Media 2024

Media 2024
Leerdoelen:
  •  Je kunt de begrippen communicatie, zender, ontvanger en informatie uitleggen.
  •  Je kunt uitleggen wat communicatie is en hoe het werkt.
  •  Je kunt het begrip massamedia uitleggen.
  •  Je kunt uitleggen wat vrijheid van meningsuiting inhoudt en wat de grenzen zijn van deze vrijheid.
  •  Je kunt twee voorbeelden geven van online-risico’s.
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Media 2024
Leerdoelen:
  •  Je kunt de begrippen communicatie, zender, ontvanger en informatie uitleggen.
  •  Je kunt uitleggen wat communicatie is en hoe het werkt.
  •  Je kunt het begrip massamedia uitleggen.
  •  Je kunt uitleggen wat vrijheid van meningsuiting inhoudt en wat de grenzen zijn van deze vrijheid.
  •  Je kunt twee voorbeelden geven van online-risico’s.

Slide 1 - Tekstslide

Oefenstof bij dit onderwerp
Thema 2: Media
  • 2.1 Opdracht: 5, 10, 14
  • 2.2 Opdracht: 2, 3, 4, 
  • 2.3 Opdracht: 1, 2, 3, 6, 11
  • 2.4 Opdracht: 1, 3, 4, 5, 9, 10, 11
  • Invulsamenvatting (2.1 t/m 2.4) en begrippenlijst op blz. 48 t/m 51

Slide 2 - Tekstslide

Communicatie
De hele dag door ontvangen we op allerlei manieren informatie.

Bijvoorbeeld via de radio en tv, op onze telefoon en in onze email.

We zijn dus constant bezig met communicatie: het doorgeven en ontvangen van informatie.

Slide 3 - Tekstslide

Communicatie
Bij communicatie is er altijd een zender en een ontvanger.

De informatie die je doorgeeft of ontvangt, wordt verstuurd via een medium: een middel om te communiceren.

Media: alle belangrijke communicatiemiddelen samen.

Slide 4 - Tekstslide

Communicatie
Massacommunicatie: openbare communicatie waarbij grote groepen mensen worden bereikt.

Bijvoorbeeld een nieuwsbericht in de krant of op een internetsite. Iedereen heeft toegang tot deze informatie.

Massamedia: media die een goot publiek bereiken.

Bijvoorbeeld: radio, tv, internet en kranten.

Slide 5 - Tekstslide

Mediawijsheid
Op internet kan iedereen zender en ontvanger zijn. Het is daarom belangrijk dat je mediawijs bent.

Dit betekent dat je:
•voorzichtig bent met het delen van je privégegevens
•kritisch omgaat met de informatie die je hoort of ziet

Slide 6 - Tekstslide

Internetmedia
  • Vroeger kwam nieuws alleen van journalisten.
  • Tegenwoordig kan iedereen via internet informatie verzenden.
  • Bijvoorbeeld via YouTube, een blog of Instagram.
  • Deze nieuwe media of internetmedia zijn interactief: je kunt online direct op elkaars berichten reageren.

Slide 7 - Tekstslide

Online risico's
Regelmatig worden jongeren gepest via sociale media.

Dit is online grensoverschrijdend gedrag: gedrag waarbij iemand online iets met jou doet waardoor je je onveilig voelt.

Mensen die zich hieraan schuldig maken, doen dat vaak anoniem.

Hierdoor zijn ze moeilijk te pakken.

Slide 8 - Tekstslide

Persvrijheid
  • In de Grondwet staat dat de overheid zich niet mag bemoeien met wat journalisten zeggen of schrijven.
  • We noemen dit persvrijheid: de vrijheid van journalisten om ongehinderd berichten te kunnen publiceren.

  • Persvrijheid is onderdeel van de vrijheid van meningsuiting.
  • Ook jij mag op sociale media posten wat je wilt zonder goedkeuring van anderen. 

Slide 9 - Tekstslide

Vrijheid van meningsuiting
Vrijheid van meningsuiting kent wel zijn grenzen.

Journalisten en burgers mogen bijvoorbeeld niet:
•  zomaar beledigen of discrimineren
•  haatzaaien
•  oproepen tot geweld
•  opzettelijk liegen

Slide 10 - Tekstslide

Beeldvorming
Als je in de media regelmatig berichten over criminele bendes hoort, dan beïnvloedt dat jouw ideeën over veiligheid.

Dit proces noemen we beeldvorming: door de informatie die je krijgt, vorm je steeds een beeld van iets, iemand of een situatie.

De nieuwskeuze van de media bepaalt voor een groot deel jouw beeldvorming.

Slide 11 - Tekstslide

selectieve waarneming
  • Journalisten hebben hun eigen normen, waarden en kijk op de wereld.

  • Dat heeft invloed op hun nieuwskeuze, maar dit werkt ook de andere kant op.

  • Dit noemen we selectieve waarneming: je kiest bewust en onbewust wat je wilt zien en wilt horen.

Slide 12 - Tekstslide

Desinformatie
In de media verschijnen af en toe berichten die niet kloppen.

Als dit opzettelijk gebeurt, is er sprake van desinformatie: informatie die niet klopt en waarvan de maker ook weet dat het niet klopt.

Slide 13 - Tekstslide

Manipulatie
Bij desinformatie speelt manipulatie ook een grote rol. Hierbij worden feiten met opzet weggelaten of veranderd.

Een voorbeeld van desinformatie is nepnieuws: verzonnen informatie die verspreid wordt om winst te maken om of de mening van mensen te beïnvloeden.

Slide 14 - Tekstslide

Online profilering
Zie jij op je computer of op je telefoon vaak leuke reclames voorbij komen van merken waar jij van houdt?

Dat komt door online profilering, waarbij bedrijven met behulp van cookies gegevens verzamelen over jou en daarmee een digitaal
profiel aanmaken.

Zo benaderen ze je met persoonlijke reclame.

Slide 15 - Tekstslide