Die winkelier moet gestraft worden. Je slaat iemand toch niet neer, omdat hij een brood steelt.
A
Argumentatie op basis van feiten
B
Argumentatie op basis van nut
C
Argumentatie op basis van geloof
D
Argumentatie op basis van normen en waarden
Slide 6 - Quizvraag
Stacey gaat volgens mij helemaal niet naar Australië, ik denk namelijk niet dat ze slaagt.
A
Argumentatie op basis van nut
B
Argumentatie op basis van vermoedens
C
Argumentatie op basis van onderzoek
D
Argumentatie op basis van normen en waarden
Slide 7 - Quizvraag
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Huiswerk
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Tot slot ...
- je kent de begrippen standpunt en argument
- je kan onderscheid maken tussen objectieve en subjectieve argumenten
- je kan verschillende soorten argumentatie onderscheiden
Slide 21 - Tekstslide
Volgende week...
Woensdag 20 januari gaan we verder met argumentatie.
Lees vóór de les paragraaf 2 en maak opdracht 5, 6, 7 en 8.
Hierna komen nog twee opwarmertjes!
Slide 22 - Tekstslide
Nederland moet meedoen met de ontwikkeling van de nieuwe straaljager, want dat levert werkgelegenheid op. En werkgelegenheid is goed voor de economie. Van welk type argumentatie is sprake?
Argument 2
A
Argumentatie op basis van vergelijking
B
Argumentatie op basis van voor- en nadelen.
C
Argumentatie op basis van autoriteit
D
Argumentatie op basis van voorbeelden
Slide 23 - Quizvraag
Hij is geschikt voor deze baan als operateur, want hij heeft al 5 jaar werkervaring. Hij werkte hiervoor immers in dezelfde functie bij een Cinema Opera.