§5 en §6

4.5 Organen voor vertering
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

4.5 Organen voor vertering

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De mondholte (speeksel)

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Speeksel - Verteringssap
  • Speeksel bevat onder andere enzymen en het 
      maakt de voedselbrij slijmerig.

  • Speeksel wordt gevormd in de speekselklieren.

  • De enzymen in speeksel breken zetmeel af.

  • Ook is het speeksel bacteriedodend.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slikken 
Huig: schermt de neusholte af wanneer je slikt

Strotklepje: Schermt de luchtpijp af zodat je je niet verslikt

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slokdarm
  • Vervoert voedsel van de mondholte naar de maag.

  • Peristaltische bewegingen.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maag (tijdelijke opslag voedsel)
Functie: Voedsel kneden en maagsap toevoegen

Maagportier: Kringspier, sluit de uitgang van de maag. 
                             Laat af en toe kleine beetjes voedsel door.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maagsap
Maagsapklieren in de maagwand maken maagsap(=verteringssap).

Bestaat uit: Water, maagzuur en enzymen.

Functie: Deels verteren van eiwitten. 
                  Bacterie doden in voedsel.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Twaalfvingerige darm 
- Hier komen gal en alvleessap (=verteringssappen) bij het voedsel.

- Lever maakt gal aan, wordt opgeslagen in de galblaas. Vertering vetten.
- Alvleesklier maakt alvleessap. Vertering koolhydraten, eiwitten en vetten.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Emulgeren
Gal verdeelt grote vetdruppels in kleinere vetdruppels= emulgeren
De oppervlakte van de vetdruppels 
worden vergroot zodat de 
verteringssappen sneller 
kunnen werken.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dunne darm


Functies
:
- Voegt darmsap(=verteringssap) toe aan voedsel.
- Neemt voedingsstoffen op in het bloed via darmvlokken.
- Neemt veel water op uit de voedselbrij, afkomstig van verteringssappen.

Darmsap: Enzymen maken vertering van koolhydraten en eiwitten af.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dikke darm
Functie:
- Dikt voedselbrij in door water uit de voedselbrij te halen.
- Bacteriën in de dikke darm verteren voedingsvezels.

 Wat gebeurt er als de dikke darm onvoldoende water haalt uit de dikke darm?

Slide 11 - Tekstslide

Diarree
Endeldarm = Tijdelijke opslag onverteerde voedingsresten
Anus = sluit endeldarm af

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ontlasting
Onverteerde voedselresten verlaten endeldarm via de anus.


Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nu:
Thema 4, §5
Opdr. 35 t/m 38

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bouw van een gebitselement
Uitwendige bouw:
  • Kroon
  • Wortel
Inwendige bouw:
  • Tandbeen
  • Glazuur
  • Cement
  • Tandholte

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planteneters / Herbivoren:

  • Darmkanaal is lang 
  • Hebben plooikiezen om plantaardig voedsel fijn te malen
  • Hoektanden ontbreken vaak

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Alleseters / Omnivoren:

  • Darmkanaal is middellang
  • Hebben knobbelkiezen waarmee ze voedsel fijn kunnen malen
  • Hoektanden zijn meestal aanwezig

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vleeseters / Carnivoren:

  • Het darmkanaal is kort
  • Hebben knipkiezen waarmee ze dierlijk voedsel in stukken kunnen knippen
  • Hoektanden zijn meestal groot en scherp

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nu:
Thema 4, §6
Opdr. 44 t/m 47

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies