1.4 / 2.4 schrijven en formuleren

Lesdoelen 
In deze paragraaf leer je:

  • hoe je een e-mail schrijft;
  • hoe je formeel en informeel schrijft.

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Lesdoelen 
In deze paragraaf leer je:

  • hoe je een e-mail schrijft;
  • hoe je formeel en informeel schrijft.

Slide 1 - Tekstslide

Leertekst: Zakelijke e-mail
Een zakelijke e-mail schrijf je aan iemand die je niet persoonlijk kent, bijvoorbeeld aan de afdelingsleider van school. Ook aan bedrijven en instellingen schrijf je zakelijke e-mails. In zakelijke e-mails gebruik je beleefdere taal dan in persoonlijke e-mails. Formeel taalgebruik


Een persoonlijke e-mail schrijf je aan iemand die je goed kent: een familielid, vriend of kennis. Voor dit soort e-mails zijn weinig regels: je noemt het onderwerp, begroet de ander en je noemt je naam. Informeel taalgebruik

Slide 2 - Tekstslide

Regels voor het schrijven van een zakelijke email

Slide 3 - Tekstslide

Zakelijke e-mail
Een zakelijke brief/e-mail schrijf je aan iemand die je niet kent. Je schrijft ook altijd met een bepaald doel, bijvoorbeeld omdat je een klacht hebt, een officiele vraag wilt stellen of bijvoorbeeld wilt solliciteren.

Bij een zakelijke brief maak je gebruik van formeel taalgebruik. Dat betekent dat je nette woorden en zinnen gebruikt en de lezer aanspreekt met u.

Slide 4 - Tekstslide

Geachte heer/ mevrouw,
Past goed bij een......
A
Persoonlijke e-mail
B
Zakelijke e-mail

Slide 5 - Quizvraag

Formeel of Informeel
  • Een informeel gesprek is een gesprek met familie en vrienden.

Informeel: je / jou, vlottere taal en grapjes maken mag.

Als je een berichtje stuurt aan een vriend(in) of je ouders, gebruik je informele taal: je schrijft je en jij en je gebruikt emoticons; je let niet zo op je spelling en je maakt je zinnen niet altijd netjes af. Je schrijft vaak zoals je spreekt.


  • Een formeel gesprek voer je met bijv de dokter of schooldirecteur.

Formeel: U, nette taal, je bent beleefd.

In zakelijke e-mails is dat anders. Daar gebruik je officiële taal, formeel taalgebruik. Let dan op de volgende punten:

• spreek de ander aan met u;

• gebruik nette woorden;

• schrijf in hele zinnen;

• gebruik niet te veel spreektaal.


Slide 6 - Tekstslide

0

Slide 7 - Video

Informeel taalgebruik

Als je een tekst schrijft, houd je rekening met wie het leest.
Een e-mail aan je beste vriend of vriendin zal heel anders zijn dan een e-mail aande directeur van je school.
Dat verschil zit in de inhoud, maar ook in het 
taalgebruik
.

In een persoonlijke tekst gebruik je 
informele taal
. Dat  wil zeggen dat je:
- de ander aanspreekt met 
je en jij
.
- vaker woorden schrijft die je ook gebruikt als je praat.


Slide 8 - Tekstslide

  • In een persoonlijke e-mail mag je informele taal gebruiken:
    - Je schrijft dan je  en jij.
    - Je gebruikt geen moeilijke woorden.
    - Je mag tekens gebruiken zoals :) en ;-).
  • Is je e-mail wat langer? Dan is het belangrijk
    dat je alinea’s maakt. Dat maakt het lezen prettiger.


Slide 9 - Tekstslide

Formeel taalgebruik
Informeel taalgebruik
''Geachte ...''
Whatsapp-bericht
''Lieve oma,''
Sollicitatiebrief
''Groetjes!''
''Ik hoor graag van u!''
Emoji's 
Deftig
Krantenartikel
Recensie
E-mail aan een docent

Slide 10 - Sleepvraag

In een zakelijke email gebruik je formele taal.
A
Waar.
B
Niet waar.

