met waarnemen? Als inspiratie voor een les? Verplaatsen in kind (aanpassen aan niveau.) Doel? Manier van lesgeven/didactiek?

Ook deze vragen leiden tot nadenken over inhouden / bewustwording over lesgeven: hoe?

Het doel is om de studenten een breder beeld te geven van:

Inhoud, didactiek en middelen die voorhanden zijn.

Inhoud bijeenkomst 2

• Vragen theorie/BP/ vorige bijeenkomst
• 5-stappen plan
• Starten met ontwerpen

             Inspiratie ophalen

             Delen

• Vooruitblik volgende bijeenkomst
• Afronden

             

Start met natuuronderwijs

Kennis laten maken met materialen

Observeren en luisteren

Wat weten de kinderen al, welke vragen hebben zij?

Ga op onderzoek!

Een bakje met mergel gruis. Schrapers, penselen en pincetten zijn onze werktuigen. Hiermee gaan we op zoek naar de restanten van bewoners die 65 miljoen jaar geleden in de Krijtzee leefden.

Er zijn tal van fossiele resten van kreeftjes, schelpen en koralen te vinden. En wie weet vind je wel een haaientandje of een stukje van het bot van een echte Mosasaurus. 

Mergel onderzoeken

Een bakje met mergel gruis. Schrapers, penselen en pincetten zijn onze werktuigen. Hiermee gaan we op zoek naar de restanten van bewoners die 65 miljoen jaar geleden in de Krijtzee leefden.

Er zijn tal van fossiele resten van kreeftjes, schelpen en koralen te vinden. En wie weet vind je wel een haaientandje of een stukje van het bot van een echte Mosasaurus. 

Wat hebben jullie ontdekt?

Delen met elkaar

Posterpresentatie

Tekening

Verslag

Mondeling

Ontstaan van mergel

Mosasaurus

Kort even herhalen hoe de mergel ontstaan is. 

Het vinden van het skelet van de Mosasaurus in Limburg. 

Mountaiken of wielrennen

Hiken

Grotten bezoeken

Kastelen bezoeken

Verdieping

http://www.fossiel.net

 

http://www.nhmmaastricht.nl/nederlands/index2.htm

5 stappen plan

1. introductie

2. vrije exploratie (aanrommelen)

3. onderzoek

4. rapportage

5. verdieping en verbreding

Wat is jouw rol als leraar bij Natuuronderwijs?

Placemat werkvorm

Het BP

Wat zijn de criteria?

Begrijp ik wat er staat?

Wat wordt van mij verwacht?

Welke stappen ga ik de volgende stage nemen?

Wie moet ik allemaal informeren?

Hoe ziet mijn planning eruit?

Voorbereiding volgende bijeenkomst

Bestudeer Hoofdstuk 12 en Hoofdstuk 18.1 t/m 18.3

 en 

formuleer eventuele vragen om in bijeenkomst 2 te bespreken.

Breng je boek mee naar bijeenkomst 3 (en de andere bijeenkomsten die daarna volgen).

Van methode naar 5-stappen

Bijeenkomst 4

Opbouw van de les

Terugblik + Vragen

Waarnemen 

Natuurbeleving

Oefenmoment + feedback

Waarnemen

Waarnemen heeft wisselwerking met actie en daarna met nadenken.

Wat een je waarneemt is erg individueel. Je maakt altijd selecties(er zijn te veel prikkels om te verwerken<-> adhd). Je onderdrukt/filtert heel veel prikkels(/waarnemingen).

Waarnemen is meer dan registreren

Associatie met eerdere ervaringen

Gekoppeld aan verwachtingen

Interesse en kennis

Waarnemen

Associatie met eerdere ervaringen

Gekoppeld aan verwachtingen

Interesse en kennis

Informatie wordt gefilterd

Waarnemen kan je leren door rijping van de hersenen, oefenen

Van waarnemen naar observeren

Om nog duidelijker te maken wat objectief en subjectief waarnemen is gaan achtereenvolgens twee voorwerpen de groep rond, met de opdracht: neem objectief waar!:

Levende beestjes in een potje; hier ontstaat meteen reactie, vaak subjectief

Hop; eerst geen reactie, pas als je weet wat het is: voor bier! Wordt de reactie subjectief.

Doel is om duidelijk te maken om te kunnen onderzoeken is objectieve waarneming belangrijk!

Bewustwording

Meningsvorming

2

Verhoogt de betrokkenheid

Beleving

1

Objectief

Subjectief

Zakelijk

Nauwkeurigst

Feiten

Verklaren

Nieuwsgierig

Wetenschap

Waarden

Interpreteren

Verwonderen

Gevoel

Waarnemen heeft wisselwerking met actie en daarna met nadenken.

Wat een je waarneemt is erg individueel. Je maakt altijd selecties(er zijn te veel prikkels om te verwerken<-> adhd). Je onderdrukt/filtert heel veel prikkels(/waarnemingen).

Om nog duidelijker te maken wat objectief en subjectief waarnemen is gaan achtereenvolgens twee voorwerpen de groep rond, met de opdracht: neem objectief waar!:

Levende beestjes in een potje; hier ontstaat meteen reactie, vaak subjectief

Hop; eerst geen reactie, pas als je weet wat het is: voor bier! Wordt de reactie subjectief.

Doel is om duidelijk te maken om te kunnen onderzoeken is objectieve waarneming belangrijk!

00:10

Objectief en Subjectief

Bekijk de video en schrijf op wat objectieve en subjectieve waarnemingen zijn.

00:30

Deze activiteit hoort bij modderdag. Waarom zou deze plaats vinden?

00:55

Welke vakdidactische werkvorm zie jij hier?

