Interviewvragen

Welkom!
Nederlands
Mevrouw Knuit, KTI
kti@jfc.nl


1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Nederlands
Mevrouw Knuit, KTI
kti@jfc.nl


Slide 1 - Tekstslide

Stillezen
timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

- Wat maakt een goed interview een goed interview?
- Interview voorbereiden - onderzoek doen
- Vragen bedenken

Planning deze les:

Slide 3 - Tekstslide


- Je weet aan welke voorwaarden een interview moet voldoen
- Je hebt verschillende vragen voor je interview op papier staan
- Je weet hoe je kunt reageren als iemand niet reageert zoals jij verwacht. 


Doel van de les

Slide 4 - Tekstslide

Wat voor soort vragen moet je stellen
in een 'goed' interview?

Slide 5 - Woordweb

1. Hoe zorg je voor een goede sfeer? 

2. Hoe zorg je dat de ander zich op zijn gemak voelt? 

3. Hoe breng je balans in luisteren en praten?

4. Wat is een passende non-verbale communicatie? 
Gesprekken voeren (blz. 92/93)

Slide 6 - Tekstslide

Non-verbale communicatie: alles wat je zegt zonder woorden

- de ruimte
- je kleding + uitstraling
- hoe je zit
- je gezichtsuitdrukking
- je stem
- gewoontes 
Op je gemak voelen

Slide 7 - Tekstslide

- Tikken met je balpen?
- Aan je neus kriebelen?
- Aan je ketting frunniken? 
- Vaak met je ogen knipperen? 
Gewoontes

Slide 8 - Tekstslide

• De interviewer leidt het interview goed in;
• Je stelt één vraag tegelijk;
• Je stelt open en neutrale vragen;
• Hij geeft de geïnterviewde tijd om rustig over zijn antwoorden na te denken;
• Hij luistert goed;
• Hij vraagt door als iets niet duidelijk is;
• Zijn houding tegenover de geïnterviewde is correct;

Goed interview (blz. 94,95)

Slide 9 - Tekstslide

NIET DOEN 

  • gesloten vragen (vragen die je alleen met ja/nee kan beantwoorden) 
  • lijstje met vragen voorlezen
  • alleen maar vragen van je lijstje vragen
  • alleen maar naar je papier kijken
WEL DOEN 

  • open vragen stellen (hoe, wat vind je, in hoeverre)
  • doorvragen
  • luisteren!
  • geïnterviewde aankijken + actief luisteren 

Slide 10 - Tekstslide

- Tussenvoegels: jaja, hmm, precies
- Stiltes laten vallen
- Papegaaien (nadoen, napraten, herhalen, houding )
- Samenvatten 
Wat helpt je?

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

1. Je krijgt zo vragen van mij die je moet stellen. 
2. Je mag meer vragen stellen, deze vier stel je minimaal. 
3. Bepaal zelf de volgorde. Zorg dat je vragen logisch zijn. 

2. Jullie rouleren iedere 5 minuten door en 5 minuten voor reflectie. 
4. Reflecteer na 5 minuten. Hoe voelde dit? Wat dat deed dit met je? En met de geïnterviewde? 
In drietallen
timer
5:00

Slide 13 - Tekstslide

Persoon 1: interviewer
Persoon 2: geïnterviewde
Persoon 3: notulist (schrijf dus mee wat je ziet!)
In drietallen
timer
5:00

Slide 14 - Tekstslide

Ga op onderzoek uit:
- Wat kun je zelf al vinden over de persoon die je gaat interviewen of over het onderwerp waar je het over gaat hebben?
- Waar zou je nog meer over willen weten?
- Hoe kun je je vragen stellen, zodat je dit te weten kunt komen?
- Schrijf je vragen op en bewaar ze. 
Voorbereiden eigen interview 

Slide 15 - Tekstslide

Voor de les (dit is dus huiswerk!):
- Je weet wie je wilt gaan interviewen en waarover
- Maak interviewvragen. Die neem je maandag naar de les. 

In de les:
- Feedback geven interviewvragen en dit aanscherpen.

Volgende les 

Slide 16 - Tekstslide

- Oefenen met interview 
- Aan de slag met onderzoek + vragen opstellen
- Checken vragen / feedback 

Planning deze les:

Slide 17 - Tekstslide


- Je weet aan welke voorwaarden een interview moet voldoen
- Je hebt verschillende vragen voor je interview op papier staan
- Je weet hoe je kunt reageren als iemand niet reageert zoals jij verwacht. 


Doel van de les

Slide 18 - Tekstslide

Ik ga iemand interviewen. Jij gaat feedback opschrijven over de volgende punten:


• De interviewer leidt het interview goed in;
• Je stelt één vraag tegelijk;
• Je stelt open en neutrale vragen;
• Hij geeft de geïnterviewde tijd om rustig over zijn antwoorden na te denken;
• Hij luistert goed;
• Hij vraagt door als iets niet duidelijk is;
• Zijn houding tegenover de geïnterviewde is correct;


Luister mee + schrijf feedback op

Slide 19 - Tekstslide

Stel je interviewvragen op 
- Wat kun je zelf al vinden over de persoon die je gaat interviewen of over het onderwerp waar je het over gaat hebben?
- Waar zou je nog meer over willen weten?
- Hoe kun je je vragen stellen, zodat je dit te weten kunt komen?
- Schrijf je vragen op en bewaar ze. 
Voorbereiden eigen interview 

Slide 20 - Tekstslide

Schrijf vijf interviewvragen op die je deze les hebt voorbereid

Slide 21 - Open vraag

Je interviewt iemand naar keuze,  maar let wel op:

- is het realistisch? (kun je deze persoon ook echt interviewen?)
- heeft deze persoon iets te vertellen wat jou interesseert?
- heeft deze persoon iets te vertellen waar je een redelijk lange tekst over kan schrijven?

(leuke hobby, interessante baan/reizen,
bijzondere ervaring, gek huisdier)
Wie ga je interviewen?

Slide 22 - Tekstslide