les 2- schrijven les 1

1mbA/ 1mbB / 1miA voorbereiding IE 
-welkom
- terugblik CE - cijfer! 
- over de examens
- theorie zakelijke e-mail 
- huiswerk formuleren en stijl 
- afronding en huiswerk

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

1mbA/ 1mbB / 1miA voorbereiding IE 
-welkom
- terugblik CE - cijfer! 
- over de examens
- theorie zakelijke e-mail 
- huiswerk formuleren en stijl 
- afronding en huiswerk

Slide 1 - Tekstslide

resultaat CE
plaza - cijferlijst 
sorteer op toetsdatum (dat is het makkelijkst)
cijfer met decimaal bv: 7,1 

Slide 2 - Tekstslide

trucje: 11 - (je cijfer voor het ce) = het cijfer dat je moet halen 

Slide 3 - Tekstslide

welk cijfer moet jij gemiddeld halen?

Slide 4 - Woordweb

planning p3
zie teams - kanaal algemeen - lesmateriaal - AVO - Nederlands - leerjaar 3

Let goed op wanneer je moet pres(en)teren
Voorwaardelijke eisen om mee te doen aan IE 
Planning IE volgt 

Slide 5 - Tekstslide

LessonUp
alle lessen in LessonUp om terug te kijken. Ook als je een keer mist. je moet daarvoor een klascode invullen 

bvwdx


Ik zet de links ook in TEAMS in jullie kanaal. 

Slide 6 - Tekstslide

wat weet je nog van formele en informele taal?

Slide 7 - Open vraag

Formele taal / informele taal
Formele taal:
  • Het taalgebruik is formeel als je schrijft voor mensen die je niet kent.
  • De tekst gaat dan meestal over zakelijke dingen.
  • Als je formeel schrijft, spreek je de lezer aan met 'u' en is je toon beleefd.
  • Je woordkeus bepaalt de toon van de tekst.

Slide 8 - Tekstslide

Formele taal / informele taal
Informele taal:
  • Het taalgebruik is informeel als je schrijft voor vrienden, bekenden of leeftijdsgenoten.
  • Het gaat vaak over alledaagse dingen.
  • Als je informeel schrijft, spreek je de lezer aan met 'je'. 
  • Bij informele taal gebruik je vaak dezelfde woorden als wanneer je spreekt.

Slide 9 - Tekstslide

aanhef
inleiding
kern
afsluitende zin
slotformule
naam
geef aan wat je verwacht
vertel wat er aan de hand is 
Geachte heer/mevrouw,
aanleiding voor het mailen
hoogachtend
Kyra Asbroek

Slide 10 - Sleepvraag

Met welk woord begint de aanhef van een zakelijke e-mail altijd?
A
Beste
B
Geachte
C
Hallo
D
Beste of Geachte

Slide 11 - Quizvraag

Je schrijft de zakelijke e-mail aan Lars Wouters. Welke aanhef gebruik je?
A
Geachte meneer Wouters,
B
Geachte Lars Wouters,
C
Geachte heer,
D
Geachte heer Wouters,

Slide 12 - Quizvraag

Je schrijft de zakelijke e-mail aan de klantenservice van de Hema. Welke aanhef gebruik je?
A
Geachte klantenservice,
B
Geachte Hema,
C
Geachte heer/mevrouw,
D
Geachte medewerker,

Slide 13 - Quizvraag

Schrijfwijze van namen
  • Je schrijft een hoofdletter waar de naam begint
  • Goed is: mevrouw Van der Sluis, heer De Roo (tussenvoegsel maar 1x hoofdletter) -> mevrouw Van der Sluis- van der Knoppen
  • Let goed op bij de tussenvoegsels (de, van, van der, etc.)
  • In de aanhef gebruik je alleen de achternaam 
  • Onderaan schrijf je altijd je eigen voornaam en achternaam



Slide 14 - Tekstslide

Schrijfwijze van namen in de aanhef


Geachte mevrouw Sluis,
Geachte mevrouw Sluis - van Wiel,
Geachte mevrouw De Waag - Dekkers,
Geachte mevrouw Van Geest - van der Togt,
Geachte heer Wagemakers,
Geachte heer Van 't Lam,

Slide 15 - Tekstslide

Je schrijft een zakelijke e-mail aan thomas van der boom. Hoe schrijf je de aanhef?

Slide 16 - Open vraag

Je schrijft een zakelijke e-mail aan saskia de vrede - van burg. Hoe schrijf je de aanhef?

Slide 17 - Open vraag

De inleidende zin
  • In de inleidende zin vertel je altijd waarom je de e-mail schrijft.
  • Als in de opdracht staat dat je jezelf moet voorstellen, dan doe je dat ook in de inleidende zin.

Slide 18 - Tekstslide

Het middenstuk
  • Je zakelijke e-mail bestaat altijd uit minimaal één alinea in het middenstuk 
  • In deze alinea beschrijf je de meeste verplichte punten uit de opdracht 
  • Maak gebruik van de situatiebeschrijving om de verplichte punten te verwerken 
  • Staat de info niet in de situatieomschrijving? Bedenk het dan zelf! 
  • Beschrijf deze punten kort en bondig 
  • Gebruik makkelijke, maar nette taal! Zo voorkom je spelfouten

Slide 19 - Tekstslide

Afsluitende zin
In de afsluitende zin sluit je de e-mail netjes af. Je kan hier vaak het laatste verplichte punt voor gebruiken.
  • Ik hoop spoedig van u te horen.
  • Ik ontvang graag snel een reactie.

Slide 20 - Tekstslide

Slotformule en naam
Gebruik een van de twee slotformules:
  • Met vriendelijke groet,
  • Hoogachtend,
Soms staat in de opdracht welke slotformule je kan gebruiken.

Sluit af met je voornaam en achternaam.

Slide 21 - Tekstslide

Welke vragen zijn er nog?

Slide 22 - Open vraag

tot slot: 
maak de opdrachten die horen bij  
Formuleren en Stijl 1.1 /1.2 en 1.3 
(Boek B blz 212 - 223)
OF 
Spelling 5.1/5.2/5.3 
(Boek B blz 199 - 207)

lees de theorie van de zakelijke e-mail nog een keer door
Volgende les: zakelijke e-mail oefenen. 

Slide 23 - Tekstslide