Herhaling tijdvak 4

Herhaling tijdvak 4
Tijd van Steden en Staten
1000-1500 (Late Middeleeuwen)
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Herhaling tijdvak 4
Tijd van Steden en Staten
1000-1500 (Late Middeleeuwen)

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Ik ken de kenmerkende aspecten van tijdvak 4
Ik kan de kenmerkende aspecten gebruiken om mijn kennis te ordenen

Slide 2 - Tekstslide

Kenmerkende aspecten
  1. De opkomst van handel en ambacht die de basis legde voor het herleven van een agrarisch-urbane samenleving.
  2.  De opkomst van de stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van steden.
  3. Het conflict in de christelijke wereld over de vraag of de wereldlijke dan wel de geestelijke macht het primaat behoorde te hebben.
  4. De expansie van de christelijke wereld naar buiten toe, onder andere in de vorm van de kruistochten.
  5. Het begin van staatsvorming en centralisatie.

Slide 3 - Tekstslide

1. De opkomst van handel en ambacht die de basis legde voor het herleven van een agrarisch-urbane samenleving.

Slide 4 - Tekstslide

Agrarisch-Urbane samenleving
  • Vanaf 11de eeuw vernieuwingen in de landbouw:
        Drieslagstelsel, nieuwe ploeg
Gevolgen:
  • Landbouwproductie nam toe --> voedseloverschotten
  • Bevolkingsgroei
  • Ontstaan specialisatie en nijverheid/ambacht
  • Toename handel en ontstaan markten
  • Terugkeer van steden

Slide 5 - Tekstslide

Tijdvak 3

  • Agrarische samenleving
  • Zelfvoorzienende domeinen
  • Lokale ruilhandel
  • Horigheid


Tijdvak 4

  • Argrarisch-urbane samenleving
  • Steeds meer steden
  • Handel over lange afstanden
  • Meer zelfstandigheid

Slide 6 - Tekstslide

Agrarisch-urbane samenleving
  • Toename handel vraagt om betere organisatie:
  • Ambachtslieden verenigen zich in gilden
  • Handelaren sluiten handelsverbonden --> De Hanze
  • Geldeconomie keert terug: nieuwe munten en wisselbrieven
  • Vorsten stimuleren de handel: versterken economische en politieke positie

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

2. De opkomst van de stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van steden.

Slide 9 - Tekstslide

Opkomst stedelijke burgerij en zelfstandigheid van steden
  • Steden worden door handel steeds rijker:
  • willen meer rechten en zelfstandigheid
  • Adel wil meedoen aan opkomende geldeconomie maar hebben vooral land
  • Adel verkoopt stadsrechten (macht) in ruil voor geld (belasting)

Gevolgen:
Afname macht van de adel
Toename zelfstandigheid van de steden

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

3. Het conflict in de christelijke wereld over de vraag of de wereldlijke dan wel de geestelijke macht het primaat behoorde te hebben.

Slide 12 - Tekstslide

Conflict tussen de wereldlijke en de geestelijke macht
Wereldlijke macht: politieke macht (koningen/keizers)



Geestelijke macht: macht over de kerk (paus/bisschoppen)


Primaat: hoogste macht

Slide 13 - Tekstslide

Conflict tussen de wereldlijke en de geestelijke macht
  • Investituur = benoemen van bisschoppen
  • Recht van investituur was eigenlijk religieus
  • Maar Duitse keizer benoemde ook bisschoppen
  • Waren ook zijn leenmannen
  • Investituurstrijd tussen paus en Duitse keizer

Slide 14 - Tekstslide

Conflict tussen de wereldlijke en de geestelijke macht
  • Concordaat van Worms 1122: einde investituurstrijd
  • Paus benoemt bisschop en geeft geestelijke macht
  • Keizer geeft bisschop wereldlijke macht
  • Eigenlijk winst voor de paus

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

4. De expansie van de christelijke wereld naar buiten toe, onder andere in de vorm van de kruistochten.

Slide 17 - Tekstslide

De expansie van de christelijke wereld
  • Motieven oproep tot kruistocht:
  • Hulpvraag Byzantijnse keizer
  • Jeruzalem bevrijden van de Seldjoeken
  • Uitbreiding christendom

