Spieren

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo b, k, t
• Leerjaar 1

dierentuin

Ontwerp jullie eigen dierentuin.

de dieren in een verblijf moeten 1 eigenschap gemeenschappelijk hebben.

Er mogen geen dieren overblijven.

Geef aan welke gemeenschappelijke eigenschap de dieren hebben.

Maak er een mooi, gezellig park van.

Aan einde van deze les presenteren we de dierentuinen aan elkaar

Het skelet maakt beweging mogelijk. Daarvoor zijn ook spieren nodig. Spieren zitten aan je botten vast. Spieren en skelet zorgen samen voor bewegingen. Alle spieren samen vormen het spierstelsel. 

lesdoel

Jullie leren wat spieren zijn, en hoe deze werken;

Leer je wat antagonisten zijn;

Maken jullie opdracht 4 van het PO boekje

Spieren

• Aan je botten zitten spieren. Hierdoor kan je bewegen.
• Al deze spieren samen noem je het spierstelsel.
• Je lichaam heeft nog meer spieren, deze spieren zitten in je organen zoals je maag en hart.

Waar zitten al je spieren?

• spieren zitten onder je huid
  
• zitten aan de botten vast zodat je ze kunt bewegen
• spieren zitten in organen (maag, darmen)
• je hart is een spier
  
• aan elk haartje zit een spiertje

 spierbevestiging en spierbewegingen 

Wat doe je met je spieren?

• Bewegen van je lichaam 
• Bijvoorbeeld: lachen, praten, lopen, buigen en strekken
• Buigpieren en strekspieren 
• Dit noem je antagonisten

https://www.bioplek.org/animaties/spieren_botten/antagonistenx.html

Antagonisten 

Iedere spier heeft een antagonist.

Een spier kan namelijk zichzelf niet ontspannen: daar heeft hij zijn antagonist voor nodig!!

antagonisten

Antagonisten:    Buig- en strekspier 

Spierblessures

Spierpijn: er blijven afvalstoffen in de spier achter.

Spierkneuzing: er zijn bloedvaatjes in de spier stukgegaan.

Spierkramp: een spier trekt plotesling samen.

Spierscheuring/zweepslag: er ontstaat een scheurtje in de spier.

aan de slag

maak les 4 (spieren en conditie)