4.5, 4, 6 De organen van vertering Planteneteters, vleesesters, alleseters

Bs 5+ 6 
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Bs 5+ 6 

Slide 1 - Tekstslide

dunne darm
slokdarm
dikke darm
lever
maag

Slide 2 - Sleepvraag

                                  Wat is de functie?
speeksel
maagsap
gal
darmsap
alvleessap

start vertering van zetmeel (koolhydraat); voedsel glad maken, zodat je het beter kunt doorslikken.

doden bacteriën
vertering eiwitten begint

emulgeert vetten:
grote vetdruppels worden kleine vetdruppels (maar vet blijft vet; wordt niet afgebroken, want dit sap bevat geen enzym
vertering eiwitten, vetten en koolhydraten afmaken
vertering vetten (start) en vertering eiwitten en koolhydraten 

Slide 3 - Sleepvraag

Enzymen kunnen
A
knippen OF plakken
B
knippen EN plakken
C
knippen EN DAN plakken
D
ALLEEN knippen

Slide 4 - Quizvraag

Wat doen enzymen?
A
Enzymen verbranden voedingsstoffen
B
Enzymen maken voedingsstoffen kleiner
C
Enzymen bevatten verteringssappen
D
Enzymen nemen voedingstoffen op in het bloed

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Tekstslide

verteringssap
voedingsstoffen die verteerd worden door het sap
alleen zetmeel
alleen eiwitten
zetmeel,
eiwitten en vetten
zetmeel
en eiwitten
alvleessap
darmsap
maagsap
speeksel

Slide 7 - Sleepvraag

Waar begint de vertering?

Slide 8 - Open vraag

MAAG
LEVER
DUNNE DARM
DIKKE 
DARM
TWAALF
VINGERIGE 
DARM
SPEEKSEL

-productie zoutzuur
-enzym verteerd eiwit voor een deel
-Groot oppervlak
-enzymen verteren eiwitten & koolhydraten
-opname voedingsstoffen in het bloed
Maakt gal wat vetten kleiner maakt
Bevat enzym wat zetmeel verteerd
-onttrekt water uit voedselbrij
-opname water in bloed
Hier mengen gal & alvleessap met de voedselbrij

Slide 9 - Sleepvraag

Wat is de functie van kauwen?
A
Door middel van enzymen verteren
B
Oppervlakteverkleining
C
Oppervlaktevergroting
D
Verteringssappen uitscheiden

Slide 10 - Quizvraag

ZETMEEL (KOOLHYDRATEN)
EIWITTEN
VETTEN
speeksel
maagsap
alvleessap
darmsap
darmsap
alvleessap
alvleessap

Slide 11 - Sleepvraag

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

ANUS

Slide 17 - Tekstslide

Bouw van een gebitselement
Uitwendige bouw:
  • Kroon
  • Wortel
Inwendige bouw:
  • Tandbeen
  • Glazuur
  • Cement
  • Zenuwen en bloedvaten

Slide 18 - Tekstslide

Functies
  • Kroon: deel dat buiten de kaak uit steekt
  • Wortel: deel dat in de kaak zit
  • Tandbeen: bot
  • Glazuur: zeer harde laag om het tandbeen
  • Cement: laagje om het tandbeen van de wortel

Slide 19 - Tekstslide

Delen van een gebit

  • Snijtanden: stukken van het voedsel af te bijten
  • Hoektanden: stukken van het voedsel af te bijten, hoektanden zijn puntiger dan snijtanden
  • Kiezen: fijnmalen van voedsel

Slide 20 - Tekstslide

Tandplak
  • Dun laagje aanslag, bouwt dagelijks op
  • Bestaat uit bacteriën, etensresten en speeksel

Tandplak tegen gaan:
Per dag 2 keer op de juiste manier te poetsen
Niet vaker dan 3x per dag een tussendoortje te eten



Slide 21 - Tekstslide

Tandplak en tanderosie


Tanderosie = aantasting van het gebit door zure stoffen in het voedsel

Fluoride maakt het glazuur sterker


Slide 22 - Tekstslide

Planteneters / Herbivoren:

  • Darmkanaal is lang 
  • Hebben plooikiezen om plantaardig voedsel fijn te malen
  • Hoektanden ontbreken vaak

Slide 23 - Tekstslide

Alleseters / Omnivoren:

  • Darmkanaal is middellang
  • Hebben knobbelkiezen waarmee ze voedsel fijn kunnen malen
  • Hoektanden zijn meestal aanwezig

Slide 24 - Tekstslide

Vleeseters / Carnivoren:

  • Het darmkanaal is kort
  • Hebben knipkiezen waarmee ze dierlijk voedsel in stukken kunnen knippen
  • Hoektanden zijn meestal groot en scherp

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

vragen
VRAGEN? 

Slide 27 - Tekstslide

Middellang darmkanaal
Omnivoor
Herbivoor
Carnivoor
Lang darmkanaal
Kort darmkanaal
Knipkiezen
Knobbelkiezen
Plooikiezen
Geen hoektanden
Grote hoektanden
Grote of kleine hoektanden

Slide 28 - Sleepvraag

Wat is geen onderdeel van een tand?
A
Kroon
B
Keratine
C
Cement
D
Wortel

Slide 29 - Quizvraag

Waar zitten de snijtanden?
A
Dit zijn de voorste tanden
B
Dit zijn die puntige tanden (naast de voortanden)
C
Zo worden kiezen ook genoemd
D
Dit zijn de tanden na de kiezen die later doorkomen

Slide 30 - Quizvraag

Planteneter
Vleeseter
Alleseter
Omnivoor
Herbivoor
Carnivoor

Slide 31 - Sleepvraag

Wat is de route van ons eten?
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
Dikke darm
Mond
Anus
Endeldarm
Dunne darm
Slokdarm
Maag
12-vingerige darm

Slide 32 - Sleepvraag

Waar wordt gal gemaakt?
A
Galblaas
B
Lever
C
Maag
D
Alvleesklier

Slide 33 - Quizvraag

Welke stoffen worden toegevoegd in de twaalfvingerige darm?
A
Alvleessap
B
Maagsap
C
Darmsap
D
Gal

Slide 34 - Quizvraag

Opdrachten maken
  • Wat moet je doen?
Bs 5: 5 t/m 7
Bs6: 5 t/m 7

  • Klaar?
Oefenen op biologiepagina.nl
timer
5:00

Slide 35 - Tekstslide