Slide 18 - Tekstslide

De expansie van de christelijke wereld
  • 1096-1099 Eerste Kruistocht: verovering Jeruzalem en stichting kruisvaardersstaten
  • Maar in de eeuwen daarna veroverden moslims de gebieden weer terug

Slide 19 - Tekstslide

De expansie van de christelijke wereld
  • Gevolgen kruistochten
  • Korte termijn:
    Toename christelijk religieus geweld
    Toename handel
  • Lange termijn:
    kennismaking Arabische/klassieke wetenschap
    spanningen tussen christenen en moslims

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

5. Het begin van staatsvorming en centralisatie

Slide 22 - Tekstslide

Het begin van staatsvorming en centralisatie
Staatsvorming = het streven van vorsten naar een aaneengesloten stuk grondgebied
 met een stevig bestuur

Centralisatie = het streven naar vorsten hun hele gebied zo direct mogelijk te besturen vanuit een hoofdstad

Slide 23 - Tekstslide

Het begin van staatsvorming en centralisatie
  • Vroege middeleeuwen: leenstelsel op basis van trouw
  • Maar leenmannen gaan grond als eigendom zien
  • --> leenheer/vorst minder machtig
  • Late middeleeuwen: ambtenaren en huursoldaten
  • --> macht blijft bij de vorst
  • Wel geld nodig voor salaris van ambtenaren en soldaten

Slide 24 - Tekstslide

Het begin van staatsvorming en centralisatie
  • Engeland: mislukte centralisatie
    --> Magna Carta
  • Frankrijk: succesvolle centralisatie
    --> Lodewijk XI steeds meer macht
  • Bourgondië: wisselend succesvol
    --> gebied wordt uitgebreid maar macht ligt deels ook bij Staten-Generaal 
    (wel gecentraliseerd overleg)

  • Verzet tegen centralisatie = particularisme

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Voor de centralisatie zochten vorsten steun bij de opkomende handelssteden.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 27 - Quizvraag

Met de Magna Carta van 1215 werd de macht van de Engelse koning beperkt.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 28 - Quizvraag

Het weer opkomen van steden in tijdvak 4 was een oorzaak van betere technieken in de landbouw.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 29 - Quizvraag

Welk land centraliseerde méér?
A
Duitsland
B
Engeland

Slide 30 - Quizvraag

Welk kenmerkend aspect past bij deze afbeelding?
A
De opkomst van handel en ambacht die de basis legde voor het herleven van een agrarisch-urbane samenleving.
B
Het conflict in de christelijke wereld over de vraag of de wereldlijke dan wel de geestelijke macht het primaat behoorde te hebben.
C
De expansie van de christelijke wereld naar buiten toe, onder andere in de vorm van kruistochten.
D
Het begin van staatsvorming en centralisatie.

Slide 31 - Quizvraag

Welk kenmerkend aspect past bij deze afbeelding?
A
De opkomst van handel en ambacht die de basis legde voor het herleven van een agrarisch-urbane samenleving.
B
Het conflict in de christelijke wereld over de vraag of de wereldlijke dan wel de geestelijke macht het primaat behoorde te hebben.
C
De expansie van de christelijke wereld naar buiten toe, onder andere in de vorm van kruistochten.
D
Het begin van staatsvorming en centralisatie.

Slide 32 - Quizvraag

Welk kenmerkend aspect past bij deze afbeelding?
A
De opkomst van handel en ambacht die de basis legde voor het herleven van een agrarisch-urbane samenleving.
B
Het conflict in de christelijke wereld over de vraag of de wereldlijke dan wel de geestelijke macht het primaat behoorde te hebben.
C
De expansie van de christelijke wereld naar buiten toe, onder andere in de vorm van kruistochten.
D
Het begin van staatsvorming en centralisatie.

Slide 33 - Quizvraag

Leg uit dat het verlenen van stadsrechten voordeel had voor zowel de stad als voor de landsheer.

Slide 34 - Open vraag