In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
les 2 MTH
medicatie toedienen H. 4
Slide 1 - Tekstslide
Lesdoelen
Aan het einde van deze les weet je:
-het verschil tussen lokale- en systemische toediening.
-de verschillende parenterale toedieningsvormen.
-hoe te handelen bij een prikaccident.
Slide 2 - Tekstslide
Wat hebben we vorige week geleerd?
Slide 3 - Woordweb
Lokale toediening
-Direct op de plaats van werking
- Lokaal op huid/slijmvlies
- Lokaal in de longen, ogen, op de huid, vaginaal,
Slide 4 - Tekstslide
Systemische toediening
Oraal (per os) of rechtstreeks in het bloedvat.
Zorgt voor opname in het bloed.
Voorbeelden:
(kauw)tabletten, maagsapresistente tabletten (enteric coated), vertraagde afgifte (mga), sublinguaal (in de mond smelten)spray onder de tong, capsules, drankjes
Slide 5 - Tekstslide
Rectale toediening
Zetpil (suppositoria)
Klysma (rectiole)
Redenen:
-als oraal gebruik maagklachten geeft
-als patiënt slecht kan slikken
-als patiënt misselijk is of moet braken
-het rectum plaatselijk behandeld moet worden
Slide 6 - Tekstslide
Parenterale (via de huid) toediening
Per injectie:
flacon
ampul
flacon/ampul onopgelost
infuuszak
kant en klare injectiespuit (griepvaccinatie)
Slide 7 - Tekstslide
Intracutaan
Subcutaan
Intramusculair
Intraveneus
In de huid
In de ader
In de spier
Onder de huid
Slide 8 - Sleepvraag
Slide 9 - Tekstslide
Voorbehouden handeling
Noem 4 VBH (H1.4)
BIG voorwaarden
Geen fouten maken -> geneesmiddel komt direct in het lichaam