Slide 11 - Quizvraag

Hoogachtend,
A
Formeel
B
Informeel

Slide 12 - Quizvraag

Beste meneer,

A
informeel
B
formeel

Slide 13 - Quizvraag

Kijk uit joh!
Dit is formeel/informeel
A
formeel
B
informeel

Slide 14 - Quizvraag

Ik wil mijn nieuwe camera laten repareren bij de zaak waar ik die gekocht heb. Ik schrijf een ..................................... e-mail naar die afdeling.


A
zakelijke
B
persoonlijke

Slide 15 - Quizvraag

OPBOUW
INLEIDING
  • Geef reden voor schrijven van e-mail/brief.
  • Begin met een hoofdletter.

MIDDENSTUK
  • Geef meer informatie over het onderwerp.
  • Bespreek één deelonderwerp per alinea.

SLOT
  • Geef aan wat je van de lezer verwacht of wat de boodschap samen. 

Slide 16 - Tekstslide

Schrijfwijze van namen
  • Je schrijft een hoofdletter waar de naam begint
  • Dit kan de voornaam zijn, maar ook de achternaam
  • Let goed op bij de tussenvoegsels (de, van, van der, etc.)
  • In de aanhef gebruik je alleen de achternaam 
  • Onderaan schrijf je altijd je eigen voornaam en achternaam



Slide 17 - Tekstslide

Schrijfwijze van namen in de aanhef


Geachte mevrouw Sluis,
Geachte mevrouw Sluis - van Wiel,
Geachte mevrouw De Waag - Dekkers,
Geachte mevrouw Van Geest - van der Togt,
Geachte heer Wagemakers,
Geachte heer Van 't Lam,

Slide 18 - Tekstslide

Conventies zakelijke e-mail
  • Aan:
  • CC:
  • Onderwerp:
  • Aanhef                  (Geachte heer/mevrouw)
  • Inleiding               (Mijn naam is.............)
  • Kern                        (Vertel waar je e-mail over gaat)
  • Slot                          (Vertel wat je graag zou willen) 
  • Slotformule         (Met vriendelijke groet, )
  • Jouw voor- en achternaam    

Slide 19 - Tekstslide

De opmaak
  • Vul de onderwerpsregel in  (kort en bondig)

  • Aanhef; ( je gebruikt achternamen)
  • Inleidende zin
  • Alinea 1
  • Alinea 2
  • Afsluitende zin
  • Slotformule
  • Naam

Slide 20 - Tekstslide

De inleidende zin
  • In de inleidende zin vertel je altijd waarom je de e-mail schrijft.
  • Als in de opdracht staat dat je jezelf moet voorstellen, dan doe je dat ook in de inleidende zin.

Slide 21 - Tekstslide

Het middenstuk
  • Je zakelijke e-mail bestaat altijd uit minimaal twee alinea's in het middenstuk 
  • In deze alinea's beschrijf je de meeste verplichte punten uit de opdracht 
  • Maak gebruik van de situatiebeschrijving om de verplichte punten te verwerken 
  • Staat de info niet in de situatieomschrijving? Bedenk het dan zelf! 
  • Beschrijf deze punten kort en bondig 
  • Gebruik makkelijke taal! Zo voorkom je spelfouten

Slide 22 - Tekstslide

Afsluitende zin
In de afsluitende zin sluit je de e-mail netjes af. Je kan hier vaak het laatste verplichte punt voor gebruiken.
  • Ik hoop spoedig van u te horen.
  • Ik ontvang graag snel een reactie.
  • Ik vraag u om binnen twee weken te reageren.

Slide 23 - Tekstslide

Slotformule en naam
Gebruik een van de twee slotformules:
  • Met vriendelijke groet,
  • Hoogachtend,
Soms staat in de opdracht welke slotformule je kan gebruiken.

Sluit af met je voornaam en achternaam.

Slide 24 - Tekstslide