H5 Spelling herhaling en schrijfopdracht - 30 september 2022

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
  • huiswerk bespreken:
    opdracht 3 blz. 155
    opdracht 3 blz. 13
  • Zelf aan de slag

Slide 3 - Tekstslide

Antwoorden opdracht 3 blz. 155

Slide 4 - Tekstslide

Hoe zat het 
ook alweer met hoofd- en bijzaken en kernzinnen?
Hoe zat het ook alweer met hoofd- en bijzaken en kernzinnen?

Slide 5 - Tekstslide

Hoofd- en bijzaken en kernzinnen
De belangrijkste informatie in een tekst noemen we de hoofdzaken. Wat niet zo belangrijk is, zijn de bijzaken. De hoofdzaken van een tekst vind je vaak op voorkeursplaatsen, zoals de inleiding en het slot van een tekst.
De hoofdzaak van een alinea staat vaak in de kernzin. Dat is meestal de eerste zin van de alinea en soms de laatste. In de zinnen voor of na de kernzin staat dan een nadere uitleg of een voorbeeld.

Slide 6 - Tekstslide



Antwoorden opdracht 3 blz.13

Slide 7 - Tekstslide

Antwoorden opdracht 3  - blz.14
1. sociale vaardigheden
2. eigen antwoord

3a. sloten buiten (al. 1): lieten niet meedoen
b. verschraling (al. 2): vermindering van kwaliteit
c. ontwikkeling (al. 4): verandering (die doorwerkt op andere gebieden)

Slide 8 - Tekstslide

Vervolg antwoorden opdracht 3  - blz.14
d. voldoen (al. 4): geschikt zijn; passen (in de situatie)
e. toereikend (al. 6): genoeg; voldoende
f. interpreteren (al. 7): verklaren; uitleggen
g. empathie (al. 7): vermogen om je in iemand in te leven
h. op gezette tijden (al. 8): op vaste momenten
i. motto (al. 8): (toepasselijke) spreuk

Slide 9 - Tekstslide

Vervolg antwoorden opdracht 3  - blz.14

Slide 10 - Tekstslide

Vervolg antwoorden opdracht 3  - blz.14

Slide 11 - Tekstslide

Je kunt en weet nu ...
... hoe je hoofd- en bijzaken uit een tekst kunt halen en kernzinnen kunt herkennen en formuleren.

Slide 12 - Tekstslide

Zelf aan de slag
  1. Schrijf een brief aan een geliefd familielid.
  2. De brief heeft minimaal 300 woorden.
  3. Pas de spellingsregels van de afgelopen lessen toe!
  4. Na 15 minuten laat je je brief nakijken door je buur en jij kijkt zijn of haar brief na.
  5. Wissel je brief weer om en kijk wat de verbeteringen zijn.

Slide 13 - Tekstslide

Goed weekend!

Slide 14 - Tekstslide