1. Beleven
2. Ontdekkend leren
3. Voelend leren
4. Leren kiezen

Objectief

Zakelijk

Nauwkeurig

Feiten

Verklaren

Nieuwsgierig

Wetenschap

Subjectief

Waarden

Interpreteren

Verwonderen

Gevoel

Kunst

Vanuit je eigen

  ervaringen invullen

Verhoogt de betrokkenheid

Beleving

1

Bewustwording

Meningsvorming

2

Welke vorm van waarnemen is het meest geschikt om te onderzoeken?

1. Subjectief
2. Objectief

Hier wordt de brug gemaakt tussen het waarnemen en het onderzoeken.

en naar het 5 stappenplan

Onderzoek: een voorbeeld van objectief waarnemen

Van waarnemen naar classificeren, serieren, vergelijken, ordenen, identificeren

Je hebt een bakje met schelpen.

Ga deze classificeren met je groepje.

Op welke kenmerken zullen kinderen letten?

Welke vragen kan jij stellen om hun aan te zetten tot gericht waarnemen?

Welke hulpmiddelen kan jij gebruiken om de kinderen te laten waarnemen?

04:10

Spontane veranderingen

Waarom vinden kinderen dit interessant?

04:42

Welke onderzoeksvragen kan jij bedenken?

Natuurbeleving

Maak in duo's een schema 

1 student van par 6.2 en

1 student van par 6.3

• Bespreek de overeenkomsten en verschillen. Wat heb jij gemerkt tijdens jouw oefenmoment(en). Heb jij de beleving goed ingeschat of niet? Waaraan merkte je dat?

NW&T onderwijs draait om

1. Vergaren van kennis
2. Ontwikkelen van vaardigheden
3. Verkrijgen van positieve houding tav NWT
4. Alle 3 zijn juist

Neem jullie lesdoel erbij. Op welk van de 3 aspecten sluit jullie doel het meeste aan.

Ben jij je hier bewust van?

Neem jullie lesdoel erbij. Op welk van de 3 aspecten sluit jullie doel het meeste aan.
Ben jij je hier bewust van?

Benoem 2 redenen waarom NW&T een belangrijke plaats in het onderwijs verdient?

Werkvorm: PLACEMAT

Schrijf eerst voor jouzelf de informatie, antwoorden, meningen in één van de buitenste hokken van de Placemat. Hierbij vindt nog geen overleg met elkaar plaats.

Nadat iedereen klaar is met noteren, volgt een Rondpraat. 

Student 1 licht zijn antwoord toe, daarna, met de klok mee, student 2, 3.

Na de Rondpraat volgt een groepsgesprek waarin studenten elkaar verhelderingsvragen kunnen stellen en elkaar aanvullen.

De studenten noteren de gemeenschappelijke antwoorden en aspecten waarover overeenstemming is, in het middelste hok op de Placemat.

Benoem 2 redenen waarom NW&T een belangrijke plaats in het onderwijs verdient?

Noteer hier het gezamenlijk antwoord

HOE KOPPELEN KINDEREN ERVARINGEN AAN ELKAAR?

Overeenkomst

Verandering

Samenhang

Verschil

Volgorde

Systeem

Als-dan relatie

Causaal verband

Hoe koppelen kinderen ervaringen aan elkaar?

- op elkaar lijkende dingen vertonen verschillende gedrag

- Gebeurtenissen hebben een bepaalde volgorde

- Verschillende verschijnselen zijn tegelijkertijd

Wat is een misconcept?
(zoek dit op en geef een)

Ontwikkelen clusters van denkbeelden vanuit combinaties van indrukken.

Preconcepten hebben een tijdelijk karakter. 

Kleuters proberen nieuwe indrukken te toetsen en aan te passen aan hun eigen concepten. Lukt dit niet dan wordt het concept aangepast.

Is het opgebouwde concept gebaseerd op toeval of invloeden die zij niet kunnen overzien dan spreek je van misconcepten 

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

Stap 5

Er komt iets binnen

Introductie/confrontatie

Spontane verkenning

Aanrommelen

Onderzoeken 

Vastleggen van resultaten

Rapportage

Verdieping

5 stappen plan

5 stappen plan verdieping (portal hfst 9)

Beantwoord de volgende vragen:

- Wat is het doel van stap 1. 

- Wat is de rol van de leerkracht in stap 2. Waarom is dit zo belangrijk?

- Stap 3: Hoe kan je het onderzoeken vormgeven? Wat is de rol van de leerkracht in de verschillende aanpakken?

- Stap 4:  Bespreek 4 methoden hoe je dit vorm kunt geven?

Stap 5: Waarom is het belangrijk af te sluiten met een verwerkingsvorm? 

Les uitvoeren

Oefenen en feedbackmoment

• Neem de les en de benodigde materialen voor het oefenmoment.
• Welke feedback wil jij ontvangen op dit oefenmoment
• Stel 3 vragen op? Baseer je op het BP en WPB
• 
  
• Deel eerst de feedbackvragen met het groepje
  
• 
  
• Doorloop de lesactiviteit uit en geef gerichte feedback

BH en WPB

- De student leidt het gesprek op basis van een vooraf vastgesteld doel.

-  Er wordt gebruik gemaakt van levende (levenloze) natuur?

- De gebruikte materialen zijn geschikt voor de gekozen les.

- Zijn de stappen van het 5-stappen plan herkenbaar?

* De student zorgt ervoor dat de kinderen zich op hun gemak voelen.

* De student maakt bewust gebruik van verbale en non-verbale communicatie.

* De student maakt gebruik van de (5) zilveren regels .

* De student gebruikt correct Nederlands en stemt zijn taalgebruik af op de leeftijd van de

leerlingen.