4A Radioactief verval les 3

Aan het eind van deze les kunnen jullie
- een vervalreactie opstellen
- formule voor het aantal instabiele kernen gebruiken
- activiteit bepalen uit een N,t-diagram
- verband tussen aantal stabielen kernen en activiteit gebruiken
- weten jullie hoe je de massa van een bron met instabiele kernen moet berekenen
Maak aantekeningen!!
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Aan het eind van deze les kunnen jullie
- een vervalreactie opstellen
- formule voor het aantal instabiele kernen gebruiken
- activiteit bepalen uit een N,t-diagram
- verband tussen aantal stabielen kernen en activiteit gebruiken
- weten jullie hoe je de massa van een bron met instabiele kernen moet berekenen
Maak aantekeningen!!

Slide 1 - Tekstslide



Welke soort straling veroorzaakt de grootste verandering in het massagetal?

A
α-straling
B
β-straling
C
γ-straling
D
De drie soorten straling hebben hierop geen invloed.

Slide 2 - Quizvraag



Welke soort straling heeft geen invloed op de verandering van het atoomnummer?


A
α-straling
B
β-straling
C
γ-straling
D
De drie soorten straling hebben hierop geen invloed.

Slide 3 - Quizvraag

Welke isotoop ontstaat bij het verval van Cs-137? Geef het symbool en het massagetal.

Slide 4 - Open vraag

Vervalvergelijking van Cs-137
- BINAS: atoomnummer: 55; straling:  β (min) -straling 
- Isotoop zet je links van de pijl en β (min) -straling zet je rechts van de pijl
- atoomnummer en massagetal kloppend maken


Slide 5 - Tekstslide

Bij het verval van een α-straler ontstaat Polonium 215. Welke isotoop is dat? (Symbool en massagetal)

Slide 6 - Open vraag

Vervalvergelijking

Slide 7 - Tekstslide

Aantal instabiele kernen
Verandert op dezelfde
manier als de activiteit:


Slide 8 - Tekstslide

De activiteit van een radioactieve bron is gedefinieerd als:

A
het aantal instabiele kernen dat vervalt
B
het aantal instabiele kernen dat vervalt gedurende de halveringstijd.
C
het aantal instabiele kernen dat per seconde vervalt.
D
het aantal deeltjes dat een instabiele kern per seconde uitzendt.

Slide 9 - Quizvraag

Activiteit en aantal instabiele kernen



Vergelijk dit met de snelheid en afstand:

Slide 10 - Tekstslide

Snelheid uit s,t-diagram 

De snelheid v is de hellling van de
raaklijn in het s,t-diagram
(of x,t-diagram).

Zo kunnen we ook de activiteit A
uit het N,t-diagram bepalen.

Slide 11 - Tekstslide

Activiteit uit N,t-diagram
Activiteit op t = 3,0 uur:
raaklijn tekenen en
helling berekenen.
Let op: de tijd moet omgerekend
worden naar seconden

Slide 12 - Tekstslide

Bepaal de activiteit op t = 90 uur

Slide 13 - Tekstslide

Vul hier de activiteit in in Bq (alleen het getal)

Slide 14 - Open vraag

Activiteit op t = 90 uur
Helling van de raaklijn 
op t = 90 uur berekenen.
Lees zo nauwkeurig mogelijk af.

Slide 15 - Tekstslide

Formule voor N en A op tijdstip t
Activiteit is groter bij een groter aantal instabiele kernen
Activiteit is groter bij een kleinere halveringstijd

Slide 16 - Tekstslide

Bereken de activiteit op t = 90 uur

Slide 17 - Tekstslide

Berekende activiteit op t = 90 uur

Slide 18 - Open vraag

Activiteit berekenen; uitleg
Lees af uit de grafiek: t1/2 = 31 uur
Op t = 90 uur zijn er 0,75 miljoen actieve kernen, dus:


Slide 19 - Tekstslide

Opgave 47 a en b bespreken
a) Na drie halveringstijden is het aantal instabiele kernen drie keer gehalveerd, dus is er nog maar 1/8 over 
b) Na drie halveringstijden is de activiteit ook drie keer gehalveerd, dus is er nog maar 1/8 over.

Slide 20 - Tekstslide

Opgave 47c bespreken
c) Van de massa van de bron is niet maar 1/8 over omdat de instabiele kernen veranderen in kernen die bijna even zwaar zijn en die kernen blijven in de bron. De stralingsdeeltjes (α en β) die uitgezonden worden en niet in de bron blijven zijn erg licht ten opzichte van de kernen. De massa van de bron verandert dus maar een klein beetje.

Slide 21 - Tekstslide

Opgave 47d bespreken
Om de massa van de bron te berekenen heb je het aantal  kernen nodig en de massa van die kernen.
In tabel 25 van BINAS staan in de vierde kolom de atoommassa's van de isotopen in de atomaire massa-eenheid u.
Zie tabel 7B: 1 u = 1,66....10-27 kg

mbron = N x misotoop

Slide 22 - Tekstslide

Huiswerk woensdag 20 mei
Bestudeer 5.4 helemaal en je aantekeningen van de online les. Maak opgave 42, 48 en 49 op de site van peer-feedback.
Tekenblad staat op SOM; gebruik anders de grafiek in het boek

Slide 23 - Tekstslide

Als het goed is kunnen jullie nu 
- een vervalreactie opstellen
- formule voor het aantal instabiele kernen gebruiken
- activiteit bepalen uit een N,t-diagram
- verband tussen aantal stabielen kernen en activiteit gebruiken
- massa van een bron met instabiele kernen berekenen

Slide 24 - Tekstslide